NOTULEN van het verhandelde in de Buitengewone
Openbare vergadering van de Raad der gemeente
Binteloord, gehouden op Maandag, 6 September 194Q,
des middags 12 uur.
Opening der
vergadering.
acclamatie
Wningin
Juliana
Tegenwoordig de heren? J.Bierkens, M.A.de Ridder, P.van Eat,
J.de Visser, A.Stange, I.A.Buscop, W.Boluijt, J.Peeters,
P.J.Valk£burg en A.W.Baten.
Afwezig met kennisgeving de heer de Prei.
Voorzitter de heer Mr. H.Pop, Burgemeester.
Secretaris de heer J.P.Sprong.
1 De Voorzitter opent de vergadering met het uitpreken van het
formulier-gebed
2. De Voorzitter spreekt daarna als volgt:
Mijne heren Raadsleden,
Geachte aanwezigen.
In dit uur wordt in de hoofdstad des Rijks een nieuwe Koningin
ingehuldigd, die Zaterdag j.l. de regering aanvaardde met het
volgende:
PROCLAMATIE:
WIJ JULI AHA, BIJ DE GRATIE GODS KONING IN DER NEDERLANDEN,
PRIÏÏSES VA IT ORANJE-NASSAU, enz., enz., enz.
Aan land- en rijksgenoten,
ïTu ik heden het koningschap heb aanvaard wil ik enige woorden
tot U richten.
Allereerst een woord van grote dankbaarheid. Van mijn vroegste
jeugd af hebt gij mij omgeven met Uw genegenheid. Uit alle dolen var
het Rijk, uit alle kringen der maatschappij, van oud en jong, ont
ving ik steeds ontroerende blijken van gehechtheid.
ÏTu ik gereed sta mijn nieuwe taak te aanvaarden, gevoel ik sterk hoe
grote steun die genegenheid voor mij is.
TTa een regering van vijftig jaren, legt mijn Moeder haar taak
neer. Haar regeringsperiode, eerst staande in het teken van vreed
zame vooruitgang op bijna ieder gebied, omvatte twee wereldoorlogen
met een zware, economische crisis daartussen. Op een leeftijd, dat
de meeste mensen aan rust gaan denken, is Koningin Wilhelmina de
bezielende leidster geweest in de strijd tegen meedogenloze vijan
den, die met grote overmacht ons land en Indonesië hadden overwel
digd
Overeenkomstig haar eigen wens gaat zij thans als prinses Wil-
helmina der Nederlanden in ons midden haar welverdiende rust genie
ten. Wij kunnen haar nooit genoeg danken voor wat zij deed.
Landgenoten,
Hoewol de tijd, waarin ik de regering aanvaard, vol is van
moeilijkheden en dreigende verwikkelingen, is er toch roden tot
vreugdoomdat ons land, ondanks verwoesting en verarming, inner
lijk sterk genoeg bleek om zich met behulp van onze bondgenoten*
spoedig te herstellen.
- Deze -