ook onder de ogen is gezien.
DE VOORZITTER zegt dat de aannemers alle kans gehad hebben,
en de Eirma van Hoogvliet bouwt volledig volgens bestek en
voorwaarden waaruit niets is geschrapt,
DE "HEER DE VISSER vraagt verder of de oppervlakte van het
pand waarop de woning in de Oostachterstraat 'wordt gebouwd
dezelfde is als die waarop het oude pand staat, i.v. m, zijn uitweg
DE VOORZITTER zegt dat de uitweg vermoedelijk bij het perceel
van 1.Vroon heeft behoord. Door onteigening komen de erf
dienstbaarheden te vervallen, zo mogelijk kan het geprojec
teerde schuurtje iets opzij worden gebouwd .Er komt dan een
gemeenschappelijke gang.
DE HEER BUSCOP wilde weten wat met de opstallen die op het
perceel staan, wordt gedaan, en wanneer de woningen klaa r
moeten zijn.
DE VOORZITTER antwoordt dat deze worden afgebroken, De kosten
van de afbraak zullen ongeveer opwegen tegen de waarde van
het afkomend materiaal.Volgens het bestek is een termijn
van 160 werkdagen gesteld, waarna de woningen moeten zijn
voltooid
DE HEER HUIJSMAES heeft van de wethouder gehoord dat, wanneer
er nog 20 woningen worden gebouwd de verschillende huizen
over enige jaren leeg zullen staan.
DE VOORZITTER is van mening dat dit nog wel enige jaren zal
duren omdat er nog verschillende krotwoningen voor afbraak
zijn bes temd.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders met
algemene 7 stemmen en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Tevens wordt besloten een bijdrage in de exploitatiekosten aan
te vragen;
HERZISlTUïG- 7 «Een voorstel van Burgemeester en Wethouders dd 21 Juli 1950
UITBREIDHTG-S-tot vasts telling van de herziening van het uitbreidingsplan
PLAIT. der gemeente en tot vaststelling van de bebouwingsvoorschrif
ten bij het plan van uitbreiding behorende.
De VOORZITTER merkt op dat er een uitbreidingsplan is om
voor verschillende jaren vooruit te kunnen met bouwen; daar
bij wordt rekening gehouden met terreinen voor industriali
satie, voof woningen zowel voor middenstanders als voor
landarbeiders, voor scholen enz.
Tegen dit fclan zijn bezwaren ingebracht door de heer H.Smits
Deze persoön, alsdus spreker, ziet de zaak iets verkeerd.
De gemeente kan immers geen afstand doen bij contract van
een publiekrechterlijke bevoegdheid. Het bezwaarschrift is
om advies gezonden aan de Provinciale Planologische Dienst
en deze heeft geen bezwaar om in de geprojecteerde woningen
winkeltjes of kleine bedrijven toe te laten.
De Voorzitter zegt dat ook het College van Burgemeester en Wet
houders hiertegen geen bezwaar heeft.
Spreker brengt verder naar voren, dat, wanneer er geen uit
breidingsplan is, ieder kan bouwen zoals hij wilt. Is een
maal zulk een plan vastgesteld dan kunnen daarin particulie
re vrijheden worden beknot en dient ieder zich te gedragen
volgens de vastgestelde regelen.Ook het bouwen van woningen
is aan regelen verbonden. In dit bes temmingsplan kan allo_
worden opgenomen. Er mag dus alleen gebouwd worden volgens
het vastgestelde plan.Bovendien moeten de woningen voldoen
aan de regelen van de volkshuisvesting. Spreker merkt op dat
de heer Smits dus niet meer wordt getroffen dan anderen,
De heerHJSCQB constateert uit een en ander dat een notaris-
acte geen waarde meer zou hebben.
DE VOORZITTER ontkent dit, dóch brengt naar voren dat dit
een burgeriechterlijk contract is terwijl bij het uitbrei
dingsplan we aangeland zijn op publiekrechterlijk erf,