9
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeen
te Dinteloord en Prinsenland, gehouden op donderdag,
30 mei 1968 des avonds om 7.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn de heren:
M.Sturris, H.Hack, P.Botuijt, P.Hulshof, P.Ylamings,
A. de Jong, G. de Schutter, I.Busccp, S.Bierkens en
J. de Visser.
Afwezig zonder kennisgevingde heer A. van der Wiele.
Voorzitter: de heer Mr. H. Pop.
OPENING. 1.De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van
het formuliergebed.
INGEKOMEN 2.a.Een schrijven, alsmede een ontwerp-besluit van gede-
STUKKEN. puteerde staten van Noord-Brabant, handelend over de
herziening van het "Bezoldigingsbesluit wethouders
1949".
b.Door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedgekeurd
raadsbesluit van 7 december 1967 tot 31e wijziging van
de gemeentebegroting 1967.
c.Mededeling van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
dat de beslissing op het raadsbesluit van 30 januari
1968 tot 2e wijziging van de begroting 1968 i.v.m. de
aanleg van een zwembad met ten hoogste twee maanden
wordt verdaagd.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stem
men worden deze stukken voor kennisgeving aangenomen.
NOTULEN. 3.Ten aanzien van de notulen van de vergadering van 25 a-
pril 1968 merkt de heer Hulshof op, dat, hetgaan is ver
meld onder agendapunt 9> met name de subsidiering van
de stichting "Procent" voor gezinszorg en gezinshulp, on
juist is weergegeven.
Blijkens de notulen heeft spreker gezegd verheugd te
zijn, dat er eindelijk een stichting in het leven is ge
roepen, die de gezinszorg en maatschappelijke zorg van
de bevolking der gemeente, uitgezonderd de roomskatho-
lieke- en de niet-kerkelijke inwoners zal behartigen en
dat hij het betreurt dat deze laatste categorie van in
woners van hulpverlening door die stichting is uit
gesloten.
Dit heb ik, aldus de heer Hulshof, niet gezegd.
Aan de hand van zijn op schrift gesteld betoog staaft
hij zijn bewering en zonder hoofdelijke stemming en met
algemene (10) stemmen wordt besloten om het betoog van
de heer Hulshof, zoals dit is opgenomen onder punt 9 van
de notulen van de vergadering van 25 april 1968 te ver
vangen door het volgende:
De heer Hulshof juicht het toe, dat de Hervormden en Ge
reformeerden elkaar in West-Brabant hebben gevonden en
de gezinszorg en -hulp en het algemene maatschappelijk
werk (punt 10 van de agenda) in het vervolg samen doen
in êên stichting.
Hij juicht het toe, niet slechts omdat het efficiënter
is, maar vooral omdat hij het juist acht, dat, als het
gaat om hulp te verlenen aan de medemens die in moeilijk
heden zit, men zoveel mogelijk samen moet werken, Wat
dat betreft is deze fusie een stapje vooruit. Een stapje
nog maar. Want als men werkelijk ernst maakt van de
hulpverlening, bundelt men alle krachten en dan zou men
de buiten kerkelijken ook hebben ingeschakeld. Dan zou
een algemene stichting tot stand zijn gekomen. Dat be
hoeft geen kleurloze stichting te zijn.
Hij betreurt het dat men die stap nog niet heeft ge
maakt. Maar met het stapje in de goede richting is hij
al blij.
-2-