belachelijk te maken. De heer VAN DER KALLEN: Niet helemaal hoor._ Die leerlingen blijven op hun vertrouwde lokatie, dat staat in de brief. Het schoolzwemmen betrek ik er echt bij. Het is heel leuk dat u zegt dat het schoolzwemmen gebeurt op de vertrouwde lokatie. Mijn fractie wil dat het op de vertrouwde lokatie Gageldonk blijft, dat zou uw fractie ook willen. U bent er keurig inge trapt. Ik vind dit schitterend. Ik waardeer uw gang naar deze. Het zal duidelijk zijn, voorzitter, dat ik van harte het betoog van de WD ondersteun, dat komt niet zo vaak voor, en ook het betoog van D66. Gelijke monniken, gelijke kappen. Als de wethouder denkt het in gelijkheid en in overeenstemming met de scholen te kunnen regelen, dan moet zij dat vooral doen, daar hebben we een college voor en daar hebben we deze wethou der voor. Ik laat uitvoeringszaken graag aan het college over. Wij zijn als raad voor het beleid en daarom zou ik in de toekomst graag van dit soort uitvoeringszaken verschoond willen blijven. Daarmee ben ik het dus eens met de heer Witha gen Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik ben blij dat de raad een heel belangrijk verhaal oppakt, ik geef dat nog maar een keer aan, voor beide scholen gelijke rechten in dezelfde situatie^ maar altijd proberen voor de kinderen een maximale situatie te bereiken. Dat is de grote rode lijn die overigens bij alle fracties is terug te vinden, alleen is de vertaling daarvan niet bij allemaal gelijk. Even heel kort naar een aantal vragen. De heer Withagen maakt tussendoor nog even een opmerking over de prijzen. Ik heb al uitgebreid aangegeven in mijn eerste termijn dat het busvervoer, als de prijzen überhaupt belang rijk zouden zijn, goedkoper is dan het containergebeurenIk wil daar liever niet meer op ingaan, want daarvoor moeten we het hele betoog in eerste termijn weer opnieuw van stal halen. Veel belangrijker is uw laatste vraag, namelijk bent u bereid om met de school het maximale te doen om voor de kinderen de meest ideale situatie te bereiken. Ik geef u dan heel duide lijk aan dat ik uitga van gelijke rechten voor De Kreek en Lodijke, maar dat ik zal proberen om die situatie te bereiken binnen de best mogelijke positie, namelijk - wat ook mevrouw Van Oorschot aangaf - kijken of binnen de scholen verschuiving van lessen tot de mogelijkheden behoort om die drie maanden, daar gaat het om, voor beide scholen nog enigszins levenswaar dig door te kunnen brengen. Dat geldt voor beide scholen. Ik denk dat dit ook heel belangrijk is. Wat ik wel prettig vond en dat is het fijne van de brief die ik kreeg van het CDA, is wat ik al aangaf, de mogelijkheid van het krediet. Ik zal u zeggen waarom. Ik heb vanmiddag nog een uitgebreid gesprek gehad met Lodijke en eigenlijk aan hen gevraagd laat nu eens weten om hoeveel leerlingen het gaat. Als we inderdaad busvervoer moeten regelen, dan moet dat via een krediet dat wij bij uw raad in moeten dienen. Aangezien we tot op heden nog geen enkel verzoek in die richting hebben gehad, zou dat betekenen dat we u pas eind maart een voorstel zouden kunnen doen. Ik proef bij partij Linssen een beetje het 24 geven van een open cheque tot een bedrag van de reiskosten die maximaal kunnen worden gegeven. Dan betekent dat, dat op he moment dat Lodijke met het verzoek komt, we daadwerkeli3k ook iets kunnen doen en niet behoeven te wachten tot eind maar want dan zou de school sowieso al een maand met een probleem zitten. Als u die ruimte aan mij wilt geven, ik vat dat even op die manier op, dan ben ik daar alleen maar heel blij om. Ik weet dat dat niet de formele manier is waarop het moet, maar het is nu toevallig mogelijk omdat het op de agenda geplaatst is. U krijgt daar uiteraard wel de normale gegevens en stukken voor en de begrotingswijziging, als dat nodig mocht zijn. Dat even in tweede termijn. De VOORZITTER: Ik ga ervan uit, als ik niets van u hoor op het punt van het krediet in tweede termijn, dat u die ruimte aan het college geeft. De heer WITHAGEN: De situatie is dat we toch nog even van de wethouder voor de tweede termijn de bedragen voorgeschoteld krijgen, alhoewel ze nadrukkelijk zegt daa_r_ ga ik niet op in. Ik heb uitdrukkelijk in mijn eerste termiin gezegd dat hier een situatie is dat de school informeert bij leveranciers van een en ander en koppelingen geplaatst zijn ook met degenen die een container-noodlokaal moeten plaatsen. Er is alleen maar een formele offerte van de buitenkant gevraagd. Ook die orga nisatie is hofleverancier bij de gemeente Bergen op Zoom. Er zijn ook allerlei oplossingen mogelijk en dat is heel normaal. Ik moet zeggen dat het allemaal voorlopig was wat gezegd werd en dat is allemaal op het gewone bestuurlijke traject op te lossen. Dat even over de kosten. Wat dat betreft wil ik met u echt niet in discussie treden over een bedrag van f._ 5000, f. 4000 - of f. 7000,-, dat laat ik even voor wat het is. Ik vroeg u net in eerste termijn om in tweede termijn de toezegging nog eens goed te herhalen en ik blijf erbij dat 1 in hetgeen u mij toezegt beluister dat u bereid bent te gaan praten met Lodijke over de oplossing. Vervolgens nog eens uw verwijt dat de school geen opgave geeft van het aantal leer lingen. Ik kan daar allemaal niet in treden. Ik heb dat over leq niet gevoerd, ik weet niet wat er juist is. Ik weet maar één ding en dat is dat ik van u niet de toezegging krijg dat u bereid bent om los van de vervoersoplossing te kijken of een container-noodlokaal de oplossing is voor drie maanden want dan verschuift de prijs ook nog, of lokaalverschuiving, andere bezetting en andere verdeling enz, want ook daar ga ik mee akkoord. Als Lodijke dat een schitterende oplossing vindt trek ik mij graag terug uit het verhaal. Dus, als dat de oplossingen zijn, akkoord. Als u zegt, ik zeg uitsluitend toe de beste oplossing, dan vind ik dat ik als raadslid nog ge dwongen ben om te zeggen? wethouder, dat vind ik iets te licht. Dan heb ik een besluit klaarliggen wat ik dan in wi dienen, waarin ik concreet het college vraag en de raad uitno diq om daar achter te gaan staan. Ik zal alleen besluit 1 en noemen. Ten behoeve van het vervoer van een groep leerlingen van R.K. basisschool Lodijke, bij informatie blijkt dat groep 8 te zijn, in gesprek te gaan met de school, daar nodig ik de wethouder dan voor uit, om te bezien hoe de vervoersgelden 25

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 47