-4- De heer Coppens zegt, dat de wet een vergunning eist voor lozing van afvalwater en oppervlaktewater langs kunstmatige weg. Voor lozingen die reeds vóór de inwerkingtreding dezer wet, rechtmatig en regelmatig plaats vonden, wordt een vergunning in de zin van de wet, geacht te zijn verleend. Spreker vraagt wat nu precies bedoeld wordt met "rechtmatig". Is dat gewoonterecht en zo niet, waaraan wordt dit dan ontleend? De voorzitter antwoordt, dat, wanneer een rechthebbende een vergunning heeft verleend, de vergunninghouder recht matig loost. Voor de lozing op een sloot moet een ver gunning verkregen worden van het polderbestuurzoals vermeld staat in de statuten of de keur van deze polder. In 1948 is de gemeente overgegaan tot het maken van een centraal rioleringssysteem, om de vraag daarom van de polders vóór te zijn, omdat bij de uitbreiding van de gemeente en van de waterleiding, steeds meer afval water geproduceerd wordt. De volksgezondheid speelde vanzelfsprekend daarin een grote rol. De heer Coppens zegt, dat dit centraal rioleringssysteem nog niet geheel is voltooid. Nu gaat de gemeente een vergoeding daarvoor eisen, die weer moet worden afge staan aan het rijk. Hij vraagt of de polders ook een vergoeding kunnen eisen. De voorzi tter zegt, dat hem hierover niets bekend is. De gemeente heeft een centraal rioleringssysteem ontworpen- dat via een persleiding loost in rijkswater, het Volke rak. Voor en na 1953 is hiervoor vergunning gevraagd van het rijksinstituut voor zuivering van afvalwater. Door het rijk is toen vergunning verleend voor het lozen in het Volkerak. N& 1953 is een hernieuwde vergunning verkregen. Dit verzoek was noodzakelijk in verband met de Deltawerken. Wij lozen dus terecht en met vergunning op het Volkerak. Dat wil zeggen, degenen, die aangesloten zijn op het gemeentelijk rioleringsstelsel. Nu is begonnen met de uitvoering van een rijkswet, voor een ieder die op rijkswateren loost. Door de gemeen te moet het aantal aansluitingen op de gemeentelijke riolering worden opgegeven en aan de hand daarvan wordt een aanslag geheven, die eventueel verhaald kan worden op de gebruikers van het gemeentelijk riool. Op de vraag van de heer van der Wiele, zegt de voorzit ter dat de inwoners, die niet op het centraal riolerings stelsel zijn aangesloten, niet verplicht kunnen worden gesteld aan de gemeente te betalen. Het gaat n.l. om het lozen in rijkswateren. Zolang niet geloosd wordt in rijkswateren, kan geen verontreinigingsbijdrage wor den geheven. De heer Coppens vraagt of nieuw te stichten bedrijven een hinderwetsvergunning nodig hebben van de gemeente om te mogen lozen op watergangen. De voorzitter antwoordt, dat de Hinderwet niets te maken heeft met de lozing van afvalwater e.d. Een Hinderwets vergunning is nodig als een bedrijf gevaar, schade of binder veroorzaakt aan de omwonenden. Eón van de crite ria is b.v. het gebruiken van een elektromotor van meer dan 1-f p.k. Een ander criterium is ook als een bedrijf stankverwekkende stoffen verwerkt. Hiervoor is dan een vergunning ^ingevolge de Hinderwet vereist. Is zo'n be drijf in een gemeente gelegen, dan verlenen burgemeester en wethouders de vergunning en ligt het bedrijf in meer dan een gemeente, dan verlenen gedeputeerde staten de vergunning Nu we de laatste tijd meer milieubewust worden, is een onderzoek gaande op de bedrijven, die b.v. bedrijfsmatig gier lozen. c

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 101