- 3 - "Uitbreiding van het gemeente-personeel met een goede "timmerman-vakman voor herstellingen en onderhoud van de "gemeente-woningen. "Mijnheer de voorzitter moet ik nog verder gaan? "Ook de begroting van het burgerlijk armbestuur vraagt "steeds meer uitgaven; dat kan ook niet anders. Alles "wordt steeds maar duurder, zodat de ondersteuning moet "vermeerderen en vooral op deze begroting kunnen en mogen "wij niet beknibbelen, maar hen, die in behoeftige om- standigheden verkeren, tegemoet treden om hun nood mede "te dragen. Gelukkig, mijnheer de voorzitter gaat het "met de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf in "de goede richting. De financiële afwikkeling met het "rijk heeft reeds plaats gehad, en ondanks deze regeling "is deze begroting voor de gemeente gezond. Was ook hier- "mede het woningvraagstuk voor onze gemeente maar opge- "lost! Maar zo ver zijn ook wij nog niet. Mijnheer de "voorzitter als ik vragen mag, hoeveel woningzoekenden "staan in deze gemeente op de lijst De laatste jaren "is er niet veel verruiming in dit probleem gekomen. "En dan de krotwoningen in onze gemeente, die nog steeds "bewoond moeten worden. Dit vraagstuk is ook voor onze "gemeente zeer urgent, en zal ook de eerste jaren onze "volle aandacht moeten hebben. Gelukkig dat er nog enige "inwoners in onze gemeente zijn die zelfstandig, zowel "met rijks-,als gemeentelijke toelage een woning bouwen, "wat ook inderdaad weer enige verruiming met zich brengt. "Hebben al de aanvragers, die in de eerste instantie "niet hebben kunnen bouwen wegens te weinig bouwvolume, "die aanvraag ingetrokken? "Als dit niet het geval zou zijn, is er dan voor deze "mensen een redelijke kans om in 1956 op diezelfde voor gaarden alsnog te bouwen? "Is er al iets bekend mijnheer de voorzitter, wat er met "die half-afgebroken woningen in de Oostvoorstraat nu "eigenlijk eens gaat gebeuren. "Als wij al deze vraagstukken gaan bezien, dan wacht ons "ook als leden van de raad weer een belangrijke taak in "1956. "Eén onzer raadsleden is plotseling uit ons midden weg gegaan; dat spijt mij, mijnheer de voorzitter en wel "vooral om de reden, ik zal deze niet noemen, omdat "het in een besloten zitting is voorgevallen, maar ik "wil mijn collega Boluijt nog hartelijk danken voor zijn "werk in deze verricht, en voor de prettige wijze, waar- "op wij al die tijd met hem mochten samenwerken, om de "belangen van onze gemeente zo goed mogelijk te behar- "tigen. En tenslotte, mijnheer de voorzitter, moge het "ons allen gegeven zijn om de begroting die nu voor ons "ligt in goede harmonie voor en met elkander, dienende "het gemeentebelang, in 1956 te verwezelijken. Geve God "ons de gezondheid en de kracht, om ook dit belangrijk "werk te toetsen aan zijn ordinantiën." Hierna verkrijgt de heer Ylamings het woord. Door gebrek aan tijd is het hem niet mogelijk gev/eest een breedvoe rige beschouwing te wijden aan de gemeente-begroting 1956. Voor het eerst is in 1956 de begroting niet slui tend en moet een hogere uitkering uit het gemeentefonds worden gevraagd. Een tweetal projecten, die uitgevoerd zullen worden, zijn als oorzaak hiervoor aan te wijzen, n.l. de aanleg van sportterreinen en de aanleg van een riolering. Een 25 jaar terug zou het aanbieden van een gemeente begroting, die niet sluitend is en waarop toch kapitaals- werken voorkwamen als aanleg sportvelden, badhuis enz., veel kritiek hebben uitgelokt.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1955 | | pagina 46