-ij-
In do kosten van de stichting wordt door het rijk een
subsidie verleend van 40%; door de gemeente een subsidie
van 45zodat voor de stichting een bedrag gelijk aan
15% overblijft. Deze ^5% worden gedekt door bijdragen van
de gezinnen, waarin hulp is verleend, alsmede door bij
dragen van de diverse diaconiën.
De bijdragen der gezinnen worden berekend aan de hand van
een bepaalde schaal en deze bijdrage is zo opgesteld, dat
daarvoor geen beroep op de Algemene Bijstandswet behoeft
te worden gedaan. Door deze subsidieregeling wordt dus
geenszins do Algemene Bijstandswet opzij gezet.
De heer Hulshof vraagt of het gevaar niet bestaat, dat
de stichting "Procent" eerst in die gezinnen hulp zal
verlenen, die bij een kerk zijn aangesloten en dat de zgn
niet-kerkelijken op de tweede plaats komen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat hij een dergelijke
handelswijze van de stichting ten zeerste zou betreuren,
doch dat hij dit absoluut niet aanneemt.
De heer Hulshof zegt, dat hij hiermede aan wil tonen, dat
de huidige subsidieregeling de Algemene Bijstandswet niet
opzij kan zetten. Indien in mijn gezin, aldus spreker,
door omstandigheden gezinshulp zou moeten worden verleend
behoor ik niet uitsluitend aangewezen te zijn op de
stichting "Procent", maar zal ik ook beroep moeten kunnen
doen op andere stichtingen. Zouden de kosten mijn finan
ciële draagkracht te boven gaan, dan kan ik, aldus de
heer Hulshof, steeds een beroep doen op de Algemene Bij
standswet.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in dat geval de heer
Hulshof gezinshulp zal moeten vragen aan een stichting
die gediplomeerde verpleegsters en helpsters in dienst
heeft. Aan een dergelijke stichting verleent de gemeente
n.l. ook subsidie. Tevens is dit een voorwaarde om een
beroep op de Algemene Bijstandswet te doen.
De zinsnede in het voorstel, dat bij subsidiëring de taak
van de gemeente verder "af" is, zodat ook geen beroep op
de Algemene Bijstandswet kan worden gedaan, is echter op
genomen met de bedoeling, dat in de kosten van ongediplo
meerde gezinshulp c.q. -zorg geen aanvraag kan worden ge
daan ter verkrijging van een uitkering ingevolge de Alge
mene Bijstandswet.
Het neemt n.l., aldus de voorzitter, hand over hand toe
dat in een gezin hulp wordt verleend door de naaste
bloed- of aanverwanten en dat daarvoor een beroep op de
Algemene Bijstandswet wordt gedaan.
Hieraan moet elke vorm van medewerking worden geweigerd.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt het voorstel tenslotte aangenomen.
SUBSIDIERING
STICHTING
"PROCENT" VOOR
ALGEMEEN MAAT
SCHAPPELIJK
ÏERK
10. Een voorstel van burgemeester en wethouders van 21 maart
1968 tot subsidiëring van de stichting "Procent" voor
het algemeen maatschappelijk werk.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt hot voorstel aangenomen.
Subsidiering
GEESTELIJKE
VOLKSGEZOND
HEID.
1 1
Een voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februa
ri 1968 tot het vaststellen van een subsidieregeling voor
de geestelijke volksgezondheid.
De heer Hulshof acht de wijze van subsidiëring, n.l. een
bepaald bedrag por inwoner juist. Voor 1968 is een sub
sidie geraamd van 1.000,Spreker vraagt of het col
lege van burgemeester en wethouders kan mededelen, hoe
veel mensen en/of gezinnen in 1967 in de gemeente door de
betreffende instanties en diensten zijn geholpen.
-6-