De heer de Visser is van mening, dat de deskundige in stantie die de heer Hulshof aanhaalt politiek beïnvloed is. Dat brengt gevaren met zich mee. De heer Hulshof an two afl t hierop, dat de politiek hierin totaal geen rol speelt. De heer van Dienden, lid van de partij van de arbeid, heeft de stukken ontworpen. Daat die persoon ons nu eens mondeling komen voorlichten. De voorzitter antwoordt hierop dat de heer van Dienden voor alle colleges van burgemeester en wethouders een toelichting heeft gegeven over de samenvoegingsplannen. Tijdens deze lezing kwamen echter geen nieuwe punten naar voren die wij nog niet wisten. En dit zijn voor de voor zitter geen doorslaggevende argumenten. Ook aan de raad zijn deze argumenten (merendeels economische motieven) bekend. De heer de Visser zegt, dat het feit, dat de gemeente Pijnaart niet mee wil werken aan een deskundig advies, voor de gemeente Dinteloord en Prinsenland geen reden moet zijn om er nu ook maar van af te zien. De heer de Schutter vraagt of de gemeente Pijnaart wel haar medewerking wil verlenen, en of die gemeente te zij ner tijd daarbij een objectief standpunt in zal nemen. De voorzitter kan hierop bevestigend antwoorden, omdat de burgemeester van Pijnaart hem dit heeft toegezegd. Voorts deelt hij mede, dat er enkele rappoften zijn ver schenen over gemeentelijke herindeling met name wat be treft het eiland Tholen en Dimburg. Uit deze rapporten leest de voorzitter vervolgens enkele passages voor. De heer Hack kan zich met het voorstel van burgemeester en wethouders verenigen. Aangezien we in een dwangposi tie zijn komen te verkeren en het college van burgemees ter en wethouders ons niet voldoende kan voorlichten, is het noodzakelijk dat een deskundig advies wordt ingewonnen. Spreker vindt de kosten, aan het onderzoek verbonden, evenwel vrij hoog. De heer Vlamings zegt v.an het begin af aan een voorstan der te zijn geweest van een gemeentelijke herindeling, Zijn motivering hiertoe vond zijn oorzaak in het feit dat een grotere gemeente gemakkelijker industrie aan kan trekken, en het ambtenarenapparaat daarop beter kan wor den afgestemd. Andere konsekwenties werden in eerste instantie over het hoofd gezien. Met name gebeurde dit met de sociologische en bestuurlijke aspecten. Wij moeten, aldus de heer Vlamings, niet zo maar zonder meer afgaan op hetgeen gedeputeerde staten zeggen. Wij moeten zelf een oordeel vormen en aangezien wij op dit ge bied niet deskundig zijn moeten wij ons laten voorlich ten door een onpartijdig deskundig adviesbureau. Tegenover de inwoners van de gemeente kunnen wij onszelf dan ook verantwoorden. Indien het rapport zal helpen aan de toekomstige ontwik keling van de gemeente, is het beslist ƒ.10.000,waard. De heer de Schutter vindt het bedrag van ƒ.10.000,niet doorslaggevend Belangrijker is, of de gemeente Pijnaart het adviesbu reau obje»tief inlichtingen zal verstrekken. Zou zij dit niet doen, dan wordt de waarde van de inhoud van het rapport aangetast. De voorzitter antwoordt hierop, dat het college van bur gemeester en wethouders van Pijnaart zijn volle medewer king heeft toegezegd. De heer Hulshof blijft van mening dat het rapport pas zinvol is, ais de raden van de drie gemeenten gezamenlijk tot het inwinnen van een deskundig advies zouden beslui ten. Zolang dit niet gebeurt, acht hij het raadzamer dat ge deputeerde staten de voorlichting geven. De heer de Visser deelt de mening van de heer Hulshof niet. Als het voorstel van de heer Hulshof wordt aange nomen komen we te laat. Een gesprek met gedeputeerde j

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1968 | | pagina 41