steeds niet duidelijk, dan zou het gecombineerd met De Kreek kunnen gaan en kost het niets. Dan kan het direct geregeld worden als blijkt dat verschuiven van de lessen niet mogelijk is, want daar zal heel goed naar gekeken moeten worden. Dan is dus het alternatief het vervoer. Of als blijkt dat het een andere combinatie is, dan heb ik inderdaad f. 4500,— nodig om het vervoer te regelen. Mijn insteek blijft de uitgangspositie voor beide scholen dezelfde regeling en eventueel vervoerskos ten vergoeden indien nodig en uiteraard met de school praten om te proberen met verschuiving van lokaliteiten, van lessen, gezamenlijk tot de beste oplossing te komen. Ik zou u echt willen ontraden om in dit geval op een of andere manier toch dat container-lokaal aan de orde te stellen. Met alle respect, maar als u dit doet heeft u morgen een aanvraag binnen voor 3 lokalen voor de Kreek. Ze zouden ook alle recht hebben om dat te vragen uit het oogpunt van gelijkheid. Ik denk dat het niet goed is. Ik denk dat met de school uitste kend te communiceren valt over een goede oplossing. We weten dat het lastig is en we weten ook dat het voor De Kreek lastig is. Ook zij maken gebruik van personeelskamers en noem maar op. Ze weten dat we groeien naar een periode van straks 13 lokalen waar ze in principe al vanaf 1 of 14 juni gebruik van zullen kunnen maken. Ik zou u dus echt de motie willen ontra den Mevrouw VAN OORSCHOT: Ik moet u bekennen dat ik toch wel blij ben met deze motie. Na het eerste verhaal van de wethouder had ik van haar de indruk gekregen dat zij, zoals wij aan haar gevraagd hadden om flexibeler om te gaan met deze materie, blijkbaar vasthoudt aan de vervoersvoorziening, laat ik het anders formuleren als uitgangspunt kiest de vervoersvoorzie ning en de plaatsing van het containerlokaal is wat haar betreft niet aan de orde. Andere oplossingen wil zij eventueel wel in overweging nemen. Wij hadden juist aan haar gevraagd om hier vanavond geen duidelijke stelling te nemen, noch tegen vervoersvoorziening, noch tegen de container, noch tegen welke oplossing dan ook. Dat budget dat nodig is en dan gaat u uit van de vervoersvoorziening, daarvoor de meest gunstige oplos sing te kiezen waarin zowel de school, de ouders, de kinderen en ook de gemeente zich kan vinden. Dat vind ik in uw betoog niet terug. Derhalve zullen wij toch de motie blijven steunen. De heer J. VAN ES: Ik heb in eerste termijn niets gezegd, omdat ik graag het antwoord van de wethouder op de vraag van de heer Withagen wou horen, maar dat mocht ze helaas van de heer Linssen niet geven, alhoewel hij zelf regelmatig gebruik maakt van het recht om er tussendoor de praten. Ik heb onder tussen natuurlijk dat antwoord wel gehoord en bij de bespre king van de motie door de wethouder, nog een keer nadrukkelijk de toezegging gehoord dat er naar een optimale oplossing, in samenspraak met beide scholen, zal worden gezocht. Wat Gemeen tebelangen/Stadspartij betreft is dat voldoende om niet ak koord te gaan met de ingediende motie. Mevrouw van Oorschot spreekt over het bedrag van de f. 4500,- die beschikbaar zou zijn als het vervoer niet door zou gaan of de potentiële meerkosten voor vervoer als het meer dan 16 kinderen betreft 28 die dan beschikbaar zouden moeten komen voor een andere oplos sing. Die andere oplossing is er natuurlijk niet, want voor f. 4000,- heb je geen container. Ik denk dat de container aan de andere kant, ook gezien de sanitaire toestanden, geen aan te raden zaak is. Mevrouw VAN OORSCHOT: Bij de stukken is aangegeven dat de inspectie toestemming heeft gegeven om deze container te plaatsen uit het oogpunt van het feit dat het maar voor een zeer korte periode is. De heer J. VAN ES: Dan heeft de inspecteur niet goed nage dacht, want als de kindertjes 25 m. door sneeuw, ijs en storm moeten om naar het toilet te gaan lijkt me dat ook geen goede zaak. Maar dat even terzijde. De heer BOOGAART: Bij interruptie. Ik moest vroeger wel 100 m. door het slechte weer en dat heeft me niets gedaan. De heer J. VAN ES: Ik vind uw toezegging, wethouder, om hier een optimale oplossing te zoeken voldoende om tegen de motie te stemmen. Ik zal me hier verder niet druk over maken want er ligt verder niets ter besluitvorming. De heer VAN DER KALLEN: Ik vind de uitgangspunten van de portefeuillehouder uitstekend. Ik vind dat zij zich uitermate flexibel toont in haar uitvoerende taak. Ik wil een aantal fracties toch wat meegeven. Er is een plicht van de gemeenten om voor vervoer te zorgen als daar de nood zaak voor bestaat. Er is ook een verplichting om dat te doen naar de leegstaande lokalen, want die moeten vol om ook weer uit Den Haag de nodige middelen te kunnen krijgen. Ik denk dat het uitgangspunt moet zijn hoe je binnen de regels die in het onderwijs gebruikelijk zijn opereert. Natuurlijk met een^ stuk flexibiliteit, zeker met betrekking tot twee scholen die zo met elkaar in balans zijn op de Plaat onder het motto gelijke monniken, gelijke kappen. De wethouder heeft mij meer dan voldoende vertrouwen gegeven dat uitvoering in deze goed zal gaan in het belang van de kinderen. Derhalve heb ik geen behoefte aan de motie zoals die is ingediend. De heer WOLTJER: We luisteren blijkbaar allemaal toch wat anders, want ik heb de woorden die door lijst Linssen werden genoemd wel gehoord van de portefeuillehouder. Ik heb ook het idee dat in de geest van de motie geantwoord is. Derhalve heb ik geen behoefte om de motie te ondersteunen. De heer BOOGAART: Ik blijf gewoon bij mijn stelling die ik in het begin gedeponeerd heb. Ik zeg eerlijk, als de heer Van der Kallen nu al zegt gelijke monniken, gelijke kappen, dan is dat maar een klein stukje waarheid. Als je voor 7 of 8 maanden met een groep leerlingen moet gaan verhuizen krijg je de toestem ming niet van de Inspecteur van het onderwijs. Dit is alleen omdat het zo'n korte periode is. Daar ligt dus al een ver schil. Hier spreek je niet meer over hetzelfde rechtsbeginsel. De Kreek is nu namelijk al 5 maanden aan het reizen. 29

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 49