- 3 -
VASTSTELLING
BEGROTING
DER GEMEENTE
te'N DIE VAN
HET B.A. VOOR
1959
Bij de verdeling van woonruimte worden alle gevallen
en alle belangentegen elkaar afgewogen. De verdeling
van de woningen is één van de moeilijkste taken van
burgemeester en wethouders en uren worden daar aan be
steed
Indien, zoals thans, het pleit wordt gevoerd voor twee
willekeurige, individuele gevallen, is dit beslist
onjuist. Zo komt men nooit tot een objektieve verdeling
Het woningvraagstuk in de gemeente is nog zeer
urgent en de toewijzing van woningwetwoningen uiterst
minimaal, (in 1958 slechts 4 woningwetwoningen)En,
waar niet is, verliest zelfs de keizer zijn recht.
De heer Saarloos vindt de enige juiste metode,
waarvan bij de verdeling moet worden uitgegaan, de
slechte woningen.
De voorzitter zegt, dat dit slechts één aspekt
van de zaak weergeeft. Ook alle andere omstandigheden
moeten in het geding-worden gebracht.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming en met
algemene (11) stemmen, de begroting van het woningbe
drijf van het exploitatie jaar 1959/1960 vastgesteld.
8.Een voorstel van burgemeester en wethouders dd. 17
september 1958 tot;
a.vaststelling van de begroting der gemeente voor
1959
b.goedkeuring begroting van het burgerlijk armbe
stuur voor 1959.
c.beantwoording van de door Th. Saarloos dd. 23
oktober 1958 gemaakte opmerkingen op de beide be
grotingen.
Het tekort van de gemeentebegroting 1959 beloopt
een bedrag van ƒ.47.800,=.
De heer Saarloos vraagt voor het volgend jaar een
betere en meer gespecificeerde toelichting op de be
groting van het B.A.
De voorzitter zegt dit te zullen bezien.
De heer Stange spreekt daarna als volgt;
"Mijnheer de voorzitter"
"Als wij als raadsleden de begroting goed hebben be
studeerd, kunnen wij in onze algemene beschouwingen
"drukbaar zijn dat het er eindelijk van is gekomen om
"het grote rioleringswerk in onze gemeente te gaan uit-
"voeren.
"Het gymnastieklokaal met badhuis heeft reeds zijn be—
"slag gekregen en dan wordt daar wel eens leuk bij op
gemerkt en nu de centen nog".
"Hoe staat het nu met de financiële toestand van deze
"begroting, ondanks de kapitaalswerken die tot stand
"zijn gekomen en die welke nog in uitvoering zijn?
"Een tekort van ƒ.48.000,= over het begrotingsjaar
"1959. Is dit nu verontrustend voor onze gemeente.
"Zeer zeker hebben wij te streven naar een gezond
"financieel beleid voor onze gemeentelijke huishou-
"ding.
"Maar als wij zien dat ook de uitgaven voor de gemeente
"op velerlei gebied-weer zijn verzwaard, dan kan het
"ons niet verwonderen dat wij een tekort hebben op
"deze begroting, naai* daarom is de begroting nog niet
"ongezond te noemen.
"Immers onze reserve op de kapitaaldienst is helemaal
"nog niet^verontrustenddat de gemeente daar maar
"1/30 deel van mag uittrekken voor het tekort op de
"gewone dienst, wordt ons van boven af opgelegd.
"Dat de gemeente tracht dit tekort te dekken met een
verhoginguit het gemeentefonds aan te vragen tot een
"bedrag van 26.000,= vind ik juist, maar of wij dat
redden zullen, gezien het schrijven van de Minister
"daar ben ik nog niet erg gerust op.