VASTSTELLING BEGROTING DER GEMEENTE 1954. l6„Hierna komt aan de orde de behandeling van de gemeente begroting 1954* De heer JoPeeters vraagt inlichtingen over de post van 1 .800,= voor boombeplanting, en de vernieuwing van de vloeddeur van de sluis. De Voorzitter zegt, dat de aanplant van bomen geschiedt op advies van het Staats bosbeheer. Er wordt getracht in de kosten enige bijdra- te verkrijgen. Ten aanzien van de verbetering ge van de sluis, merkt de Voorzitter op, dat de gemeente als ei genaresse van de Kreek tot onderhoud verplicht is en dat de zaak nu eens grondig aangepakt moet worden. De heer Peeters wilde verder de onderhoudskosten van de R.K.Begraafplaats voor rekening van de gemeente zien gebracht. Was er geen R.K.Be graaf plaats, dan zouden al le mensen op de alg. begraafplaats begraven moeten worden, waarop de voorzitter antwoordt, dat dit in stu die zal worden genomen. Hierna houden de heren de Visser, de Prei en Buscop al gemene beschouwingen. De heer de Visser spreekt als volgt: Mijnheer de Vonrzitter, Indien wij zoals gebruikelijk bij de indiening van de begroting voor onze gemeente het gebeuren in het gepas seerde jaar nog eens de revue laten passeren dan over heerst in dat jaar 1953 een onontkoombaar feit. 1953 zal in ons geheugen en in de geschiedenis geboekstaaft blijven als het rampjaar. De 1 Bsbruari-ramp waarbij ook Dinteloord zeer nauw was betrokken. Als wij nu op het moment, dat het water de erfvijand van ons dierbare Vaderland overal weer is overwonnen en achter de zeeweringen is terug gedrongen, een recapitulatie maken van de slag die onze eigen ge meente is toegebracht dan is deze in gunstige zin0 Wij kunnen dankbaar zijn, gezien de omvang der ramp,dat Dinteloord er zo genadig is afgekomen. Zeer zeker heb ben wij slagen moeten incasseren en dan denk ik op de eerste plaats aan de 7 onelukkigen, die met hun leven voor Dinteloord de tol aan het water hebben betaald. Zij rusten in vrede De materieels schade aan onze vruchtbare polders toege bracht is zeer zeker groot, maar als wij ons indenken wat had kunnen gebeuren en wat op vele plaatsen dan ook is gebeurd in die angstige Februarinacht dan kunnen wij ons gelukkig prijzen. Wij waren zo bevoorrecht dat wij niet tot de slachtoffers behoefden te worden gerekend maar zelf de helpende hand konden reiken en ik meen te mogen zeggen dat Dinteloord daarin zijn plicht heeft ge daan. Vele Dinteloorders hebben zich op direct ingezet bij het reddingswerk, de Flakkee werd voor een groot gedeelte op seerde wijze via onze gemeente verwerkt, cuees vonden in Dinteloord vrijwillig een gastvrij on derkomen. Spontaan werd door rijk en arm gul geofferd voor het rampenfonds etc.etc. Terugkomende op hetgeen ons het afgelopen jaar op zuiver gemeentelijk gebied te zien geeft, dan blijkt dat onze financiën nog steeds in evenwicht zijn, dit is natuur lijk een lofwaardig iets0 Anderzijds is de Ramp voor Dinteloords herstel en vooruitgang natuurlijk een lelij ke streep door de rekening geworden. Het rioleringsplan en de electrificatie der onrendabele gebieden, die wel licht reeds tot stand gekomen waren zijn nu uitgesteld en dit is een vertraging die speciaal wat de riolering - betreft - diverse plaatsen evacuatie van prima georgani- Honderden eva-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1953 | | pagina 32