n. een besluit van burgemeester en wethouders der gemeente
Dinteloord en Prinsenland, dat ter voorziening in de
behoefte aan kasgeld, per 1 januari 1970 bij de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage een
lening wordt gesloten van 250,000,alsmede een
schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
dat dit besluit hun college geen aanleiding geeft tot
het maken van opmerkingen;
o., een schrijven van burgemeester en wethouders van Asten
met betrekking tot het verlenen van hulp aan Biafra
Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van gedepu
teerde staten van Noord-Brabant, waarbij mededeling wordt
gedaan, dat aan de gemeente voor het jaar 1970 geen wonin
gen zullen worden toegewezen, vraagt de heer Hulshof of
de voorzitter van mening is, dat gedeputeerde staten naar
aanleiding van de protestbrief die het college van burge
meester en wethouders heeft verzonden, aan de gemeente
alsnog een aantal woningen zal toewijzen.
De voorzitter antwoordt hierop geen nadere positieve mede
deling te kunnen doen.
Als eerste reaktie op do negatieve woningtoewijzing is
een protest-telegram verzonden, dat enkele dagen later ge
volgd is door een brief.
In die brief hebben wij gedeputeerde staten om een onder
houd verzocht. V/at hot resultaat daarvan zal zijn is,
aldus de voorzitterniet te zeggen. Overigens maakt hij
do raadsleden er op attent, dat deze toewijzing, een ini
tiële toewijzing is. Mogelijk dat de gemeente bij de twee
de verdeling der contingenten gelukkiger is.
Do heer de Visser zegt te weten, dat het ministerio van
volkshuisvesting en ruimtelijke ordening 5000 woningen
zal gaan verdelen aan die gemeenten, die snel kunnen bou
wen, Aangezien do grond in het bestemmingsplan Oost bouw
rijp is en er volop gebouwd kan worden, zal de gemeente
mogelijk wel bij de toewijzing van dat contingent zijn.
De voorzitter zegt dit te hopen.
De heer de Schutter zegt uit de ingekomen stukken te
hebben vernomen, dat gedeputeerde staten aan de minister
van binnenlandse zaken advies hebben uitgebracht als be
doeld in artikel 158, 2e lid van de gemeentewet, terzake
van het herindelingsplan West-Brabantse Riviermonden. Hij
vraagt of het plan met het bedoelde advies ter kennis van
de gemeente is gebracht.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. Het college van
burgemeester en wethouders heeft aan gedeputeade staten
verzocht om kennis te mogen nemen van het door dat college
aan de minister uitgebracht advies.
In korte bewoordingen komt het antwoord hierop neer, dat
het advies van gedeputeerde staten een vertrouwelijk ka
rakter draagt en dat dat collego er bezwaar tegen heeft
om dit aan het gemeentebestuur ter kennis te brengen. Zo
als do voorzitter reeds meerdere malen in het verleden
heeft gezegd, is dit een zaak van: over u, doch zonder u.
De heer de Schutter zegt over deze gang van zaken verbeis-
terd te zijn. Is dit nu democratie? Is dit nu de openheid
die momenteel alom in den lande wordt gepropageerd? Hij
zegt de gehele affaire rondom deze herindeling niet meer
te kunnen begrijpen.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene 10stemmen
worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen.
De notulen van de vergadering van 15 december 1969 worden
onveranderd vastgesteld.