-12- De heer Sturris kan zich met het voorstel niet verenigen. Ongetwijfeld zal het zwembad ook s zondags worden open gesteld. Dit feit zou voor eenieder aanleiding moeten zijn om zich tegen het voorstel te verzetten. Het is, aldus de heer Sturris, alsof we in de dagen vóór de zondvloed verkeren, want alleen de gedachtes "Laten we eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen moeten we sterven", leeft in de mensen. Hieraan mag en kan hij zijn stem niet geven. De heer Stur ris vraagt zich voorts nog af of een zwembad een gemeente meer leefbaar zal maken. Waarom wordt dit geld niet be steed aan b.v. onderwijsdoeleinden? Vervolgens is het, zijns inziens, onverantwoord om voor een gemeente van 4500 inwoners een zwembad te bouwen van 1.500.000,Het zwembad is er nog niet en er wordt al wer een belastingverhoging gesproken. Ook dit kan de instemming van de heer Sturris niet verkrijgen. Het feit, dat door het hebben van een zwembad de bevolking van de gemeente zal toenemen, wordt door hem sterk betwijfeld. Evenals b.v. 30 jaar geleden heeft de gemeente nu nog steeds 4500 inwoners. Tot slot merkt spreker op, dat voor degene, die willen zwemmen, het buitenwater benut kan worden. De voorzitter deelt hierop mede, dat bepaalde aspecten van het betoog van do heer Sturris op principiële overwegingen zijn gegrond, zodat daarover niet gediscussieerd kan wor den Wat het onderwijs betreft, is de voorzitter met de heer Sturris van mening, dat dit in een toekomstige woongemeen- te een belangrijke plaats in moet nemen. Met name middel baar- en technisch onderwijs is van groot belang. Do enige moeilijkheid in een gemeente als Dinteloord is echter, aldus de voorzitter, dat, gezien de vele verschil lende levensbeschouwingen onder de bevolking, een middel bare school opgericht door de gemeente, waarschijnlijk door een onvoldoend aantal leerlingen zal worden bezocht. Beter ware daarom om het oprichten van een middelbare school over te laten aan het particulier initiatief. Wat de laatste opmerking van de heer Sturris betreft, is hij evenwel een andere mening toegedaan. Elk jaar opnieuw blijkt door het aantal verdrinkingsgevallen, dat het bui tenwater zeer gevaarlijk is en beslist niet geschikt is om te zwemmen. Als overheid moet men zich daarom afvragen of hieraan niets kan worden gedaan. Verschillende moge lijkheden, zoals b.v. een afbakening in het buitenwater, zijn onderzocht, doch geen daarvan zou een algehele oplos sing kunnen bieden. Dit was o.a. één van de hoofdmotieven die tot de aanleg van een zwembad hebben geleid. Bovendien is de buitendijk slechts ter bede toegankelijk. Het verwondert de heer de Visser dat de heer Sturris twij felt of een zwembad een gemeente meer leefbaar kan maken. Er zijn, aldus spreker, voorbeelden te over, dat een ge meente naam verkrijgt door een zwembad. Wat de opmerking van de heer Sturris betreft, dat in de gemeente nog steeds geen scholen voor middelbaar onderwijs aanwezig zijn, is, naar de mening van de heer de Visser, een gevolg van dezelfde kortzichtige en principiële stand punten, die vroegere raadsleden innamen en die de heer Sturris nu met betrekking tot het zwembad inneemt. Het is tijd, aldus de heer de Visser, dat we niet langer moeten talmen om iets te ondernemen. De heer de Jong spreekt de hoop uit, dat het zwembad bin nen niet al te lange tijd zal kunnen worden gerealiseerd. Het zal, aldus de heer de Jong, zeker bijdragen aan de leefbaarheid van de gemeente Dinteloord en Prinsenland. -15-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1968 | | pagina 12