Ook het lid de Visser kan zich vooralsnog niet met het
voorstel van burgemeester en wethouders verenigen. Hij
deelt volledig de zienswijze van Vlamings, en ondersteunt
het rekest van Korteweg en van 't Hof.
Het uitbreidingsplan eist nu éénmaal 1 h.a. grond voor de
bouw van een boerderij, en toen de grond van Sulkers werd
aangekocht ten behoeve van baide oorlogsslachtoffers, was
er van een provinciale weg nog geen sprake. Het verzoek
van de provincie om een groot gedeelte van het onderhavige
perceel, hetzij voor haar te reserveren, hetzij aan haar
te verkopen, kan dus naast ons worden neergelegd.
Ook het lid Peeters is het met baide vorige sprekers eens,
Een boerderij, zonder voldoende ruimte, is totaal waarde
loos. Ook komt men in konflikt met de verzekeringsmaat
schappij, wanneer de bijgebouwen, hooiopslagplaatsen enz.
te dicht bij de schuur komen te staan.
Hij zelf zou nog geen genoegen nemen met 1 h.a., laat
staan met een -g- h.a.
De voorzitter begint op te merken, dat de schuld, dat
niet eerder is gebouwd, beslist niet bij Eet gemeente
bestuur ligt, doch uitsluitend bij de belanghebbends/1
zelf. Hij wil van geen enkel verwijt aan het adres van
het gemeentebestuur in deze kwestie horen.
De gehele "wederopbouw" is een kwestie van het rijk.
De gronden van Korteweg en van 't Hof in de Oostachter
straat zijn onteigend en ingevolge de wet op de materiële
oorlogsschaden, kan niet meer worden toegewezen dan is
onteigend.
De gevallen Korteweg en van 't Hof staan niet alleen; er
zijn in deze gemeente ongeveer 80 oorlogsslachtoffers
en verschillende waren huiverig om te herbouwen. Voor alle
mensen wordt het beste gezocht, ook voor Korteweg en van
't Hof, en als de wederopbouw niet zo vlug loopt als men
wel wenste, ligt dit beslist niet aan de gemeente.
Bij raadsbesluit van 18 april 1955 is het perceel
bouwland ter grootte van ongeveer 1 h.a. van Sulkers te
Heenvliet aangekocht, doch zeker niet met het opgezette
doel, dit perceel in zijn geheel aan Korteweg en van 't Hof
toe te wijzen.
Toewijzing kan namelijk alleen voor het gedeelte,
dat is onteigend. Toewijzing van -g- h.a. als maar 1/5 h.a.
is onteigend, is ten enéhale uitgesloten.
Ook de eis van het uitbreidingsplan, dat bij elk
agrarisch bedrijf 1 h.a. grond aanwezig moet zijn, is op
deze gevallen niet van toepassing. Deze eis geldt alleen,
wanneer midden in de polder wordt gebouwd, doch het onder
havige perceel ligt betrekkelijk dicht bij de bebouwde kom.''
Hierbij komt nog, dat de vereiste van 1 h.a. grond is
neergeschreven voor die bedrijven, die voldoen aan de
eisen van een groot-landbouwbedrijf en daar kan hier niet
van worden gesproken.
Burgemeester en wethouders hebben alles gedaan wat in
hun vermogen lag, om Korteweg en van 't Hof te helpen.
Van het rijk is, na diverse besprekingen, de medewerking
verkregen, om niet van de onteigende 1000 m2, maar van
2000 m2, alle schadevergoedingen vergoed te krijgen.
De bedrijfjes van Korteweg en van 't Hof hebben op een
stuk grond ter oppervlakte van 1000 m2 gestaan, dus nu
kunnen ze zeker gebouwd worden op een oppervlakte van
2000 m2. Wil men een groter perceel grond, dan is dat
zeer goed te begrijpen, maar dan ligt dit buiten het
vlak van de oorlogsschade.
Nemen belanghebbenden geen genoegen met de voor
gestelde 2000 m2, dan zal uitbetaling in geld van de
onteigeningsvergoeding moeten volgen.
Het lid Peeters vraagt waar men blijft met de bepaling
van het uitbreidingsplan, dat 1 h.a. grond eist voor
agrarische bedrijven.
- Bij de -