-6-
De heer de Jong zegt, dat bij de bouw nog toezicht wordt
uitgeoefend. Ook hiervoor worden nog aparte kosten be
rekend.
De voorzitter antwoordt, dat voor de dagelijks opzichter
inderdaad nog een post op de rekening staat.
De heer Bierkens zegt, dat bij de bouw van een woning
het architectenhonorarium verhoudingsgewijs aanzienlijk
hoger is dan nu het geval is.
De voorzitter zegt, dat hoe hoger de bouwkosten zijn,
des te lager wordt het percentage voor de berekening
van het architectenhonorarium. Bovendien is het zo,
dat het schoolbestuur de school bouwt en in de archi
tectenkeuze volkomen vrij is. De gemeente heeft hierin
geen zeggenschap.
Op de vraag van de heer van der Wiele zegt spreker, dat
de plannen voor deze school inderdaad al betrekkelijk
oud zijn. Dat wil echter niet zeggen, dat dit plan bij
de vaststelling van het urgentieschema op 17 mei 1971
voor indeling in aanmerking kwam. Een nieuwe urgentie-
lijst wordt n.l. op verzoek van gedeputeerde statem
ingediend bij elke aanvraag om financiering. Destijds
was natuurlijk wel bekend, dat er plannen bestonden om
te komen tot de bouw van een nieuwe r.k.school, maar de
begroting was nog niet bekend. Evenmin was bekend of de
bouwkundig hoofdinspekteur van het onderwijs met deze
plannen akkoord ging.
De heer Hulshof vraagt of de punten 5, 7 en 15 van de
begroting, n.l, ornamenten, decoratieve voorzieningen
en andere inrichtingskosten, niet onder één post kunnen
worden ondergebracht.
voorzitter zegt, dat voor de decoratieve voorzienin
gen normaliter 1% van de bouwkosten mag worden besteed.
Door het rijk is toegestaan om bij openbare gebouwen
dit bedrag aan kunstvoorwerpen te besteden. Ornamenten
zijn b.v. elektrische installies, zoals lampen e.d.
De heer Coppens meent, dat de financiering nu rond is.
Door het schoolbestuur moet 10% in de gemeentekas worden
gestort. Hij vraagt of na storting van dit bedrag, reeds
nu begonnen zou kunnen worden met de bouw van de school.
De voorzitter zegt, dat dit niet mogelijk is, aangezien
door gedeputeerde staten eerst goedkeuring moet worden
verleend voor deze uitgaven. Gedeputeerde staten maken
ten behoeve van het aantrekken van financieringsmidde
len eveneens een urgentielijst op en zenden deze naar
de minister. Eerst wanneer door de minister machtiging
tot het aangaan van een geldlening is verleend, kan met
de bouw worden begonnen.
De heer Hulshof vraagt, waar de leerlingen van de r.k.
school zullen worden ondergebracht, als de oude school
wordt gesloopt.
De voorzitter antwoordt, dat de voormalige Ned.Herv.
School aan het Zuideinde hiervoor zou kunnen worden ge
bruikt. Aan het bestuur van het open bejaardenwerk is
toestemming gegeven om twee lokalen van de school in
gebruik te nemen, onder voorbehoud echter, dat wanneer
de r.k. school zou worden gesloopt, de leerlingen van
deze school dit gebouw nodig zullen hebben en dat dan
dus het open bejaardenwerk tijdelijk uit de school zou
moeten verdwijnen.
De voorzitter zegt, dat nu tevens een nieuw urgentie-
schema moet worden vastgesteld. Het voorstel van burge
meester en wethouders luidt, om de bouw van de r.k.
school als no. 1 op de urgentielijst te plaatsen.
-7-