begint met een stuk dwang, dan redeneer ik actie is reactie en denk ik dat voor diegenen die mee willen werken de kans van slagen aanmerkelijk groter is. Aan de andere kant geldt ook, niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Ik denk dat door de projectgroep in het vervolg van het beleid selecties gemaakt moeten worden en moet worden bekeken hoe we hiermee omgaan. De aandacht gaat op dit moment uit naar de Marokkaanse jonge ren. De problematiek is op dit moment het grootst bij die groep. Het rapport is echter bedoeld voor alle jongeren. In de richting van de heer Van der Kallen, die spreekt over ontsporingen, wil ik opmerken dat een misstap in je leven doen, nog niet wil zeggen dat je ontspoort bent. Ik denk dat dit rapport eigenlijk bedoeld is om ervoor te zorgen dat het ontsporen beperkt worden en liefst voorkomen wordt. In de commissie is al gezegd en ik hoop dat de voorzitter bier ook nog even op ingaat, dat wat de bevolking toch erg veront rust, de 5% harde kern is waarmee we regelmatig geconfronteerd De heer Van den Kieboom maakte de opmerking dat hij hoopte dat in ieder geval de samenleving niet ontwricht zou worden door deze jeugd. Ik denk dat dit opmerkingen zijn die ieder voor zich mee moet nemen Dit rapport ligt er. Als de indruk gewekt zou worden dat alleen middels dit rapport aan de problematiek van de ]eugdin Bergen op Zoom aandacht zou worden besteed, dan is dat niet terecht. Dit is een onderdeel van een stuk beleid. Ik denk, zoals ook geopperd is, dat ook de nodige aandacht naar scholen uitgaat. Dit is een ding, maar ik denk dat we met zijn allen moeten kijken naar alle mogelijkheden die we kunnen gebruiken om iets aan deze problematiek te doen. We moeten dat als gemeentebe stuur doen. Ik ben blij met de ondersteuning van de raad. Dit is in ieder geval een stap om tot resultaat te komen. Ik wilde nog één opmerking maken. Ik vind dat we de heer Machou in de commissie keurig behandeld hebben en dat er geen sprake geweest is van agressie van commissieleden naar de heer Machou toe. Ik heb me zelf wel even in moeten houden toen de heer Machou een beetje agressief dreigde te worden. Het ver wijt vanuit de commissie, gezien de commotieen de veront rusting om te spreken over agressiviteit vanuit de commissie naar bepaalde mensen toe, daar heb ik als voorzitter van de commissie moeite mee. De heer WOLTJER: Bij interruptie voorzitter. Naar mijn gevoel werd de heer Machou echter benaderd door een aantal leden van de commissie op een bepaald niet uitnodigende wijze. Als dan gezegd zou worden, ik gooi het bijltje erbij neer, heb ik daar veel begrip voor. De heer VAN DE WATER, wethouder: Ik heb als voorzitter van de commissie gezegd, mijnheer Machou als u met wie dan ook van ons wilt praten, dan is die gelegenheid aanwezig. Vanuit de commissie is door niemand gezegd dat we niet met hem moesten praten. Dit heeft trouwens ook geleid tot gesprekken die 20 gevoerd zullen worden en waarvoor afspraken zijn gemaakt. De VOORZITTER: Die gesprekken zullen de heer Van de Water en ik samen met de heer Machou voeren. Hij heeft ook laten weten dat hij anderen daarbij zal betrekken. Wij zullen dan ook verder kijken wie we daar verder uit de Marokkaanse samenle ving bij kunnen betrekken. Het is inderdaad belangrijk om daar ook ouders bij te betrekken en mensen uit de samenleving zelf. Met alle respect voor werkers, maar ik denk dat het essentieel is om ook mensen die er het meest gevoel voor hebben, dat zijn mensen uit de groeperingen zelf, bij de gesprekken te betrek ken. Na eerdere initiatieven die heel moeilijk tot effectue ring kwamen, zijn nu vervolgstappen genomen en we zullen daarmee verder blijven gaan omdat we vinden dat we met elkaar in gesprek moeten raken en samen de verantwoordelijkheid moeten nemen. Wat betreft een aantal jonge mensen dat kennelijk al helemaal het spoor bijster is, de 5%, het volgende. Vorig jaar, tijdens de najaarskermis, waren er al overduidelijke signalen. Er zijn toen al afspraken met de politie gemaakt om daar extra mens kracht op te zetten om er toch meer achtergronden van te weten. In de lokale driehoek zijn er met het O.M. afspraken over gemaakt, dat als er voorgeleidingen zouden plaatsvinden, men daar extra attent op zou zijn en snelle doorgeleiding zou plaatsvinden. Recent zijn er weer incidenten geweest. Indach tig die afspraken is ook snel inbewaringstelling gevolgd. Met u was ik zaterdag bijzonder onaangenaam verrast om te lezen dat er kennelijk door de rechter-commissaris mensen gezegd was dat zij op eigen gelegenheid naar het jeugdinter naat moesten. Ik heb dit deze week verder laten uitzoeken en daar inmiddels informatie over gekregen. Het blijkt dat op 19 maart de rechter-commissaris na schorsing van de inbewarings telling de jeugdigen inderdaad gezegd dat zij zich moesten melden of zich daarheen moesten begeven. Ik heb hier een conceptbrief klaar voor de rechter-commissaris, die ik voorne mens ben morgen te verzenden. Ik zal dat gaarne ook mede namens u doen. Ik denk dat er heel duidelijk een signaal uit moet. Ik zal ook andere betrokkenen in de omgeving een kopie van deze brief sturen. Ik denk dat het heel duidelijk moet zijn, dat we de ernst van wat er gebeurt niet moeten onder schatten en de hardnekkigheid groot is. Als je op een gegeven moment met jongelui te maken hebt die los zijn van normen en waarden, die je moet proberen terug te leiden, dan moet het signaal van ons als samenleving naar hen dat dit beslist niet kan heel luid en duidelijk zijn. De heer WITHAGEN: Ter verheldering. U reageert dan in die brief als voorzitter van deze raad of als burgemeester De VOORZITTER: Ik heb hier een brief klaarliggen als burge meester. Ik zal als burgemeester en voorzitter van deze raad kenbaar maken dat ik deze brief mede namens u stuur, gezien verzoeken uit de raad. Als er mensen bezwaar tegen hebben wil ik hier niet over m discussie gaan en doe ik het alleen op eigen titel. Er gaat morgen een brief uit. 21

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 65