opmerkingenalsook het antwoord van burgemeester en wethouders daarop,niet bij de stukken heeft aangetroffen. Hij vindt dit een vreemde zaak en hij handhaaft de in ziin opmerkingen gemaakte bezwaren. Ondanks alle argumenten die burgemeester en wethouders gebruiken,acht hij een tekort op de gemeentebegroting van ƒ.42.000,= verontrustend. Ook met het toekomstig fiscaal be leid van burgemeester en wethouders kan hij zich niet vereni gen. Wat burgemeester en wethouders zich voorstellen is een Vc?n he1: beleid yan de huidige regering en daarmede is hij het volkomen oneens. 4. -u"^£ regering verhoogt de belastingen en dus doet de ge meente het ook. Voor die ingezeten,die behoren tot de arbei dende klasse en die een eigen woning bezitten,worden de kosten veel te zwaar en sociaal is dit onverantwoord. Met de vele pendelarbeidershet gemis aan industrie- in eigen plaats en het ontbreken van werk in de landbouw,zal bij een terugslag van de konjunktuuronze gemeente het eerst de dupe zijn. Ook de opmerking van de heer Stange,als zouden de kleine uitgaven in de begroting zijn te verwaarlozen,klopt nietaar gezien deze kleine uitgaven toch mede de oorzaak ziin van het begrotingstekort. voorzitter antwoordtdat de belastingverhoging geen beleid van burgemeester en wethouders is,doch dat dit in de eerste plaats bij de gemeenteraad behoort, v 4. gebeente echter een subjektieve verhoging uit het gemeentefonds,dan stelt de minister de eis,om de plaatse lijke belastingen op te trekken tot een bepaald niveau. Wanneer de gemeente allerlei voorzieningen gaat tref fen,dan moet daar geld voor zijn. De heer Ste.nge is het volkomen eens met het beleid van burgemeester en wethouders ter zake van de eventuele be lasting verhoging. De opmerking van Saarloos,als zou hij geen aandacht schenken aan de kleine posten op de begroting,is onjuist.In Z1^nt ch uitdrukkelijk gesteld,dat het gemakkelijk zou zijn om op de kleine posten aanmerkingen te maken,doch dat het hem vooral om de grote lijnen ging,die bur-r gomeester en wethouders aan de raad hadden voorgelegd. Voor wat betreft de afwezigheid van de door Saarloos gemaakte opmerkingen,deelt de heer Vlamings mede,dat deze wel bij de stukken aanwezig waren. vindt het van Saarloos niet juist,om de landspoli- tiek te gaan vergelijken met de gemeente-politiek. Trouwens, dit klopt ook niet. Aangaande de opmerking van Saarloosdeelt spreker mede, dat hij er niets meer van begrijpt. Vorig jaar was Saarloos gekant tegen de verhoging van de uitgayen van het burgerlijk armbestuur en thans heeft hij bezwaar tegen verlaging. Wanneer de heer de Visser goed geïnformeerd is,dan was het toch juist de vorige regering die de belastingen wil- ae verhogen. De huidige regering komt met belastingverlaging, getuige van het wetsontwerp tot verlaging van de inkomsten belasting en de loonbelasting. Het is dus precies anders dan Saarloos wil doen voor komen. -i 4?^"eïna word"t zonder hoofdelijke stemming en met alge mene (11) stemmen besloten tot: 1.Vaststelling van de begroting van het woningbedrijf 1961/1962 2?96"^eUring Van begroting van het burgerlijk armbestuur 3.Vaststelling van de begroting van de gemeente 1961.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1960 | | pagina 41