Het lid Stange kan Vlamings niet "begrijpen, hoe men
"bouwgrond, die bouwrijp is gemaakt, kan vergelijken met
agrarische grond.
Hij vraagt Vlamings, of een kleine landbouwer op bouw
land van 13.000,= per H.A. rendabel zijn bedrijf kan uit
oefenen.
Ieder moet zijn gedachten vrij uit kunnen zeggen,
te meer daar deze zaak in het diepst inhoudt een "recht"
doen aan oorlogsslachtoffers. Er bestaat een wezenlijk
verband tussen het wederopbouwplan en het uitbreidingsplan.
Korteweg en van 't Hof zijn van hun oude plaats verbannen
en moeten dus buiten de bebouwde kom bouwen, waarvoor de
eis van 1 h.a. geldt.
Ook is hem opgevallen, dat bij de besprekingen met de
heren Spiegel en van Hasselt, de wethouders nooit aanwezig
zijn geweest.
Dit vindt hij beslist onjuist, omdat dan de wethouders
nooit in deze uitermate belangrijke zaak, ingewerkt worden
en een verdediging in de raad bij eventuele ontstentenis
van de burgemeester, op niets zou uitlopen.
De wethouder Valkenburg zegt, dat het inderdaad juist
is, dat de wethouders de gehouden besprekingen niet hebben
meegemaakt
In de eerstvolgende vergadering van burgemeester en wet
houders zijn zij echter door de voorzitter volledig op de
hoogte gesteld.
Hoe deze zaak ook zij, de wethouder heeft de raadsleden,
die nu zo fel tegen het voorstel van burgemeester en wet
houders ageren, in petit-komité gewaarschuwd voor de gevol
gen, die de aanvaarding van het verzoek van Korteweg en
van 't Hof met zich medebrengt.
De voorzitter zet vervolgens uiteen, dat het heel
gebruikelijk is, dat de wethouders, die ieder hun eigen
werk hebben, niet aanwezig zijn bij elke bespreking, waar
de voorzitter aanwezig is. Steeds worden ze echter volledig
over de gehele zaak ingelicht.
Hij dringt er nogmaals met klem op aan, het voorstel
van burgemeester en wethouders te accepteren, zulks in het
belang van de beide oorlogsslachtoffers.
Hij stelt voor het voorstel van burgemeester en wet
houders in stemming te brengen.
De leden Huijsmans (wethouder) en Peeters dringen er op
aan het voorstel van burgemeester en wethouders te aanvaar
den. Het achterliggende perceel kunnen ze van de gemeente
pachten tegen een normale pachtprijs. Mocht de provincie
de grond nodig hebben voor de wegaanleg, dan zijn er heus
nog wel andere mogelijkheden.
Het lid Stange kan zich/ïiêt het voorstel van burgemeester
en wethouders verenigen en amendeert het voorstel van burge
meester en wethouders in dier voege, dat aan W. Korteweg
en Wed. J. van 't Hof ieder de helft, zijnde ongeveer
5000 m2, van het kadastrale perceel, sektie F No.2345,
ingevolge de wet op de materiële oorlogsschaden zal worden
toegewezen voor ƒ.0,53 per m2.
Hij verzoekt burgemeester en wethouders dit amendement
over te willen nemen.
Indien gedeputeerde staten dit niet goedkeuren, dan
blijft op de gemeente toch nog de plicht rusten, om andere
grond toe te wijzen.
De voorzitter zegt, dat dit amendement niet in het
belang is van de oorlogsslachtoffers en waarschuwt de raad
voor de konsekwenties bij de aanvaarding ervan.
Hij beklemtoont nogmaals, dat de oorlogsslachtoffers
geen_recht hebben op toewijzing van grond, maar alleen
op uitbetaling van de onteigeningsvergoeding in geld.
Hierna wordt gestemd over de vraag of het amendement
van Stange in stemming kan worden gebracht.
De uitslag was 6 stemmen vóór en 5 stemmen tegen het
in stemming brengen van het amendement.