n - 14 - TOESPRAAK Tenslotte spreekt de heer Hallema. Spreker acht het een A. HALLEMA. buitengewoon genoegen bij deze gelegenheid aanwezig te mogen zijn. Altijd treft hem hier de sfeer van harte lijkheid, gemoedelijkheid en samenleving. Deze sfeer hing hier ook reeds een jaar geleden, toen hij in dit vertrek de bronnen onderzocht, waaruit hij zijn gegevens putte voor de samenstelling van de geschiedenis der gemeente Dinteloord en Prinsenland. Vooral de jongste bediende is hem bij het opsporen naar de voor hem belangrijke gegevens, van dienst geweest. De moeilijk heid echter, waarmee men te kampen had voor het zoeken naar bronnen, was, dat de kern van het gemeentearchief verdwenen was. Vooral de resolutieboeken waren voor de samenstelling van de geschiedenis van belang. Tengevolge hiervan moesten elders gegevens opgevraagd worden. Niet alleen Den Bosch verstrekte belangrijke gegevens, doch ook Den Haag, daar Dinteloord en Prinsenland een heer lijkheid was van de Oranjes. De opdracht, die hij van burgemeester en wethouders kreeg, was echter van dien aard, dat hij het er niet bij liet zitten. Niet alleen in Den Bosch en Den Haag om inlichtingen gevraagd, doch ook in Gent en Brussel, daar Brabant in de geschiedenis veel connecties had met België. Ondanks de vele bronnen, waaruit hij de gegevens kon putten, moest hij toch nog veel in het duister laten. Burgemeester en wethouders hebben heel wat moed gehad om een dergelijk werk te laten uitvoeren, gezien het feit, zoals hiervoor reeds aangehaald, dat de kern van het gemeente-archief verloren was gegaan. Ondanks dat, heeft echter dit boek, volgens spreker's mening, zijn histori sche verantwoording voor dit feest. De lof, die hem is toegezwaaid, rust ook op degenen, die het initiatief tot dit werk genomen hebben. Hij spreekt de wens uit, dat dit boek de nodige belang stelling zal mogen hebben. Spreker heeft reeds veel geschiedenis geschreven, b.v. over de ontwikkeling van het protestantisme, doch deze boeken missen helaas de nodige belangstelling. Spreker brengt dank aan het college van burgemeester en wethouders, die het initiatief tot dit werk genomen hebben en ook aan het college van Gedeputeerde Staten voor hun medewerking, in het bij zonder aan de Heer van der Poel. Spreker zegt, dat hem teveel lof is toegezwaaid, aange zien het slechts mensenwerk is, en mensenwerk draagt steeds de kenmerken van onvolledigheid. Zijn werk is slechts geweest het leveren van een kleine bijdrage voor dit jubileum van deze gemeente. Ook namens zijn echtgenote nog de hartelijke wensen voor het welslagen van dit feest, en het is hem een groot genoegen dat hij een kleine bijdrage, in de vorm van dit boekje, heeft mogen leveren. Vooral de laatste jaren is er in Dinteloord en Prinsen land veel gebeurd, en deze gebeurtenissen acht spreker wel zo belangrijk, dat ook deze, evenals de gebeurte nissen, die thans tot het verleden behoren, aan de latere geslachten moeten worden overgeleverd. Hierna dankt de voorzitter de sprekers voor de goede woorden en vele wensen voor deze gemeente en hij spreekt de hoop uit dat deze wensen in de toekomst ook in ver vulling mogen gaan. Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de voorzitter" V de vergadering. De Wethouder, De Voorzi

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1955 | | pagina 35