-8- U hebt getoond in de raadsvergaderingen met voorstellen te komen, die dusdanig gefundeerd waren, dat wij als raad er wel iets van konden zeggen en ook wel kritiek konden uitoefe nen, maar toch niet in negatieve zin. We hebben als raad altijd getoond, dat we een team waren (hoe men dat wil ver staan, moet een ieder voor zichzelf woten) en dat wij u en de wethouders, toch zoveel mogelijk onze steun gaven op de plannen, die ons voorgelegd werden. Er zijn natuurlijk weieens verschillende nuances geweest. Ik wil niet bepaald zeggen controversen. Er werden ook wel 'eens voorstellen teruggeno men, maar altijd in dusdanige zin, dat het opbouwend was en dat ze naderhand weer terug kwamen bij de raad, met de nuance-verschiHen erin verwerkt. Wat er onder uw leiding gepresteerd is, behoef ik niet meer te zeggen, dat weet u zelf en dat weten wij allemaal het beste. We mogen terugzien op een 25-jarig beleid, dat goed is ge weest. Tenslotte dank ik u voor de trouw, dat u hier 25 jaar bent gebleven. U zult in uw loopbaan in de afgelopen 25 jaar wel eens iets anders gewild hebben, een grotere gemeente mis schien en ik geloof, dat dit ten zeerste op zijn plaats ge weest zou zijn, want u hebt nu eenmaal, dat mag vandaag ge rust wel eens gezegd worden, bestuurlijke capaciteiten weer een andere, grotere gemeente u absoluut dankbaar voor ge weest zou zijn. Wij danken u als raad voor de trouw, dat u hier gebleven bent, met uw vrouw en met uw kinderen. Ook u, mevrouw Pop, wil ik daarin betrekken. Het is al meer gezegd, dat u naast uw man gestaan hebt. U hebt hem onge twijfeld terzijde, hetzij links, hetzij rechts, wel eens bepaalde adviezen gegeven. Daar zijn wij ook u dankbaar voor, want een burgemeester weet het ook niet altijd alleen. Hij heeft ook zijn medespelers nodig. Ik ga nu eindigen en ik wens u ook in uw verdere leven, zolang u er bent als burgemeester en ook dacrna, nog veel voorspoed en gezondheid toe en dat is uiteindelijk het voor naamste Namens de raad overhandigde de heer de Jong daarna een cadeau in de vorm van een zilveren asbak. Toespraak van de heer Littooij Dames en heren, er zijn wel eens momenten, dat je het prettig vindt om in het openbaar iets te mogen zeggen, iets te zeggen wat je in een persoonlijk gesprek nu niet zo ge makkelijk doet. Namens het personeel mag ik dan in het openbaar hier zeggen: U, burgemeester, bent voor ons een uitstekende baas, een uit stekende chef. Zo voelt het personeel het aan en wij kunnen het wat dit betreft niet beter wensen. In het kort wil ik dit wel nader verklaren. In het kort slechts, omdat u vandaag al vele woorden hebt aangehoord en nog is het einde daarvan niet, terwijl het een uitgemaakte, wetenschappelijk bewezen zaak is, dat iemand, ook al is hij dan burgemeester, een preek, die langer dan een kwartier duurt, niet meer in zich opneemt en dat zou jammer zijn voor alle goede bedoelingen, die daar achter liggen. U, als burgemeester, als burgemeester-sekretarisgeeft ons ambtenaren een optimale vrijheid, een optimaal vertrouwen om ons werk te doen. Nimmer is er sprake van een opjagen, van een muggenzifterij, van een vooropgezet wantrouwen en dat heeft tot gevolg, dat ook het personeel graag onder uw lei ding werkt en zich inzet voor de taak waarvoor het zich weet gesteld, ja zelfs zo, dat het zich één voelt met de gemeente en er alles voor over heeft om het gemeentelijk apparaat goed, zo goed mogelijk, te laten functioneren.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 41