- 4 -
VOORLOPIGE 10c,
VASTSTELLING
REKENING
WONINGBEDRIJF
DIENST 1954/55.
VERZOEK VAN 11.
DE STICHTING
"DINTELOORD,
350 JAAR",
OM DE BEZIT
TINGEN DER
STICHTING OVER
TE NEMEN VOOR
2.500,=.
Een voorstel van burgemeester en wethouders d,dv
1 september 1955 tot vaststelling van de rekening van
het woningbedrijf over 1954/55.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene 8
stemmen wordt deze rekening voorlopig vastgesteld.
De wethouder P.J. Valkenburg onthield zich van stem
ming ingevolge art. 265 der gemeentewet.
Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
13 december 1955 om van de stichting "Dinteloord",
350 jaar" ter dekking van haar tekort van ƒ.2.500,=
op de exploitatie van de feestelijkheden, gehouden
ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan der gemeente,
de bezittingen der stichting over te nemen voor een
bedrag van ƒ.1.000,= en een aanvullend subsidie te
verlenen van ƒ.1.500,=.
Het is de heer Stange opgevallen, dat wel wat erg ruw
met de geldmiddelen van de stichting, die voornamelijk
bestonden uit subsidies uit de gemeentekas, is omge
sprongen.
Reeds in het aanvangstadium heeft hij ervoor gewaar
schuwd, dat het feest te groot werd opgezet. Zijn waar
schuwingen zijn echter door de stichting in de wind
geslagen en men is doorgegaan met de uitgaven op te
schroeven.
De wielerronde, het openluchtspel en de muzadagen waren
geprojecteerd als hoogtedagen van het feest, die in het
middelpunt van de belangstelling zouden komen staan en
veel winst zouden opleveren. Ook deze dagen hebben ech
ter een aanzienlijk tekort opgeleverd. Hij kan zich
onmogelijk verenigen met de wijze, waarop met de gelden
van de gemeenschap is omgegaan.
Bij de rekening, betreffende de wielerronde is zelfs
een post van ƒ.3.000,=, waarvoor geen rekeningen en
kwitanties zijn overgelegd. De accountant van het
verificatiebureau heeft deze uitgaven niet kunnen con
troleren en ook de raad staat hier voor een voldongen
feit. De gelden, die voor het feest door de raad zijn
gevoteerd, kunnen door hem niet ten volle op hun be
stemming worden gecontroleerd.
Mede ook om deze reden, kan de heer Stange geen vrij
moedigheid vinden om zijn stem aan het voorstel van
burgemeester en wethouders te geven, tot dekking van het
exploitatie-tekort der stichting.
De heer de Visser vindt de woorden van de heer Stange
buitengewoon beledigend voor de leden van het stichtings
bestuur, die belangeloos tijd, moeite en geld hebben
gegeven. Door de heer Stange is zoveel gezegd als dat
het stichtingsbestuur met de gelden heeft geknoeid, dat
het de zaak heeft geflesd.
Niets is echter minder waar. Wanneer de heer Stange de
stukken goed had nagekeken, dan zou hij ontdekt hebben,
dat van de leden van het stichtingsbestuur zelf, geen
enkele declaratie wegens onkosten bij de rekeningen was,
alhoewel diverse leden honderden guldens uit eigen zak
hebben betaald, om dan nog maar niet te spreken van de
tijd die in de voorbereiding tot het feest en het feest
zelf is gestoken.
Dat van het wielercomité een post van 3.000,=
niet is gedekt door kwitanties, is begrijpelijk, daar
de gelden uitgegeven zijn aan amateurs, die volgens de
voorschriften van de N.W.U. niet voor geld mogen rijden,
doch dit in de practijk toch doen, en derhalve geen
kwitantie tekenen.
De heer Vlamings begint op te merken, dat reeds bij de
opzet van de feesten geplanned was, dat het openlucht
spel een tekort zou aangeven. Dit was ook niet zo erg,
omdat het feit, dat over 50 jaar nog over dit open
luchtspel gesproken zou worden, ook wel wat waard is.
En dit lag bij het stichtingsbestuur meer gewicht in de
schaal, dan een sluitende- of voordelige exploitatie.