De heer VAN DER KALLEN: U heeft gezegd dat het een jeugdzonde
was
De heer AERTSSEN: Alles overziende vindt mijn fractie dat er
onduidelijkheid is over de eventuele invoering van wijziging
in de verkeerscirculatie en dat er ook geen duidelijkheid is
over het tijdstip waarop de Grote Markt autovrij wordt. Vol
gens het Beleidsplan Binnenstad is dat in ieder geval niet
binnen een periode van 2 jaar.
Wij willen hier graag duidelijkheid over. We hebben een amen
dement opgesteld dat wij in stemming willen brengen teneinde
het besluit nr. 7 te wijzigen en aan te passen. Het amendement
luidt als volgt:
Het woord "voorlopig" te vervangen door "maximaal twee iaar"en
verder aan het besluit toe te voegen;
"In samenhang met deze maatregelen de Grote Markt binnen nu en
twee jaar parkeervrij te maken, onafhankelijk van de fasering
en realisering van nieuwe parkeeraccommodaties."
Uitwerkingbesluit nr. 8 gaat over de parkeervoorzieningen. In
principe kunnen wij hiermee instemmen. Bij agendapunt 15
hebben we reeds aangegeven dat er, wat betreft de Partij van
de Arbeid, thans voldoende parkeerplaatsen zijn. Medewerking
aan de eventuele bouw van een parkeeraccommodatie zullen wij
dan ook toetsen aan die uitgangspunten die straks genoemd
zijn, nieuw voor oud, directe ligging aan de ring en stede-
bouwkundige inpassing. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat het
huidige aantal parkeerplaatsen op het St. Josephplein voldoen
de is. Nieuwe ontwikkelingen, bijv. in de sfeer van een volu
mineuze detailhandel, rechtvaardigen wellicht in de toekomst
een uitbreiding van de capaciteit in dit gebied.
De VOORZITTER: Ik heb een amendement ontvangen. Het is al
voorgelezen dus dat zal ik niet nog eens doen. Het is onderte
kend door de heren Aertssen, van den Kieboom, Boogaart en
Woltjer. Het is in voldoende mate ondertekend en maakt daarmee
deel uit van deze discussie.
De heer PLASMANS: We hebben tot nu toe al vaak en veel gespro
ken over de binnenstad en ik wil mijn bijdrage dan ook beper
ken tot een korte beschouwing.
In 1994 hebben we als raad besloten om de actualisering van
het Beleidsplan Binnenstad van 1987 in tijd naar voren te
halen. Dat hebben we destijds niet zomaar gedaan, nee, daar
was een duidelijke aanleiding toe. We hebben met zijn allen
geconstateerd dat de schwung die aanvankelijk uitging van het
Beleidsplan Binnenstad 1987 was uitgewerkt. Voorts werden we
heel duidelijke geconfronteerd met een toenemende concurrentie
van andere binnensteden. Dat vraagt om actie. Daarnaast staat
de tijd natuurlijk ook niet stil. Allerlei maatschappelijke en
sociale en economische veranderingen stellen nieuwe eisen aan
de binnenstad. Voorts was er in toenemende mate sprake van het
verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad, ook dat begon
nen we steeds belangrijker te vinden, zaken als leefbaarheid,
veiligheid openbare ruimte. Kortom, dit alles sterkte de WD-
fractie in haar opvatting dat de binnenstad het visitekaartje
32
moet zijn van onze stad. Een binnenstad waar het aantrekkelijk
is om te wonen, werken en recreëren. Hier ligt voor ons als
gemeentebestuur een belangrijke uitdaging. Als we terugkijken
naar de jaren '80 dan kunnen we vaststellen dat het beleid
toen erop gericht was om structuur te brengen in de binnen
stad. Het ging met name over sociale en ruimtelijke vraagstuk
ken. Daarnaast was het beleid vooral gericht op het behoud van
ons cultuurhistorisch erfgoed. In het huidige Beleidsplan
Binnenstad zien we aan de ene kant dat er nog steeds aandacht
is voor de vorm van de binnenstad. Er ligt nog steeds een
belangrijke taak voor ons als gemeente als het gaat om be
schermen, onderhouden en beheren van het cultuurhistorisch
erfgoed. Aan de andere kant, hier ligt naar de mening van de
WD juist de meerwaarde van het huidige Beleidsplan Binnen
stad, wordt expliciet aandacht besteed aan de dynamische
functie die de binnenstad heeft en kan hebben in de stad en de
regio. Met name het actief gebruiken van de historische kwali
teiten en wel op zodanige wijze dat de binnenstad, ik gebruik
weer het woord, het visitekaartje wordt van Bergen op Zoom.
Daar gaat het in hoofdlijnen om. Vrij vertaald kunnen we
zeggen dat we met dit Beleidsplan Binnenstad nu moeten gaan
oogsten wat we in de jaren '80 gezaaid hebben. De WD-fractie
vindt dat het oogsten moet gebeuren door heldere randvoorwaar
den te stellen, waarlangs de binnenstad zich in de toekomst
kan ontwikkelen. Aan deze randvoorwaarden dienen beleidsuit
gangspunten ten grondslag te liggen. De beleidsuitgangspunten
zoals die zijn verwoord in het voorliggende Beleidsplan Bin
nenstad kunnen wij als WD-fractie volledig onderschrijven en
wel om twee redenen. In de eerste plaats is het beleid gericht
op het verbeteren van de attractiviteit van de binnenstad. Dit
door juist de aanwezige functies in de binnenstad elkaar
onderling te laten versterken. Duidelijk is een taak weggelegd
voor horeca, detailhandel en toerisme. Het getuigt ook van
evenwichtigheid in deze notitie, dat hierbij ook de bereik
baarheid en het ruimtelijk ordenen van andere functies niet
uit het oog wordt verloren. Wij hebben als WD-fractie altijd
gezegd dat er een evenwicht moet zijn tussen wonen, werken en
recreëren. Deze integrale benadering die nu in het Beleidsplan
Binnenstad wordt voorgesteld, past precies binnen onze visie.
De tweede reden waarom wij als WD—fractie dit beleid onder
schrijven is heel eenvoudig, maar vaak zit in de eenvoud de
kracht. Er ligt hier een visie en een beleid en dat is helder.
Tevens wordt er ingespeeld op de wensen en behoeften van de
binnenstad. De WD-fractie vindt dit belangrijk en wel om de
volgende reden. Juist hierdoor kun je zekerheid en vertrouwen
scheppen voor de toekomst. Het betekent concreet dat eenieder
weet waar hij aan toe is. Tevens draagt dit in belangrijke
mate bij aan een investeringsrijp klimaat. Dat hebben we nu
juist nodig om de gewenste doelen te realiseren, namelijk het
versterken van de centrumfunctie van onze stad en het verbre
den van de daarvoor noodzakelijke economische basis.
Concluderend, voorzitter, kan de WD-fractie instemmen met het
Beleidsplan Binnenstad. Wij zijn accoord met het aangepaste
raadsbesluit en wij wensen het college, alsmede de ambtenaren,
succes met het uitwerken van de plannen.
Ik heb in de eerste termijn begrepen dat de Partij van de
33