-3- In onze gemeente is nog grote behoefte aan nieuwe wo ningen en wel voor inwonenden, mensen die nog in krotten wonen en mensen die willen gaan trouwen. Ik zou u dus willen vragen: Is er mogelijkheid de noodwoningen nog en kele jaren te laten staan, zulks te verzoeken, aan Zijne Excellentie de Minister van volkshuisvesting en bouwnijver^ heid Bogaerts. Dat dus alle mensen een redelijke kans krij gen een goede woning te betrekken. Hierbij zou ik dus willen stellen, die mensen die in noodwoningen wonen, en er persé uitwillen voorkeur te verlenen, maar zeker 80^ü> wil hier liever niet uit. Wanneer dit kan geschieden, geloof ik dat er een re delijke kans zal bestaan dat Dinteloord door de woning misère heen komt, Hopende hierop een bevestigend antwoord te krijgen, verblijf ik, met de meeste hoogachting, (get) F.Hulshof. ANTWOORD: 17 januari 1964 Naar aanleiding van uw vraag d.d. 5 januari 1964, inzake de afbraak van de stenen- en houten noodwoningen, delen wij u het volgende mede In het jaar 1945/1946 zijn in deze gemeente 36 noodwoningen gebouwd n.l. 20 stenen woningen en 16 houten woningen. Aan deze noodwoningen werden in 1948 nog 10 semi-permanente maycretewoningen toegevoegd. Totaal derhalve 46 woningen. De bewoningstermijn voor deze woningen werd door de minister vastgesteld op 10 jaar voor de houten noodwoningen en op 15 jaar voor de stenen noodwoningen en de maycrete woningen. Doordat de woningpositie nog uitermate zorgwekkend was, en vervangend bouwvolume niet werd toegewezen, kon aan afbraak, na het einde der bewoningstermijnniet gedacht worden en derhalve verlengde de minister de bewoningstermijn van de stenen noodwoningen tot 1 mei 1964, houten noodwoningen tot 25 juli 1965 maycretewoningen tot 1 maart 1965. Bij de toewijzihg van bouwvolume voor de bouw van woningwet- en premiewoningen in de laatste jaren, bevond zich onder het toegewezen contingent een aantal woningen, welke bestemd waren voor de vervanging van de noodwoningen, omdat de politiek der regering er op gericht is, om alle noodwoningen op korte termijn te slopen. 1. In het contingent voor 1962 (18 woningwetwoningen) bevonden zich 8 woningen,ter vervanging van een gelijk aantal noodwoningen. 2. In het contingent voor 1963 (32 woningwetwoningen en 20 premiewoningen) bevonden zich 28 woningen, ter vervanging van een gelijk aantal noodwoningen 3. In het contingent voor 1964 (22 woningwetwoningen en 8 premiewoningen) bevonden zich 10 woningen, ter vervanging van een gelijk aantal noodwoningen Totaal 46 4»

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1964 | | pagina 3