dat niet het enige sturende zal zijn. Er moet natuurlijk veel meer gebeuren om sturend parkeerbeleid te voeren. Ik denk dat het college dat ook doet en zeker ook voornemens is dat te doen, gezien het agendapunt 19 op de agenda van vanavond, waar we nog eens uitvoerig proberen een goed verkeers- en vervoer plan op te gaan voeren. Daaruit zal blijken hoe serieus het college het meent om een sturend parkeerbeleid te gaan voeren. Groen Links blijft bij haar oude standpunt en is nog steeds van mening dat bij het station een betere locatie zou zijn. Wij hebben daar in de commissie reeds van gedachten over gewisseld en hebben gezegd dat meerdere locaties tegen elkaar zijn afgewogen. Het PastJoorenplein is, zeker gezien ook hetgeen in het beleidsplan Binnenstad is verwoord, naar onze mening de beste locatie. De heer Muller heeft het nog een keer over kwaliteit en kwan titeit. Het is een kwantiatief verhaal geweest in 1991 en wij kunnen nu met het realiseren van de parkeergarage er niet alleen voor zorgen dat de kwantiteit verbeterd, maar ook dat de auto in een kwalitatief goede parkeergarage kan worden geparkeerd. De heer LINSSEN: Ik wou toch nog van deze gelegenheid gebruik maken om te zeggen dat ik het erg jammer vind, dat zeg ik met name richting de heer Van der Kallen, dit was de eerste keer dat de heer Van der Kallen en ik het oneens waren en dat dateert al uit 1990,dat wij gedeeld gingen stemmen over dit onderwerp. Ik heb toen de heer Van der Kallen proberen te overtuigen van het feit dat er slechts één stad op deze we reldbol was waar eerst een parkeergarage werd gebouwd en toen de stad en dat was de hoofdstad van Brazilië. Daar is eerst een parkeergarage gebouwd en toen de stad eromheen. Ik pro beerde de heer Van der Kallen toen al duidelijk te maken dat we hier met een historische stad zitten waar dat niet kan en waar je een parkeergarage realiseert in de stad zal het altijd pijn geven aan de bewoners. Dat is nu juist een groot pro bleem. Ik heb hem toen ook proberen te overtuigen van het feit, wat hij nu nog steeds doet, dat als hij maar blijft rondrijden in de binnenstad om een parkeerplaats te vinden dit extra milieuvervuiling geeft, hij maakt namelijk steeds drie rondjes voordat hij een parkeerplaats gevonden heeft. Al die dingen kunnen straks veel makkelijker, er wordt duidelijk aangegeven als de parkeergarage vol is enz. Het is jammer, maar ik heb hem in 1990 niet kunnen overtuigen en in 1996 lukt het ook niet. Ik denk dat het nooit zal lukken. De heer AERTSSEN: Toch nog een reactie in de richting van de heer Van der Kallen. Een aantal jaren geleden heb ik gezegd wat de heer Van der Kallen nu ook weer zegt, dat wij sterk voorstander zijn van het terugbrengen van de mobiliteit. Dat moet ook doorgaan. Ik denk dat dat niet eenvoudig is. Het heeft enig succes, er komen meer fietsers naar de binnenstad blijkt uit onderzoek, maar het gaat allemaal niet hard genoeg. De vraag is ook, ik heb toch een beetje de hoop opgegeven dat het echt gaat lukken, of het nog veel zal veranderen. Wij hebben wel gezegd als Partij van de Arbeid, college hier ligt de grens. Het aantal parkeerplaatsen is wat ons betreft be- 24 paald en als u er dan het Past, Joorenplein aan toevoegt dan moeten ze elders in de stad verdwijnen. Dat zullen we volgen en daar zullen we ook de verdere voortgang aan toetsen. Ik stel de heer Van der Kallen dan voor dat het bevestigen van het beeld dat hij oproept van het Joorenplein wat daar zou gebeuren en wat geen gezonde situatie is, nu in feite gebeurt in de binnenstad. Als we dat dan kwijt zijn hebben we toch winst geboekt. Daar kiest de Partij van de Arbeid voor. De heer WOLTJER: Ik vind het jammer dat ik in eerste termijn geen antwoord heb gekregen op mijn idee om de commissieverga dering aan te passen wat betreft het huishoudelijke reglement. Verder wordt steeds gesproken over een individueel belang van een aantal mensen die bezwaren hebben ingediend. Gezien de waslijst van bezwaren en het aantal mensen dat bezwaren heeft ingediend, lijkt het mij of het algemeen belang van de bewo ners niet serieus wordt genomen. De heer VAN DER KALLEN: De heer Aertssen sprak over vergifti gen. Een mens kan door iedere stof vergiftigd worden, zelfs door water, alleen noemen we het dan verdrinken. Dat geldt ook voor de stoffen die de auto uitscheidt, zoals bijv. benzeen, een bekend carcinogene stof. Duidelijk is dat de concentraties die in een parkeergarage daarvan worden bereikt dermate hoog zijn dat de kankerverwekkendheid vrijwel vaststaat. In de buitenlucht komt die stof ook vrij, maar blijven de concentra ties van aanzienlijk lager niveau. Dan naar de heer Linssen. De heer Linssen heeft terecht een historisch overzicht gegeven en vond dat hij nog even moest terugkomen op de commissievergadering waarin ik bekende dat als ik gebruikmaak - dat komt echt weieens voor - van de auto en op zoek ben naar een parkeerplek of een vergunningplek het wel even duurt. Ik ben een heel chauffeur, zeker als het over parkeren gaat heb ik wel twee plekken nodig om de auto kwijt te raken. Dat betekent dat ik inderdaad weieens het lusje MinrebroerstraatEngelsestraat, Nieuwstraat opnieuw moet doen. Het is meestal wel zo dat ik dan bij mijn huis ben gestopt, mijn vrouw heb ingeladen want die mag dan de auto parkeren. Ik kan dat zelf niet omdat er meestal wel één plekje is, maar dat is te klein voor mij. De heer LINSSEN: Laadt u uw vrouw in of stapt ze zelf in. De heer VAN DER KALLEN: Mijn vrouw stapt echt wel zelf in, omdat ze ook graag de auto zodanig geparkeerd ziet dat hij geen schade oploopt. De heer VAN ES: Neem eens een kleinere auto. De heer VAN DER KALLEN: Ik heb een heel klein autootje, daar ligt het niet aan. Ik ben gewoon beperkt in mijn mogelijkhe den. De heer MULLER: Als ik dit zo hoor kan je beter je rijbewijs inleveren 25

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 95