- 7 - Het is danook geen wonder, dat toen de rechtmatige "eigenaar van dit gebied, Philips Willem, oudste zoon van "Willem van Oranje en onder meer heer van Steenbergen, na "zijn gedwongen verblijf van bijna dertig jaar in Spanje, "in de Nederlanden terugkeerde, zijn oog viel op dit ge- "bied, tussen de twee reeds gewonnen poldergebieden gele- "gen, en als het ware aangewezen, om nu aan de beurt te "komen om ingedijkt te worden. Na vele voorbereidingen, o.a. hierin bestaande, dat "Philips Willem, hoewel hiertoe niet verplicht, toch maar "veiligheidshalve octrooibrieven aanvroeg aan de lands- overheid en wel aan de Aartshertogen Albertus en Isabella, "die in de Zuidelijke Nederlanden de Spaanse Koning ver tegenwoordigde en tegelijk aan de Staten Generaal, die "eveneens aanspraken op dit gebied deden gelden, en na, "voor de nodige geldmiddelen gezorgd te hebben, wat ge- "schiedde door de nog in te polderen gronden bijvoorbaat "alvast te gaan verkopen, kon dan eindelijk het werk be ginnen. Dit eerste inpolderingswerk betrof de polder, die al "spoedig en ook nu nog de Oud Prinslandse Polder genoemd "werd. Deze is de grootste en zoals gezegd ook de oudste "van de 13 polders, die thans het grondgebied van deze ge- te ent e vormen. Met de werkzaamheden van deze oudste inpoldering werd, "naar alle waarschijnlijkheid, een daadwerkelijk begin "gemaakt op 23 Maart 1605, zoals ook in de verkoopcondi- "tiën was beloofd. De indijking zelve is daarna regelmatig "en vrij vlot verlopen, al zijn er wel enige incidenten "te vermelden; "Allereerst zij hier vermeld, dat er tegen de plannen zelf "ook bezwaren werden gemaakt, o.m. van Zeeuwse kant, maar "ook vrij positief door Emmery de Lyere, de voortvarende "gouverneur van de vestingen Willemstad en Klundert. "Deze autoriteit had n.l. voorgesteld een kanaal te gra ten dwars door het gebied van schorren en gorzen, dat nu "zou worden bedijkt, dus een verbinding tussen de Roosen- "daalse Vliet en de Dintel (thans Mark of Dintel) om alzo "een kortere verbinding te krijgen tussen Antwerpen en "Dordrecht. Dit kanaal, schreef hij, zou zowel Zijne Ex cellentie (dat is de Prins) als de inwoners "groot en "aanzienlijk maken." Wij zien dus, dat er niets nieuws "onder de zon is, want ook heden ten dagen zijn er mensen, "die van een dergelijk kanaal verwachten, dat het hun stad "of dorp "groot en aanzienlijk" zal maken. Men trok zich echter van dit verleidelijk vooruit- zicht niet veel aan, of men geloofde er niet in. In elk "geval, de inpoldering ging gewoon door. En zo komt het, "dat wij heden een jubileum vieren van oen dorp, dat heel "wat minder groot en heel wat minder aanzienlijk is be gonnen en gebleven in de aanvang, dan de Lyere het zich "gedacht had. En ik hoop, dat de voorstanders van een "modern Antwerpen-Rijnkanaal het de stichters van Dintel- "oord en Prinsenland niet euvel zullen duiden, dat zij "gewoon doorgingen met hun werkzaamheden van bedijking "en inpoldering. En een tweede incident tijdens de bedijkings- en "inpolderingswerkzaamheden vormt de gevankelijke weg- "voering in Mei 1605 van enige rijswerkers, die aan de "dijk werkten, en schippers, die materiaal aanvoerden, "door een patrouille Spaanse soldaten. De arrestanten "werden heel naar s-Hertogenbosch gebracht en daar elf "weken opgesloten. Toen bleek, hoe goed het was van Prins Philip Willem "om, met het oog op de onzekere tijden, naar twee kanten "octrooibrieven aan te vragen. Hij en de arrestanten kon- "den zich nu beroepen op de van Spaanse zijde verkregen "octrooibrief en daaraan verbonden sauvegarde, waaruit "bleek, dat deze mensen in de rechtmatige uitoefening "hunner bediening alhier hun arbeid verrichtten en onder de Hoge bescherming van de Aartshertogen Albertus en Isabella stonden.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1955 | | pagina 28