"daarmee in de weekenden naar Uw ouders in Meeuwen te "rijden. Ik mocht toen het genoegen smaken, zo nu en dan "wel eens een tochtje met U mee te maken. "Veel ambtenaren hebben wij samen zien komen en gaan. De "eerste was Joh. van de Merbel, toen kwam Leen Vogelaar, "die reeds jaren is overleden als ontvanger van Dubbeldam, "Marijn Vogelaar, kortelings overleden als Burgemeester "van Kruiningen. Cor Bom, enige jaren overleden als Se cretaris van de Oud Prinslandse Polder. Vervolgens kwamen "Jo Breure thans in Den Haag, Dirk Vogelaar, thans te "Breda, Koos Stolk in Waardenburg en Jan Schijven thans "te Dussen. Aart Vogelaar en Henri Linders waren enige "jaren hier als volontair, en Mej. Lia Linders vertrok "onlangs naar Bloemendaal, "Tharts komende tot het afscheid dat aanstaande is, moet "ik zeggen, dat ik dit met enige weemoed tegemoet zie. "Wanneer men 36 jaren met en naast elkaar heeft gewerkt, "valt dat heus niet mee. Ik heb U Secretaris in de loop "der jaren leren kennen als een eerlijk, en tegoedertrouw "chef, die als het er op aan kwam ook autoriteit kon doen "gelden. Mede door Uw werkwijze en grote plichtsbetrach ting werkte het gemeentelijk apparaat gestadig perfect. "Ik dank U secretaris oprecht voor de opleiding die ik "van U heb genoten en voor al hetgeen U voor mij in de "loop der jaren heb gedaan. "Ik dank ook Mevrouw Sprong voor de vriendelijkheid be toond tegenover ons gezin, "Mede namens mijn vrouw (ze is hier ook tegenwoordig) "wens ik U toe Secretaris dat gij vele jaren in goede go- zondheid moogt genieten van Uw pensioen en ik hpop dat "Uw gehele gezin daarvan getuige moge zijn. Hierna dankte de heer Sprong in de volgende bewoordingen: "Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren, "Toen ik op 1 October 1917 hier in deze raadszaal mijn "functie aanvaardde, kon ik niet vermoeden, dat ik op 30 "December 1953 hier zou staan om afscheid te nemen van do "betrekking die ik dus meer dan 36 jaar onafgebroken heb "vervuld. Ik heb steeds getracht naar vermogen en kunnen "deze functie zo goed mogelijk te vervullen en ik ben mij "dan ook welbewust dat ik hier en daar tekort bon gescho- "ten. Ik heb hier tal van raadsleden zien komen en gaan "en het verheugd mij dat nog vier raadsleden die in 1917 "aan mijn benoeming hebben medegewerkt voor deze samen- "komst zijn uitgenodigd en wel de heren, Bom, Breure, van "der Biet en Sneep, In de notulen van de Raad van 1 Octo- "ber 1917 stond vermeld dat de heer Sneep tot mij heeft "gezegd dat het niet van de raad zou afhangen om de nodi— "ge medewerking te verlenen, maar dat ik dat zelf in de "hand had, en die woorden zijn uitgekomen. Zowel met het "College van Burgemeester en Wethouders, als met de Raad "heb ik al die jaren op de meest prettige wijze samenge- "werkt. Toen ik. in 1917 begon nam ik me vast voor mij "nimmer te mengen in de bestuursbevoegdheden, heb ik "steeds voor ogen gehad dat mijn taak van administratieve "aard was, zodat conflicten niet zijn voortgekomen. En nu "vandaag neem ik afscheid van do betrekking, die ik in "dit Raadhuis zo lang heb mogen vervullen. Dankbaar ben "ik dat ik zovele jaren werkzaam heb mogen zijn in deze "gemeente, in een functie die mij lief was. - 10 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1953 | | pagina 48