- 3 - "dere belanghebbenden over het Deltaplan en de gevolgen "hiervan voor onze gemeente. "Ik vertrouw,dat deze aangelegenheid en de gevolgen "daarvan de volle aandacht hebbem van uw kollege.Verder "wens ik uw kollege en de leden van de raad voor de rest "van deze zittingsperiode Gods onmisbare zegen toe op "hun arbeid, die gedaan wordt in het belang van Dintel- "oord en zijn inwoners". Hierna spreekt het lid Stange als volgt: "Mijnheer de voorzitter, "Wij worden wederom als raad geroepen om aan de begroting, "die is opgesteld voor 1958, onze goedkeuring te verle- "nen. "In de eerste plaats een woord van hartelijke dank aan "allen die hieraan hebben medegewerktIk ben van mening, "dat de verschillende begrotingen, met hun Toelichtin- "gen, niets te wensen hebben overgelaten. Nogmaals een "woord van dank, voor deze duidelijke samenstelling. "Dit is dan weer de laatste begroting in onze zittings periode, waap&ij onze goed-of afkeuring aan hebben te "verlenen. "Immers, wanneer God ons het leven schenkt, zullen wij "in 1958 weer voor nieuwe raadsverkiezingen worden ge- "steld. Hierbij is de mogelijkheid niet uitgesloten, "dat andere personen zitting in de raad zullen nemen, "voor het behartigen van de gemeentebelangen. "Wanneer wij onze verschillende begrotingen hebben be- "studeerd, staan wij er helemaal niet van op te zien, "dat ook de begroting 1958 niet sluitend is, zonder dat "opnieuw een post van ongeveer ƒ.20.000,= uit de reser- "ve moest worden opgenomen. Immers bij een investering "van ongeveer 3i miljoen gulden kan dit niet anders,als "wij hierin niet voldoende worden gesteund. "De uitgaven moeten dan de inkomsten wel overtreffen. "Zeer zeker is uw kollege het met mij eens, dat de opte- "ring van de reserve die gevormd is kunnen worden,niet "gezond is. Maar verontrustend is het gelukkig niet. Ik "voor mij vind dat de begroting er nog gezond uitziet "en volgens uw toelichting op de vr .gen van de |ieer "Saarloos, staat de gemeente ep&et haar begroting voor 1958,ondanks de grote uitgaven die nodig zijn,nog gun- "stig voor. "Wij weten allen dat het riolerings vraagstuk zeer "zwaar drukt op de gemeentefinanciën en de volledige "afwerking van het gehele plan in de eerste jaren nog "niet is te overzien. Maar wij zijn er allen van door- drongen dat dit plan moet worden uitgevoerd. "En ik weet het mijnheer de voorzitter, wij zijn mis- "schien wat laat met deze werken; de tijd van schijn- "welvaart is voorbij en het geld begint krap te wórden. "Men heeft hiervoor een mooi woord gevonden n.l., "be- "stedingsbeperking" en wat is daar al niet over ge schreven en gepraat,maar het slot van dit alles is, "dat er een inzinking is te konstateren in geheel ons "bedrijfsleven. En hoe dat zich verder zal ontwikkelen, "zal men rustig moeten afwachten, maar gunstig staat het "er in_ieder geval niet voor. Gelukkig, mijnheer~de "voorzitter, dat er nog verschillende bedrijven zijn, "die mensen uit onze gemeente aantrekken, anders zou "er gesproken moeten worden over de werkloosheidwaar "ock onze gemeente dan in ernstige mate door zou>. worden "getroffen. "Moge onze gemeente en heel ons vaderland daarvöör wor sen gespaard. "Iedere begroting blijft maar een voorlopige raming van "inkomsten en uitgaven en dit vooral de laatste jaren; "maar nu alles er op wijst, dat d^échijnwelvaort voorbij "is en het geld zeer krap is geworden, is ep4lles voor "te zeggen dat een gezond financieel beleid wordt ge- "voerd. "En dan heb ik op één punt van deze begroting ernstige "bezwaren. - 4

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1957 | | pagina 32