De heer VAN DER KALLEN: Dat snap ik, maar je mag ook simpel zeggen, ik ben voor of ik ben tegen. Dat is wel zo doelmatig denk ik. De VOORZITTER: Hij stemt ermee in. De heer VAN DER KALLEN: Gezien het late tijdstip en gezien mijn houding omtrent dat soort late tijdstippen, was ik dus niet meer aanwezig. Ik vind dat de heer Woltjer gelijk heeft door erop te wijzen dat dit niet de goede gang van zaken is. Ik vind echt dat we ook bij commissies om half elf moeten stoppen en gewoon op dat moment een nieuwe datum in de agenda moeten noteren, want dan kom je tot gewogen oordelen. Ik hoor, zoals de heer Woltjer de commissievergadering beschrijft, dat er toch nog een aantal zeer verlichte geesten bezig waren, waaronder van het CDA, die natuurlijk dagelijks onder het goddelijk licht staan om tot dit soort wijsheden te komen. De heer VERMEULEN: Waar dat al niet toe kan leiden. De heer VAN DER KALLEN: Dat leidt ertoe dat zelfs Groen Links met een afwijzing tevreden is. Dan kan ik wel zeggen, ik ben met die afwijzing niet tevreden, dat ben ik ook eigenlijk niet want ik heb toch het idee van beter 1 vogel in de hand dan 10 in de lucht, maar ik heb die commissievergadering niet bijge woond en kan dus niet precies wegen wat de portefeuillehouder heeft toegezegd. Ik ga dan maar af op het wijze oordeel van mijn collega van Groen Links en zal ik ook maar tevreden zijn. De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Voor de heer Van der Kallen gaat het licht vanavond wel erg snel uit. De heer VERMEULEN: Na wat Groen Links heeft opgemerkt, hoef ik eigenlijk niet zoveel meer toe te voegen. Er is een uitstekend stuk geproduceerd. Wij hebben tijdens de commissievergadering al ingestemd met het voorstel, want onze insteek was, zoals Groen Links heeft opgemerkt, het maatwerk van de Algemene Bijstandswet en de Gemeentelijke Kredietbank met een signale ring daarbij. Daar heb ik verder niets meer aan toe te voegen. Mochten huurdersorganisaties of corporaties zelf nog een huur dersfonds willen inrichten, dan zou dat natuurlijk een prima zaak zijn. Gezien onze optiek, denk ik dat de gemeente bij zoiets er buiten zou moeten staan. De heer A.J. VAN ES: Ook ik was nog vrij laat aanwezig op die bewuste avond. Ik heb het stuk toen ook aangehouden, omdat ik onder de indruk was van nu ook weer mijn voorganger de heer Vermeulen. Ik onderschrijf dat betoog volledig. Als uw stuk wat u hier vanavond aan ons presenteert de intentie heeft om uit te voeren wat de heer Vermeulen net verwoord heeft, dan kunnen wij volledig accoord gaan met dit voorstel. De heer PLASMANS: Drie korte opmerkingen wat ons betreft naar aanleiding van dit voorstel. In de eerste plaats heeft de huurder een eigen verantwoorde lijkheid waar het gaat om zijn uitgavenpatroon. 36 In de tweede plaats, als het gaat om huurbeleid en individuele huursubsidie, ligt er duidelijk een relatie met het inkomens beleid. Ik heb bij een ander agendapunt alduidelijk gemaakt dat het inkomensbeleid een zaak is van de rijksoverheid. Ten derde hebben we een aantal voorliggende voorzieningen, de Algemene bijstandwet, de bijzondere bijstand, de gemeentelijke kredietbank en ook nog een bufferfonds, dus wat dat betreft is een huurdersfonds overbodig. Een onderzoek daarna is niet nodig. Dat betekent dat wij dit voorstel ondersteunen. De heer VAN DEN KIEBOOM: Ten aanzien van de fracties die nog aanwezig waren in de commissie toen deze zaak behandeld werd het volgende. Mijn fractiegenoot, de heer Aertssen, had goede redenen om eerder weg te gaan. Vervolgens hadden wij verwacht dat we dan in de commissie Sociale Zaken die zaak hadden kunnen bespreken, zoals in het raadsvoorstel staat. Het heeft daar niet op de agenda gestaan. We hadden dan in de commissie behandeling onze mening nog kunnen geven, maar we hebben dat niet kunnen doen. Desalniettemin kan ik heel kort zijn. Wij hebben destijds het initiatief van Groen Links willen ondersteunen, omdat erachter de vraag zat, zijn er instrumenten noodzakelijk om te voorko men dat mensen door schuldopstapeling ernstig in de problemen komen. Ik vind uw beantwoording buitengewoon helder en duide lijk. Er zijn op dit moment voldoende instrumenten om die problematiek te lijf te gaan, ook al zou je je af kunnen vragen of met name vanuit de woningcorporaties niet eerder een signaal naar bijvoorbeeld de Sociale Dienst zou kunnen gaan om aan te geven dat er probleemsituaties dreigen te ontstaan. Dit gevoegd bij de landelijke discussie die op dit moment plaats vindt in de Kamer, denk ik dat wij met uw antwoord volledig accoord kunnen gaan. Wij steunen uw voorstel. De heer JANSSEN, wethouder: De discussie in de Kamer is uiter aard een heel interessante discussie als het gaat over indivi duele huursubsidie en alles wat daarmee te maken heeft. Dit 2al uiteraard zijn invloed doen gelden op de problematiek waar wij nu over spreken. Wij hoeven niet lang op dit onderwerp in te gaan. Het CDA heeft een vraag aan het college gesteld en dit is ondersteund door een heleboel andere fracties. De vraag was heel concreet; kunt u niet aan de corporaties vragen of zij met betrekking tot de schuldsanering zo willen reageren dat er een direct contact kan ontstaan met Sociale Zaken en Maatschappelijke Zorg, zodat op die manier een snelle koppe ling kan plaatsvinden. Uit overleg dat ik regelmatig heb met de corporaties, weet ik dat de corporaties op dit moment zeer kien zijn op het niet laten oplopen van huurschulden. Dit onderwerp heeft de laatste stuurgroepvergadering ook weer op de rol gestaan. Ik zal bij de eerstvolgende stuurgroepvergadering dit weer eens een keer aan de orde stellen en met hen trachten een afspraak te maken, zoals nu door het CDA, gesteund door anderen, naar voren is gebracht. Ik ben ervan overtuigd dat de corporaties, zeker gezien hun verantwoordelijkheid voor hun huurders, zullen zeggen; wij gaan dat pad samen afleggen. 37

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 73