-7- Ook vandaag doe ik dit niet; er zijn verschillende punten aan de orde gekomen, waar ik niet zo goed in kan komen,maar toch, meneer de voorzitter, mag ik dit in u respecteren, dat u gedurende die 10 jaar, dat ik u als voorzitter heb meegemaakt, heeft getracht mij op een bijzondere manier kenbaar te maken van uw gevoelens, van uw voorstellen en hetgeen aan de orde was. Volgens mijn overtuiging kwamen wij in goede vriendschap en harmonie altijd tot een akkoord, zij het misschien dat ik van de raadzaal afging en dacht, ik heb het toch anders gewild, maar ik zal er toch maar weer in berusten en het is toch juist wat ik gezegd heb-©:. Meneer de voorzitter, om het kort te maken en niet in een ellenlange redevoering over te gaan, wil ik u en uw verdere familie nogmaals gelukwensen en ik hoop, meneer Bierkens heeft het ook al gezegd, u tot uw pensioengerechtigde leef tijd mee te mogen maken in deze gemeente. Toespraak van de heer Sturris Meneer de burgemeester, mevrouw Pop en verdere familie. Het is vandaag een bijzondere dag. Een dag waarop het 25 jaar geleden is, dat u als burgemeester van Dinteloord en Prinsenland geïnstalleerd werd. Wij zijn dan ook met u en uw gezin gepast verblijd; 25 jaar is een hele tijd, maar wanneer wij aan u zouden vragen wat is nu 25 jaar, dan moeten wij tot de conclusie komen, zoals Gods woord dat zegt, het leven is maar een damp en het gaat gelijk een schaduw voorbij. En zo is het ook met deze 25 jaar burge meestersambt. Deze 25 jaar waren maar een damp en gingen als een schaduw voorbij. Ik wil thans op deze facetten niet dieper ingaan, maar wel wil ik nog gaarne opmerken, dat u in uw loopbaan mens was en dat wil ik onderstrepen, U had altijd begrip voor de principiële overtuiging van zowel mijn voorganger, als van mij en zulks mag zeker niet onvermeld blijven. Ik wil u daar nog mijn oprechte dank voor betuigen. Ik wil u verder dan zowel namens mijzelf, namens mijn vrouw en namens de plaatselijke kiesvereniging van de Staatkundig Gereformeerde Partij, hartelijk feliciteren en u toewensen, dat u door genade die stad mag vinden, die fundamenten heeft en welker kunstenaar en bouwmeester God is. Toespraak van de heer de Jong Meneer de voorzitter, burgemeester, mevrouw, familie en dames en heren. U zult het misschien vreemd vinden, maar ik sta hier als nestor van de raad en dan voel ik mij heus toch nog niet zo oud. Dit geldt echter alleen voor dit moment, want anders is mijn collega-raadslid Co de Visser, nestor, maar u hebt zojuist van de heer Coppens vernomen, dat hij uitstedig is. Op mij rust nu de taak om, namens de raad, een enkel woord te zeggen. Het is altijd mijn gewoonte een slotconclusie te trekken uit wat voorgaande sprekers hebben gezegd. Meneer de burgemeester, ik begin hiermede, dat u geweldig veel moed getoond heeft om 25 jaar geleden hier naar zo'n platgebrand dorp te komen. U hebt in uw openingsspeech, dat heb ik zo juist van de heer Buscop gehoord, 25 jaar geleden gezegd, dat u zich zou in zetten naar beste kunnen. Het beleid dat u de afgelopen 25 jaar gevoerd heeft, is dusdanig geweest, dat u een goed bestuurder bent geweest. U kwam hier 25 jaar geleden als een jong en onervaren burgemeester. U bent in die 25 jaar ongetwijfeld gerijpt en daar hebben wij natuurlijk als raad profijt van. -8-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 40