1 inzake vervangende huisvesting per 1 april 1996. n. Ontwerp-resumé vergadering algemeen bestuur Werkvoorzie ningsschap d.d. 18 februari 1995. De heer WOLTJER: Er ligt een verzoek van de raad van Wymbrit- seradiel om een ondersteuning wat betreft de lastendruk mini ma. Mijn fractie vindt dat dit stuk alleen maar voor kennisge ving aannemen tekort doet aan het verzoek van deze raad. Ons voorstel is ook om dit niet alleen ter kennisgeving aan te nemen, maar om dit verzoek te ondersteunen. De heer STUART, wethouder: Ik denk dat we dan de afspraken die we met elkaar gemaakt hebben onder de loupe moeten nemen. We hebben hier met elkaar afgesproken dat we dit soort verzoeken van pakweg 600 gemeenten voor kennisgeving aannemen. Dan kun je wel bezig blijven is daarbij de stelling. De heer WOLTJER: Ik vind dit toch wel een zwak antwoord, want wanneer je kijkt naar de inhoud van de stukken die je als college voorgelegd krijgt, en je zegt daarvan we nemen alles ter kennisgeving aan en daarmee doe je alles af, dat vind ik toch wel heel zwak. De VOORZITTER: Wij hebben kennelijk geen behoefte om hier verder op in te gaan. Mocht u een andere wens hebben, dan kunt u daar een uitspraak van de raad over vragen. Ik neem niet aan, gezien de reactie van de anderen, dat daar aanleiding toe is De heer VAN DER KALLEN: De heer Woltjer zou ook de suggestie kunnen doen het voor een commissievergadering te agenderen. Dat zou op zich een redelijk alternatief zijn. Als het op de agenda heeft gestaan zoals mijn buurman zegt, dan denk ik dat het ophoudt. De VOORZITTER: Dan kunt u op dat moment zeggen dat u daar niet mee instemt en dat u het de volgende keer inhoudelijk wilt laten bespreken. Mocht u in een commissievergadering er moeite mee hebben dat het alleen ter kennisname is geagendeerd, stel dan voor om het voor een volgende keer inhoudelijk te agende ren. Dan kan iedereen zich ook daarop prepareren. Dat is dan een ordevoorstel en daar blijkt dan wel of de rest van de commissie daarmee instemt. m. De heer VAN DEN KIEBOOM: In de commissie hebben we uitgebreid gesproken over de huisvesting van het Maatschappelijk Werk. Om een stukje in de geschiedenis terug te gaan, het is ons meer dan 10 jaar bekend dat het Maatschappelijk Werk op dit moment is gehuisvest voor een bedrag dat ik zou willen betitelen als voor een dubbeltje op de eerste rang. 1 april dit jaar, dat is heel kort dag, loopt het huurcontract met het ABG af. 40 In het verleden heeft de raad, ik zou bijna zeggen raadsbreed, de doelstellingen van het algemeen maatschappelijk werk als basisvoorziening breed ondersteund en onderschreven. In de Algemene Beschouwingen van vorig jaar is dat nog eens door een aantal fracties herhaald. Met name door het CDA is zelfs gezegd dat ze geen behoefte heeft aan alleen maar een spreek- uurpost in Bergen op Zoom. In ben me ervan bewust en ik heb in de commissie gezegd dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen, dat we ook gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een adequate huisves ting van deze voorziening. In de afgelopen commissievergade ring heb ik begrepen dat nogmaalsdoor de raad een voorstel om zo snel mogelijk aan het Algemeen Maatschappelijk Werk te laten weten dat ze over een afzienbare tijd over adequate huisvesting kunnen beschikken werd onderschreven. De betrokken wethouder heeft toen gezegd, ik ben het volledig met u eens en ik vind ook dat ze op korte termijn over een adequate huisves ting moeten kunnen beschikken, maar mijn collega wethouders en de burgemeester houden dat tegen. Mijn eerste vraag is, kunt u daar eens wat duidelijkheid over geven. Praat nu de wethouder namens het college, of geeft hij alleen zijn privémening. Voorlopig neem ik dan maar aan dat het hele college ook vindt dat maatschappelijk werk over een adequate huisvesting moet kunnen beschikken. Als raad hebben we erop aangedrongen dat het Bureau Sociale Raadslieden zou samengaan met het Algemeen Maatschappelijk Werk. We mogen toch veronderstellen dat voor een effectieve bedrijfsvoering het gezamenlijk gehuisvest zijn dan een mini- hale voorwaarde is. In de huidige situatie met de huisvesting in het ABG kan dat absoluut niet. Ik wijs u erop dat zolang het BSR nog in het pand aan de Meidoornlaan is gehuisvest, dit 2elfs ook extra huisvestingslasten met zich meebrengt. Vervolgens lezen wij afgelopen maandag of dinsdag, op zich niet zo belangrijk in de krant. De VOORZITTER: U las dat zaterdag in de krant. De heer VAN DEN KIEBOOM: Zaterdag, dat u in gesprek bent met het VGZ om eventueel daar een ruimte te huren. Toen dacht ik, hoe zit het nu eigenlijk, want de wethouder had het maatschap pelijk werk beloofd om zo snel mogelijk als het college een besluit zou nemen daarvan bericht te doen. Het besluit van het college was om er alles aan te doen dat het Maatschappelijk Werk op 1 januari 1997 weet waar het aan toe is. Vervolgens horen wij dat de betrokken wethouder vandaag een afspraak haakt met de voorzitter en de directie van het Algemeen Maat schappelijk Werk, dit vervolgens afzegt en daarvoor een nieuwe datum vaststelt. Waar het om gaat is dat we nu wel kunnen aankoersen op een cptie dat het huurcontract met een half jaar wordt verlengd, ik wijs u erop dat dat betekent voor het ABG dat daar ook financiële consequenties aan verbonden zijn, dus een aanpas sing in financiële zin, gevoegd bij het feit dat we voor de Meidoornlaan ook extra kosten moeten maken en gevoegd bij de uitspraak van de betrokken wethouder en vervolgens het stand- Punt van het college, heeft de Partij van de Arbeid er behoef- 41

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 75