leidsplan Binnenstad dat volgende maand aan de orde komt. Het
is dan ook vrij logisch dat op het moment dat we daarover gaan
praten, wij de discussie op dat moment weer volledig openstel
len om te zien hoe wij op de langere termijn daar tot een
afwikkeling komen waar een groot deel van de raad, of de
meerderheid van de raad zich in kan vinden.
Met betrekking tot de bus maakt de P.v.d.A. ook nog een opmer
king. Daar hebben we in de commissie uitvoerig over gesproken.
Ik heb u toegezegd dat de BBA in een van de volgende commis
sievergaderingen aanwezig zal zijn om in ieder geval de pro
blematiek eens duidelijk te maken en te laten zien hoe inge
wikkeld een en ander is. Dat is natuurlijk ook een discussie
die we later nog met elkaar zullen gaan voeren.
De geluiden binnen het college, over het zogenaamd autovrij
zijn of willen maken van de Grote Markt, zoals Groen Links
zei, heb ik in ieder geval niet vernomen in de zin zoals u ze
verwoordt of misschien via wishful thinking hier naar voren
brengt. Uiteraard komt die discussie aan de orde en ook daar
zullen we in het Beleidsplan Binnenstad over gaan praten.
Dat wij de fietsers niet zijn vergeten_ bleek, ik ben toch zo
eigenwijs om dat nog even te zeggen, uit ons eerste voorstel.
U kunt zich voorstellen dat die fietser, met dit gewijzigde
voorstel, echt niet aan onze aandacht is^ ontsnapt. Uiteraard
zullen wij zorgen dat de gevolgen van dit voorstel dusdanig
zullen worden ingekapseld dat de fietser daar zo weinig moge
lijk last van heeft. Daarvoor zullen u te zijner tijd de
nodige voorstellen bereiken.
De heer VAN LINDEN: Ik had nog niet gemeld dat onze fractie
met het voorstel accoord kan gaan.
De heer LINSSEN: Het was wel een zware bevalling.
De VOORZITTER: Niemand meer in tweede termijn. Er is al aange
geven dat de toelichting op dit stuk, conform het gesprek dat
hier heeft plaatsgevonden, aangepast zal worden. Daar is geen
amendement voor nodig, want het besluit is correct geformu
leerd.
Ik concludeer dan dat u allen met dit voorstel kunt instemmen,
met uitzondering van de WD.
17Vaststellen van de 3e herzieningvanhetbestemmingsplan
"Westelijk Stadsdeel"
Nr. SOB/17
De heer A.J. VAN ES: Bij de commissiebehandeling ben ik nog
even ingegaan op een bepaald onderdeel van dit voorstel. Ik
weet nooit of we nu over een voorstel praten van het Westelijk
Stadsdeel of van het Havenkwartier. Ik dacht namelijk dat deze
naam niet meer van toepassing was. Het zal er wel mee te maken
hebben dat het Havenkwartier een gedeelte is van het Westelijk
Stadsdeel. Ik snap die naamgeving nooit helemaal. Misschien
dat u mij dat nog eens uit kunt leggen.
Om even heel duidelijk te zijn over het onderdeel waar wij in
de commissie nog over hebben gesproken, daar hebben wij in de
fractie nog over beraadslaagd. Wij kunnen nu met het volledige
30
voorstel, zoals het hier voor ons ligt, instemmen.
De heer JANSSEN, wethouder: Over de naamgeving nog even. Het
is een bestemmingsplanaanduiding. Misschien dat wij in de
volksmond op het ogenblik iets anders moeten zeggen, maarin
het bestemmingsplan spreken wij nog steeds over het Westelijk
Stadsdeel, zoals het hier staat.
De VOORZITTER: Ik concludeer dan dat u allen met dit voorstel
kunt instemmen
Ongewijzigd vaststellen van de 4e herzieningvanhetbestem
mingsplan "Nieuw Boravliet"
Nr. SOB/18
Zonder beraadslagingen wordt dit voorstel aangenomen.
Herstructurering plangebied "Oraniebuurt"
Nr. SOB/19
De heer VAN DER KALLEN: Ik vraag, om redenen die ik bekend
acht, aantekening tegen dit voorstel.
De heer J. VAN ES: Ik zou dezelfde woorden kunnen gebruiken,
maar ik wil toch nog even iets meer zeggen. Sinds lange tijd
stond er weer een verheugend bericht over de Oranjebuurt in de
krant. Ik denk dat het verheugend was dat drie bewoners in
ieder geval tot overeenstemming zijn gekomen met de woning
stichting om hun huizen te verlaten om op die manier toch aan
een menselijk onhoudbare situatie een einde te maken.
Ten aanzien van het raadsstuk moet ik u eerlijk zeggen, dat ik
bijzonder teleurgesteld toen ik op blz. 3 las "Het nieuwbouw-
plan is in nauwe samenwerking met de dienst Stadsontwikkeling
en -beheer tot stand gekomen en voldoet aan de gestelde eisen
en voorwaarden." Met dat laatste heb ik niet zo'n probleem,
maar het eerste deel van de zin stoort mij bijzonder. In de
loop der jaren dat wij hierover gesproken hebben, is door het
college regelmatig medegedeeld dat de gemeente Bergen op Zoom
nauwelijks of geen betrokkenheid had bij de planontwikkeling
van de Oranjebuurt. Deze zin is daarmee in tegenspraak. Ik wil
niet zeggen dat u gelogen heeft, maar u heeft in ieder geval
niet de raad juist voorgelicht over de situatie. Wij zijn er
altijd van uitgegaan dat de gemeente Bergen op Zoom heel matig
heel summier betrokken was. Hier staat een nauwe betrokken
heid.Daar stoor ik mij bijzonder aan.
De financiering van het voorstel komt voor een deel uit het
rioleringsfonds, waarvan gezegd wordt daar is voldoende ruim
te. Het rioleringsfonds is negatief en wordt nu nog meer
negatief. Dan zal iemand me wel kunnen vertellen dat we in het
jaar 2005 gladlopen, maar dat wil ik dan toch echt wel eens
een keer op papier zien. Volgens mij gaat dit de burger van
Bergen op Zoom meer geld kosten. Daarom ben ik tegen dit
voorstel
De heer VAN DER KALLEN: Als ik even een vraag mag stellen, die
170.000,- uit het rioleringsfonds zijn ook bedoeld voor de
31