Vervolgons .zegt spreker, het niet eens te zijn net de brief, die het wielerconitë aan het college va.n burgeneester en wethouders heeft gericht. Nu echter do heer van der Wiele hierop oen toelichting heeft gegeven en de spanningen rond om do wedstrijd oen beetje zijn opgelost, staat spreker niet neer geheel afwijzend tegenover een subsidieverlening. Bovendien is de aanvrage on subsidie gewijzigd, in die zin, dat thans het juiste exploitatietekort bekend is. Het door de hoer Hack destijds gedane voorstel on het ver lenen van subsidies in handen van een aperte raadsconnissie te stellen, die in overleg net het college van burgeneester en wethouders aan de raad a.dvies uitbrengt, acht spreker, aanbevelenswaardig. Tot slot stelt spreker voor aan het wielerconitd een <5én— nalig subsidie te verlenen gelijk aan het exploitatietekort en tevens vergunning te verstrekken voor het houden van een loterij De voorzitte r deelt hierna nede, dat het verlenen van een subsidie in het algeneen ondergebracht noot kunnen worden in drie bepaalde categorieën t.w. volksgezondheid, jeugd- sport on culturele activiteiten. De wielersport is hieronder niet te rangschikken. Indien do gemeente aan het wielcrconitë een subsidie verleent, noet zij deze gelden putten uit de opbrengst van belastin gen. De wielersport is een kijksport. Wanneer het gemiddeld aantal bezoekers van de wielerronde over al die jaren wordt gesteld op 2000 en hét gemiddeld aantal bezoekers uit andere plaatsen op 500, dan betekent dit, dat uit de ge meente 1500 mensen naar de wielerronde zijn gaan kijken. Het betekent ook, dat 3500 nensen er niet naar kijken. On nu een extra-belasting te heffen, teneinde voor 1500 nensen oen subsidie te verlenen, acht de voorzitter be paaldelijk onjuist. Bovendien wordt door deze kijksport, door het afsluiten van wegen, enz. aan de nensen overlast aangedaan. Ook de Muzafeesten zijn op weg om enkel een kijksport te worden. In wezen is de Muza evenwel een cultureel begrip, in die zin, dat het gedragen wordt door deelname van zelf werkende muziekkorpsen. De wielerronde daarentegen is zui ver liefhebberij, net als gevolg, dat indien tekorten blijken te ontstaan, nen niet hoger moet springen dan het budget groot is. Met andere woorden men moet de tering naar de nering zetten. Wat betreft het verlenen van een loterijvergunning deelt de voorzitter voorts nog mede, dat het verlenen van een vergunning gebonden is aan de Loterijwet, thans wet op de kansspelen. Blijkens constante jurisprudentie kan een loterij vergunning slechts worden verleend aan gelegenheden, uitsluitend strekkende tot een liefdadig doel, bevordering van de we tenschap, kunst of oen ander algemeen belang. Ingevolge een ministeriële circulaire kunnen toestemmingen tot het aanleggen en houden van loterijen ten bate van sportvereni gingen alleen dan worden verleend, indien vaststaat dat de lichanelijke of geestelijke ontwikkeling d&ardoor wordt bevorderd. Derhalve wordt niet in de sport op zich zelf (net name niet die, welke zich uitsluitend in wedstrijden openbaart) naar in de lichanelijke of geestelijke ontwikke ling het criterium voor het algeneen belang gezocht. Een vergunning ingevolge de Loterijwet, thans wet op de kansspelen, kan derhalve aan het wielerconitë "De Ronde van Dinteloordniet worden verleend. Ten aanzien van het subsidie handhaaft d.e voorzitter ten slotte nog het standpunt van het college van burgeneester en wethouders, dat de belastinggelden niet besteed mogen worden aan activiteiten mot betrekking tot het organiseren van wielerwedstrijden. -8-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1967 | | pagina 38