"verandering in de administratie mee, die nu eenmaaüyéen
"noodzakelijk gevolg is geweest van oorlog, verwoesting
"en wederopbouw en opleving.
"In deze tijd valt ook mijn komst als burgemeester van
"deze gemeente.
"Gij hebt mij, het college van Burgemeester en Wethou
ders, en de raad terzijde gestaan op een wijze, waar-
"voor ik niets dan lof heb.
"Ik ben mij bewust dat het wisselen van een Burgemees te i;
"met zijn dikwijls nieuwe, althans andere werkwijzevoor
"U, als oudere ambtenaar misschien wel eens moeilijk is
"geweest, het lijkt wel of de administratie van rijk,
"provincie en gemeente elk jaar ingewikkelder wordt.
"Als oorzaak geeft men wel eens aan de toenemende bevol
kingsdichtheid in ons toch zo kleine land, wat tal van
"vraagstukken doet ontstaan, die voorheen ton ene male
"onbekend waren. Voeg daarbij de toename van handel, nij
verheid en verkeer, ten dele een gevolg van de toene
mende bevolkingsdichtheid in ons land en daarbuiten en
"gij hebt een aantal oorzaken voor het steeds gecompli-
"ceerder worden van onze hedendagse maatschappij. Om
"hierin mee te kunnen en niet ten achter te blijven, is
"het noodzakelijk, dat ook de overheidsadministratie
"zich steeds vernieuwt en verjongt en zich aan de gewij-
"zigde omstandigheden aanpast, gebruikmakende van moder-
"ne hulpmiddelen en methodes,
"En dit is het nu, waarvoor ik U, Mijnheer Sprong mijn
"bijzondere waardering moet betuigen. Hoewel reeds jaren
"in de administratie werkzaam, en gewend aan eigen ver
trouwde methodes, gang van zaken of systeem, in de prak
tijk vaak beproefd en deugdelijk gebleken, hebt U toch
"niet geaarzeld, toen U zag, dat het nuttig en nodig wa^
"deze overboord te gooien en te vervangen door nieuwe en
"moderne.(Denk aan het registratuurstelsel).
"hiemand beter dan ik zelf heeft kunnen bevroeden, wat
"een dergelijk besluit voor U betekende, omdat ik zelf
"van zo nabij deze gang van zaken op verschillende se-
"cretariën heb meegemaakt. Daarvoor dus mijn hulde, mijn.
"heer Sprong.
"Een dan nog een geheel ander ding. Het zijn van secre
taris van een bestuurscollege eist wel een bijzondere
"tact. Als deskundige op hot gebied van het bestuurs
teelt, volkomen op de hoogte van de zaken en derzelver
"voorgeschiedenis, met belangstelling voor de belangen
"van de gemeente en haar inwoners neemt men een vertrou
wenspositie in, die enig in zijn soort is. Men is ver
antwoordelijk voor de administratieve voorbereiding en
"voor de administratieve uitvoering van elk besluit als
"zodanig. Is het wonder dat menige secretaris zich niet
"in kan houden en bij al dat "domme gezwets" van de he
ten ook zijn stem laat horen en met zijn autoriteit
"van deskundige op zo menig stuk zich in de discussie
"mengt.
"JNiet alzo de heer Sprong. Van zich zelf reeds de be
scheidenheid in persoon, was het zijn vaste gewoonte,
"nooit of te nimmer, het woord te nemen of zelfs maar
"zijn stem te laten horen, dan daartoe door de voorzit
ter uitgenodigd. JUimmer trachtte hij een besluit in de-
Se of gene zin te beïnvloeden. Ook voor deze uitermate
"sympathieke houding(de enige juiste overigens)zeg ik U
"hier nog eens van ganser harte dank.
"Mijnheer Sprong, ik weet dat U aanvankelijk niet wilde
"jubileren, ja, dat zo'n feestelijke bijeenkomst, spe-
- 3 -
