In het streekplan "West-Brabantse—Riviermonden" is de
gemeente aangewezen als woongemeente en uit dien hoofde
zou de gemeente toch bepaalde faciliteiten moeten ontvan
gen om de gemeente meer leefbaar te maken.
Hot is hem bekend, dat gedeputeerde staten aan oen geld
lening goedkeuring kunnen onthouden, indien naar hun mening
het belang van de gemeente zich daartegen verzet. Is nu
het hebben van oen zwembad niet in het belang van de
gemeente?, vraagt de heer Vlamings zich af. Kan de gemeen
te niet in beroep gaan?
In het schrijven van gedeputeerde staten ontbreekt zijns
inziens elk steekhoudend argument.
Spreker vindt het een moeilijke kwestie om nu op het voor-
ste]|van burgemeester en wethouders tot fasering, een
beslissing te nemen. Bij aanvaarding van het voorstel zal
de gemeente naar allo waarschijnlijkheid over 3 jaar
een volwaardig zwembad hebben; het in f^^^n uitvoeren is
echter kostbaarder en tijdrovend. Is dit wel in het belang
van de gemeente?
De heer Vlamings wenst dan ook, alvorens een beslissing
op het voorstel van burgemeester en wethouders te nemen,
het verdere beloop van de beraadslagingen af te wachten.
De heer de Schutter zegt, dat het motief van gedeputeerde
staten op grond waarvan zij aan do begrotingswijziging
goedkeuring zullen onthouden, t.w. de krapte op de geldmarkt
voor hem geen enkele waarde heeft. Dit motief gold enkele
jaren terug ook. Naar zijn mening heeft de beslissing van
gedeputeerde staten bepaalde achtergronden, die do raad
niet kent. Voor hem is het evenwel een duidelijke zaak.
Do heer de Visser is het met het betoog van de he er
Vlamings volkomen eens. Tot nu toe zijn wij maar karig
uit de loterij gekomen.
Het argument van gedeputeerde staten, dat een zwembad voor
een gemeente van 4600 inwoners te duur is, is, aldus de
heer de Visser, van betrekkelijke aard, vooral nu er
plannen bestaan om de gemeenten Dinteloord en Prinsenland,
Fijnaart en Heijningen en Willemstad samen te voegen.
Hij stelt voor om onder protest do door burgemeester en
wethouders voorgestelde fasering van het plan te aan
vaarden, opdat de gemeente zo spoedig mogelijk met de
bouw van een zwembad kan beginnen.
De heer Hulshcf is van mening, dat de gemeente Dinteloord
en Prinsonland door gedeputeerde staten wordt misbruikt.
De gemeente heeft jarenlang een uiterst zuining financieel
beleid gevoerd, zodat zij steeds een goed sluitende begro
ting heeft gekregen. Als vrucht daarvan wil zij nu een
zwembad bouwen en toch wordt het plan niet aanvaard. Het
is, aldus de heer Hulshof, onbegrijpelijk!
Het motief van maar 4600 inwoners, is ook zijns inziens
nret steekhoudend. De gemeente kan in ieder geval op een
betrekkelijk groot achterland rekenen.
Hij is ï^ejiij^, dat het voorstel van burgemeester en
wethouders moet worden aanvaard, maar dat eerst krachtig
protest moet worden aangetekend tegen deze ook voor hem
onbegrijpelijkebeslissing van gedeputeerde staten van
Noord-Brabant. 1
Ook de heer van dor Wiele vindt het bericht van gedeputeer
de staten bijzonder teleurstellend. Ongeveer 2^- jaar worden
er nu voorbereidingen getroffen, worden er hoopvolle toe
zeggingen gedaan en nu het plan voor uitvoering gereed is,
wordt het niet aanvaard. Waarom niet? Indien het voorstel
van burgemeester en wethouders wordt aangenomen, zal blij
kens dit voorstel met de bouw van het zwembad mogelijk
binnen afzienbare tijd kunnen worden begonnen. Wat is, al
dus de heer van der Wiele, binnen afzienbare tijd? Dit is
voor hem een zeer rekbaar begrip.