Dan zijn er vragen geweest over de pilot en terugkoppeling naar commissies. Het is een pilot van een jaar. Ik ben zo vrij daar toch maar even op in te gaan. Ik denk dat gewoon terugge koppeld moet worden naar de commissie Sociale Zaken, waar ook het stuk behandeld is. Ik kan me voorstellen dat na een half jaar een tussentijdse rapportage plaatsvindt. Om daar nu elke drie maanden mensen die hiermee bezig zijn te vragen zaken op schrift te stellen, is denk ik niet zinvol. Ik denk dat tus senrapportage na een half jaar en evaluatie na een Jaaij" vol doende is. Mochten er in andere sfeer overlastzaken zoon die voor de commissie APPZ aanleiding geven om daarover te praten, dan komt dat zoals gebruikelijk of naar aanleiding van inci denten, ik hoop dat dit niet zal gebeuren, of naar aanleiding van MARAPS op de agenda. Ik wil daar niet afzonderlijk infor matiestromen voor opstarten. Dat wat de eerste termijn betreft. De heer FRANKEN: Ik denk dat ik namens de CDA-fractie kan spreken als ik zeg dat wij inderdaad uw brief ondersteunen als de strekking van die brief is dat wij inderdaad de rechter commissaris te kennen geven dat in deze zaak een naïeve hou ding in aangenomen. Het frustreert natuurlijk toch ontzettend als je als politie eindelijk een aantal mensen hebt opgespoord en je ze dan op die manier voor je ogen in vrijheid gesteld ziet worden buiten je medeweten en zonder dat je daar iets aan kunt doen. Het tweede punt is dan de voortgangsrapportage. Als het een project is van een jaar, dan denk ik dat het goed is na een half jaar in ieder geval de tussenstand op te maken. Het project is natuurlijk geslaagd als u kunt melden dat er geen jeugdvandalisme meer is. De VOORZITTER: Dan denk ik dat ik u nu al moet teleurstellen. Ik zou bijna vragen, wie had het nu over naïviteit De heer FRANKEN: Je moet altijd hoopvol zijn en het goede in de mens blijven zien en hopen dat dat op een gegeven moment bovenkomt. Ik hoop inderdaad dat u na een half jaar kunt zeggen, het project is geslaagd, alle mensen hebben zich ingespannen en wat we voor ogen hadden is gelukt. Eens een keer een overtreding, dat zal er altijd wel blijven, maar laat het dan bij die ene overtreding blijven. Dan naar de harde kern. Ik denk dat het goed is dat die hard aangepakt wordt. Ik hoop dat als een verdachte voor bijv de vijfde keer voor de rechter-commissaris komt er dan ook een soort progressief tarief in werking treedt, anders is het iedere keer weer een dag en na de volgende dag zijn ze weer op straat. De heer LINSSEN: Ook mijn fractie ondersteunt uw brief. Dat was al wel duidelijk, denk ik. Dan ben ik een antwoord verschuldigd aan de heer Van der Kallen, die mij gevraagd heeft hoe wij die dringende aanpak zagen. Als we naar de doelgroep kijken, dan gaat het hier om een groep die één of meerdere keren in aanraking geweest is met justitie. Het lijkt mij zinvol dat dit project ter kennis 22 komt van de rechtbank, want het is niet vreemd dat een rechter in een uitspraak wel een dringend bevel zou kunnen geven aan dit project deel te nemen. Dat gebeurt ook wel eens met HALT, er is ook wel eens dwingend geëist dat men naar HALT moest. Ik denk dat de rechtbank met name in die richting geïnformeerd moet worden over dit project in Bergen op Zoom. Ik denk dat er wel degelijk op die manier een dringende maatregel genomen kan worden voor deze mensen. Zo heb ik dat ook bedoeld. De heer J. VAN ES: Ik heb in eerste termijn al aangegeven dat ik volledig achter dit project sta. Ik ben echt blij dat dat een raadsbreed standpunt is. Ik zou willen voorstellen het woord naïef te vervangen door onverstandig. De heer PLASMANS: Ik wilde aanvankelijk niets zeggen in tweede termijn, maar naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Franken en de heer Van Es zou ik willen voorstellen dat de voorzitter gewoon de formulering kiest. Ik denk dat zij dit best zelf kan. De heer WOLTJER: Bij de Marokkaanse gemeenschap hebben wij op dit moment moeilijk ingang. Ik denk dat, als het_ kan, ook ouders hierbij betrokken moeten worden, of anderszins mensen uit de Marokkaanse gemeenschap. Daar kan ik me bij aansluiten. Verder heb ik het idee dat wat gelanceerd is door de heer Van der Kallen van de BSD om te kijken naar andere plaatsen, in dit geval Groningen, om in preventief jeugdbeleid iets te doen heel nuttig is. Ik meen al gehoord te hebben dat de wethouder dit half omarmd of dat hij het overneemt. De heer VAN DE WATER, wethouder: Ik heb gezegd dat er al een aantal zaken lopen. Misschien is het goed op een rijtje te zetten met welke zaken de gemeente bezig is en dit in de commissie te bespreken. De heer WOLTJER: Ik wacht af wat er allemaal nog uit deze nota voortkomt De heer VAN DEN KIEBOOM: Ik ben erg blij met en ik ondersteun volledig de brief die u wilt laten uitgaan. Ik vertrouw erop dat u zelf heel wel in staat bent om de inhoud te formuleren. Dan ten aanzien van het vrijwillige karakter voor deelname aan dit project. Ik hoop dat het niet uitgelegd wordt als vrij blijvend. Ik heb in de commissie het woord drang gebruikt, waarin volgens mij toch ook een stuk motivatie opgesloten zit. Als we het zo benaderen, dan hoeft de vrees zoals de heer Linssen die uitspreekt geen werkelijkheid te worden. De heer VAN DER KALLEN:Die vrijwilligheid is toch een cruciale zaak, denk ik. De portefeuillehouder wekte even de indruk van niet goedschiks dan maar kwaadschiks. Dat is niet aan de gemeente, dat is, de heer Linssen heeft dat correct gezegd, aan een eventuele rechter om dat er bij te betrekkenOp zich ben ik het daar mee eens, als een rechter het daarbij betrekt kan dat positief zijn. Anderzijds moet je je afvragen of het positief is voor het project, want als je binnen een groep een 23

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 66