V.
en Molendijk) bij de Provincie in onderhoud zijn.
De heer de Prei zou bij de aanbesteding van den herbouw van
het Raadhuis uitsluiten, hen, die van den bezettingstijd ge
profiteerd hebben.
De Voorzitter wijst er op dat deze zaken niet zoo eenvoudig
zijn. Voor de zuivering der aannemers zijn bepaalde distan
tie' s aangewezen. In het algemeen is spreker het met de op
merking van den heer de Prei eens.
De heer de Prei wijst verder op de naleving der winkelsluiting
De Voorzitter is van meening dat de winkelsluiting goed na
geleefd! wordt, zoo noodig moet de politie daar naar kijken.
De heer Stange vraagt of Burgemeester en Wethouders al gevor
derd zijn met een andere vuilnisbelt.
De Voorzitter zegt dat steeds pogingen zijn gedaan om voortaan
de vuilnis te storten in de Barend". Hiermede zijn evenwel
twee instantie's gemoeid n.l. de oud-Prinslandsche Polder en
het Kroondomein. Het onderhoud m^et den Rentmeester van het
Kroondomein heeft nog niet plaats gehad.
De heer Stange feeeft het gemeentebestuur in overweging om te
laten zorgen dat verder geen rotte uien meer gedeponeerd wor
den op de belt.
De Voorzitter zal eens de bestaande voorschriften nazien.
De heer Bolluijt vraagt of het niet mogelijk is dat bij de
steenen noodwoningen grind gebracht wordt.
De Voorzitter zegt dat de noodwoningen stiefmoederlijk be
deeld zijn met een uitwegpad.
Burgemeester en wethouders overwegen thans daar tegels te
leggen.
De heer Stange informeert naar de verlichting bij die wonin
gen.
De Voorzitter merkt op dat ijzeren palen ongelooflijk duur
zijn. Getracht zal worden houten palen te verkrijgen.
De heer Buscop vraagt of de leidingen niet aan het dak beves
tigd kunnen worden.
De Voorzitter veinoed, dat hiertegen bezwaren zullen bestaan,
te meer, daar de hoodwoningeh laag zijn.
mand meer het woord verlangende, s.
de Voorzitter de vergadering.
De Secretaris, De Voorzitter
Niets meer te behandelen zijnde en nie
mand meer het woord verlangende, sluit
de Voorzitter de vergadering.