Notulen van de vergadering van de raad der gemeente Dinteloord en Prinsenland,gehouden op donderdag, 14 januari 1960,des avonds om 7.30 uur. OPENING DER VERGADERING NIEUWJAARS REDE Aanwezig de heren: A.StangeC.de Prei,Iz.A.Buscop,P. Boluijt,G.Bierkens,W.DeijkersJ.de Visser,P.J.Valken burg en P.Vlamings. AFWEZIG zonder kennisgeving de heer:T.Saarloos en met kennisgeving de heer H.Th.Huijsmans Voorzitter de heer Mr.H. Pop 1,De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van het formulier-gebed, 1a.Hierna spreekt de voorzitter de navolgende nieuw jaarsrede uit: "Mijne heren, Op deze eerste vergadering van uw raad in het "nieuwe jaar I960,nu de jaarwisseling nog zo kort "achter ons ligt,wil ik van deze gelegenheid ge- kruik maken, u allen nog wel een gezegend en geluk- "kig nieuwjaar te wensen. En ik wil hierin gaarne "ook uw gezinnen en familie-leden betrekken. Van deze gelegenheid wil ik tevens gebruik "maken,u,voor uw onderscheidene mondelinge en schrif telijke gelukwensen,die mij in deze dagen van u en "tallozen in deze gemeente bereikten,mede namens "mijn vrouw hartelijk dank te zeggen. Zij mogen er "zich van overtuigd houden,dat wij hen allen weder- "kerig het allerbeste toewensen. Bij de aanvang van een nieuw jaar is het ge bruikelijk, de vooruitzichten,die het inhoudt,wat "nader onder de loupe te nemen. Ea aangezien goed "besturen,vooruitzien is,kan het wellicht dienstig "zijn,hier een enkel woord aan de toekomst van deze "gemeente te wijden. In economisch opzicht moet zo'n beschouwing "van een gemeente als de onze ten nauwste samenhan gen met de beschouwingen omtrent de economische "situatie van ons land en van de gehele wereld,waar- "in wij leven. Op verdienstelijke wijze is dit ge- "schied door de voorzitter van de Kamer van Koophan- "del voor Westelijk Noord-Brabant in zijn onlangs "gehouden nieuwjaarsredewaarin hij zeide,dat wij "andermaal een periode van hoogkonjunktuur beleven. "Deze hoogkonjunktuur kan ondermeer worden afge- "leid uit de grot^éedrijvigheid,het gunstige dek kingspercentage van de invoer tegenover de uitvoer "en de zeer geringe werkloosheid. Moge dit laatste "in algemene zin zo zijn,opmerkelijk is dat -on- "danks het zgn.tekort aan arbeiders in ons district 'waarover vele bedrijven klachten hebben geuit,blijkt "dat de aantallen werklozen thans toch nog boven de 'aantallen van 1957 uitkomen. Als men dan weet - en "het is een notoir feit - dat duizenden uit ons ge bied pendelen,dan kan men toch geen andere conclu- "sie trekken,dan dat Westbrabant nog lang niet vol doende arbeidsplaatsen heeft aan te bieden. Want "al is het waar dat de excessieve voordelen,welke de "pendel biedt velen tot de pendel verleidt,de hoofd- "zaak van het zoeken van arbeid elders ligt in het "ontbreken van voldoende arbeidsmogelijkheden in 'eigen gebied.Wanneer Westbrabant enige decennïen "terug reeds tot industrialisatie had kunnen over gaan, dan had het thans een beter industrieel kli— "maat. Dan waren ook de arbeiders natuurlijkerwijs "meer aan eigen streek en werkgelegenheid gebonden. "Dan zou er nog wel pendel bestaan,maar naar mijn mening,in veel mindere mate, - 2 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1960 | | pagina 1