Het argument van het eren van de heer Stange en het afsluiten van een jarenlange zittingsperiode, zijn argumenten die niet opgaan, omdat de heer Stange reeds op andere wijze daarvoor is geeërd. Gezien de discussies in de raad, spijt het de heer Vlamingsdat de raad het blijkbaar niet kan opbrengen om voor de tijdelijke voorziening van de wethouders- zetel van de heer Huijsmans, een lid van de fractie der KVP te stemmen. Dit geeft hem te denken. De KVP meent recht te hebben op een wethouderszetel. De heer do Visser acht de uitspraak van de heer Vlamings "de KVP heeft daar recht op", te bout. Dat de heer Stange door hem als candidaat is gesteld, vindt oorzaak in het feit, dat hij hem daarmede wilt eren, maar ook, omdat hij hem het beste raadslid acht met de langste ervaring en derhalve de beste plaats vervanger voor de heer Huijsmans. Bij raadsverkiezing komt het meer neer op verkiezing van personen, in plaats van politieke kandidaten. De heer de Visser zou dit ook graag zo zien bij de ver kiezing van wethouders. De heer Hulshof is het met de heer de Visser volledig eens. Het is beslist geen natuurlijke zaak, dat de KVP recht op een wethouderszetel kan laten gelden. Hij acht het voor de heer Stange een eer, dat hij zijn zittingsperiode als raadslid kan afsluiten met een tij delijk wethouderschap. De heer de Pre 1 meent uit de woorden van de heer Vla mings vernomen te hebben, dat de kleine partijen niet in tel zijn. Op grond hiervan kunnen hun vertegenwoor digers dus vrijuit spreken. Vooreerst is er in de gelederen van de KVP zelf onenig heid over de aanwijzing van de persoon, die de wethou- derszetei van de heer Huijsmans zal bezetten en boven dien, wanneer er al een candidaat wordt gesteld, zal de raad in zijn geheel die toch moeten overnemen. Het zal op de figuur aankomen, die wordt gesteld. Hij adviseert de raad en dit geldt ook voor de nieuwe raad, dat goed moet worden overwogen, wie men als wet houder kiest n.l. zodanige personen,die hun mannetje kunnen staan. De heer Stange stelt voorop, dat hij zich niet met deze verkiezing van een tijdelijk wethouder wil inlaten. Toch wil hij ingaan met het gezegde van de heer Vlamings, dat het hem te denken zou geven, wanneer een niet-lid van de KVP tot tijdelijk wethouder zou worden gekozen. De protchrgroep heeft in het verleden altijd medege werkt aan de verkiezing van een RKwethouder en het is beslist niet de bedoeling, dat bij de verkiezing van nieuwe wethouders in september a.s., twee protestante wethouders gekozen zullen worden. De heer Stange is er zeker van, dat, wanneer in september a.s. de KVP met een acceptabele candidaat naar voren komt, deze door de gehele raad zal worden overgenomen. Dit is nog nimmer gebeurd en dat zal ook dan niet plaats vinden. 1)6 heer Vlamings zegt hierop, dat het nu toch wel plaats heeft. Een KVP-wethouder gaat weg en er zal een niet- KVP-wethouder voor in de plaats komen. De heer Stange zou het zeer betreuren, wanneer de leden van de fractie van de KVP geen stem op zijn persoon zouden uitbrengen. De heer Vlamingszegt dat, wanneer hij zijn stem niet op de heer Stange uitbrengt, deze daaraan niet de con clusie mag verbinden dat hij hem als wethouder niet geschikt acht.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1966 | | pagina 16