De voorzitter zegt, dat, toen wed. Vogelaar wilde her bouwen, het wetsbesluit F 67 nog bestond. Met die weten schap is hij naar de eigenares van de door Wed. Vogelaar gepachte gronden gegaan. Zou verkoop door minnelijk over leg niet mogelijk zijn geweest, dan had onteigening kunnen volgen. Zij bleek echter bereid ten behoeve van haar eigen pachteres, de grond te verkopen. De eigenaren van de gron den van Korteweg en van t Hof waren echter daartoe niet bereid en P 67 bestaat niet meer, zodat onteigening niet kan plaats hebben. Het lid Stange zegt daarop, dat Korteweg en van 't Hof het geluk niet hadden, dat hun eigenaars toestemming tot ver koop gaven. Toch voldoen zij met hun bedrijf aan de eisen van het uitbreidingsplan. Er wordt daarin geëist 5 h.a. grond in eigendom of pacht. Zij hebben ieder afzonderlijk meer dan 5 h.a. De voorzitter meent zeker te weten, dat Korteweg slechts 3 h.a. land in pacht heeft. Het pachtkontrakt luidt 9 h.a., dat met 3 broers moet worden gedeeld. Het lid Vlamings wilde nog eens weten of het nu aldan niet de bedoeling geweest is het van Sulkers aangekochte perceel in zijn geheel aan Korteweg en van 't Hof uit te geven. De voorzitter antwoordt hierop, dat hierover nooit is gesproken. Er is alleen overleg gepleegd over de plaats waar gebouwd zou kunnen wordeaa. Het lid Vlamings stelt daarop voor, de vergadering enkele ogenblikken te schorsen voor nader beraad, doch zijn voor stel wordt niet voldoende ondersteund. De voorzitter zegt dan, dat aan dit punt toch niet veel te veranderen is. Er wordt de oorlogsslachtoffers geen onrecht aangedaan; ze krijgen waar ze recht op hebben. In het be toog van de raadsleden meent hij een zeker "medelijden" te konstateren, omdat een mogelijk voordeel voor de oorlogs slachtoffers hen hier ontgaat. Het lid Buscop verzoekt daarop ingelicht te worden over de konsekwentiesdie verbonden zijn aan het niet-aanvaarden van het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter antwoordt, dat bij niet-aanvaarding van het voorstel, de onteigeningsvergoeding in geld zal worden uitbetaald. De nood-gebouwen worden dan eigendom van de gemeente. De bewoners moeten dan gewoon huur aan de ge meente betalen. Ontruiming van de gebouwen kan misschien nog voor een bepaalde tijd worden uitgesteld, doch er zal altijd een onbevredigende situatie blijven bestaan. Burgemeester en wethouders kunnen met geen ander voorstel komen, omdat gedeputeerde staten ten eerste toezicht uitoefenen op de vermogensrechtelijke toestand van de gemeente. Uit dien hoofde zou een besluit om het gehele perceel toe te wijzen voor ƒ.0,53 per m2, zeker niet worden goedgekeurd. In de tweede plaats geldt hier de fatsoensnorm, dat een hoger publiekrechtelijk lichaam (de provincie) aan een lager publiekrechtelijk lichaam (de gemeente) heeft ver zocht het gehele perceel niet te verkopen, omdat zij dit zelf nodig heeft voor wegaanleg en in de derde plaats zou de toewijzing van het gehele perceel voor ƒ.0,53 per m2, indruisen tegen het algemeen belang, en zou het raads besluit dus door het Koninklijk vernietigingsrecht kunnen worden getroffen. Op voorstel van het lid Stange, ondersteund door de leden Buscop en de Prei wordt de vergadering daarop voor 10 mi nuten geschorst. Na heropening door de voorzitter, zegt het lid Stange, dat Korteweg wel voldoet aan de eisen, die het uitbreidings plan aan een agrarisch bedrijf stelt. Korteweg heeft n.l. alleen 7 h.a. bouwland in pacht. De voorzitter antwoordt, dat het pachtkontrakt, dat hij van de eigenaar ter inzage heeft gehad, slechts 9 h.a. vermeldde, te bewerken met 3 broers. ,T

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1956 | | pagina 7