- 2- op pagina^O?!11 Zi^n gemeentewet en baar toepassing" "Waarin bestaat de verantwoording naar art. 216? Uitsluitend |»m het geven van inlichtingen. ""lautdLolip 2PP0+hej"m J1 207"de beperking houdt een a ab verbergt zij haar door het voegwoord. Verant- ,x^g doen komt daadwerkelijk neer op het geven van alle inlichtingen, die de macht, jegens welke de plicht er toe be staat, over het onderwerp waarover zij zich uitstrekt verlangt (iz hVdaSSlmif i vg+aa,ngedUlde "int er pel la tier echt" heeft "recht praktijk vrijwel omgezet in een bloot vragen Aan de verantwoording, hetzij dan van het college van i.???®6?6 fr en,wethouders, hetzij van de leden individueel ii ?0r w geen gevolgen verbonden. Bij Oppenheim II 209 wordt dan ook terecht opgemerkt, nadat er op gewezen is dat "pnSJthSjl J Sn cfltbek °P de benoemingen, die burgemeester en wethouders hebben te doen, met spaarzaamheid dient te worden gehanteerd, vooral als het benoemingen geldt die de wet aan burgemeester en wethouders heeft opgedragen: "Laat men de ver antwoording voor de geldmiddelen ter zijde, dan heeft zij een "zuiver zedelijk karakter". J ,Mo, /ÏP de Ge™eentestem 2819-18 wordt opgemerkt, dat in art. l8l "thans art. 216het woord "terstond" niet voorkomt, zoo- 1?'ïvbe raad besluit om inlichtingen te vragen, burgemees ter en wethouders niet dadelijk behoeven te antwoorden. Reeds bij de toelichting tot art. 209 wezen wij erop, dat e raad geen voorschriften heeft te geven omtrent de wijze, waarop burgemeester en wethouders wenschen het aan hen opgedra gen dagelijksch bestuur uit te oefenen. De raad zal dus niet i|Verder mogen gaan dan het beleid van burgemeester en wethouders at te keuren, zoodat geen opdracht voor het gevolg kan worden gegeven. Zie Gemeentestem 1467, 1799 en 2062." deze uiteenzetting zij nog uitdrukkelijk erop gewezen, dat het hier^gaat om de raad, niet om individuele raadsleden, wil dus van deze verantwoordingsplicht sprake kunnen zijn9"~dan moet er eerst een desbetreffend raadsbesluit komen. Dit raads besluit zal duidelijk geredigeerd moeten lijn, opdat burgemees- er en wethouders weten wat precies bedoeld wordt en het ont- werp-raadsbesluit zal daarna in stemming kunnen komen. Een ant woord of de verlangde inlichtingen zullen in de regel pas in een van de volgende vergaderingen gegeven kunnen worden. x. 4. i lazing van het vorenstaande zal het u duidelijk zijn, dat het niet de bedoeling is of kan zijn, om een enkel raads- gelegenheid te stellen, door het stellen van een vraag ij e (schriftelijke) rondvraag, invloed uit te oefenen, recht streeks of zijdelingsop het beleid van burgemeester en wet houders bij de uitoefening van de hen opgedragen taak, terwijl et volgens de hooggeleerde schrijvers nog maar nauwelijks moge- iIL3k is voor de gehele raad om dit te doen, anders dan langs zedelijke weg. Omdat in het verleden een uitstekende verstandhouding heeft geheerst tussen het college van burgemeester en wethouders en de raad, en ik voor het heden en de toekomst deze goede samen werking graag bestendigd zou zien, hecht ik eraan, deze dingen m uw midden ter discussie neder te leggen. Een goed begrip van eikaars bevoegdheden kan de verhoudingen komen en misverstanden en wreveligheden voorkomen. De bevoegdheid van het openbaar bestuur en met name van de raad, vereist nu eenmaal dat misverstanden, futiliteiten en onzakelijke debatten over bevoegdheden niet in het openbaar plaats hebben. Om mogelijk het gevoel van al te veel formalisme weg te nemen, terwijl anderzijds het toepassen van de wet in een open- are vergadering toch wel handhaving van vaste regels eist, is hier nu al verscheidene jaren de gewoonte ingevoerd om na afloop

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1966 | | pagina 25