te voeren, zodat ook die overwegingen in uw verdere beschou wingen kunnen worden betrokken. De heer WITHAGEN: Als u ons de kans geeft om aan te sluiten bij het voorstel van orde, dan denk ik dat u als college het totale plaatje heeft van wat de raad denkt. De VOORZITTER: Ik hoor nu dat een heleboel mensen al vergaande uitspraken doen, zonder dat zij zichzelf ook de gelegenheid geven de overwegingen van het college daarbij te betrekken. Hier ligt een voorstel van orde. U krijgt allemaal de gelegen heid om daar zo het uwe over te zeggen. Ik geef nu eerst de portefeuillehouder het woord en u krijgt nog allemaal de gelegenheid daar in eerste termijn over te spreken De heer VAN DE WATER, wethouder: Als ik het woord van u krijg voorzitter, wil ik hier graag op reageren. Inderdaad is door de fracties van lijst Linssen en de Partij van de Arbeid het verzoek gedaan om het voorstel over de KAPS in een extra commissievergadering te behandelen. Dit is in het college besproken. Er waren geen argumenten om hierop in te gaan. In feite was er niets gewijzigd ten opzichte van het gewijzigd voorstel dat in de commissie overhandigd is. Dat het onduidelijk was begrijp ik, want als ik met een van de raads leden een gesprek voer en duidelijk probeer te maken wat er aan de hand is en ik lees dan de andere dag in de krant nog maals dat het gefinancierd zou worden uit het flankerend ouderenbeleid, nadat ik tweemaal gezegd heb dat dit niet zo was De heer VAN DEN KIEBOOMWat bedoelt u daarmee De heer VAN DE WATER, wethouder: Naar aanleiding van een gesprek dat u met mij gehad hebt, waarin ik duidelijk gezegd heb hoe de financiering tot stand zou komen en nogmaals heb uitgelegd dat het niet uit het flankerend ouderenbeleid zou komen maar uit een andere bron, lees ik dan de andere dag in de krant een reactie van u, waarin u weer terugkomt op finan ciering uit flankerend ouderenbeleid. Dan mag u weten dat ik daar best moeite mee heb. Ik denk dat het raadsvoorstel heel duidelijk was. Het is in de commissie behandeld en de gelegen heid is gegeven om het de andere dag nog met de ouderenadvies- raad te bespreken. We hebben voorgesteld om, als er problemen waren, dit kenbaar te maken in de commissie Financiën. Van al deze mogelijkheden is geen gebruik gemaakt. Dat is jammer. Ik wil verduidelijken dat er een heleboel misverstand bestaat met betrekking tot het voorstel dat er ligt. De heer VAN DER KALLEN: Als er nu zoveel misverstand is, dan is toch een commissievergadering De VOORZITTER: Is er bezwaar tegen uitstel De heer VAN DE WATER, wethouder: Ik zie geen enkele reden om dit uit te stellen. Er is geen enkel argument om dit vanavond niet te behandelen. Het is zo'n simpel gebeuren. Mevrouw VAN OORSCHOT: Mijnheer Van de Water, mag ik u hier onderbreken Wij hebben een u heel netjes een brief gestuurd. U hebt ons daarop, tot op heden, niet geantwoord. Tot op dit moment gaat u er vanuit dat wij datgene wat u daarvan vindt uit de krant moeten vernemen. Ik had van u verwacht dat u ons daarvan schriftelijk op de hoogte had gesteld. We hadden dan de tijd gehad over uw overwegingen te praten. Nu zitten we op een punt dat wij een bredere discussie willen. We kunnen op deze manier geen gefundeerd oordeel vormen. De heer J. VAN ES: We hebben een korte vergadering vanavond, waarom voeren we de discussie niet hier. De heer VAN DEN KIEBOOM: Ik zou het van de portefeuillehouder chiquer hebben gevonden als hij had gevraagd, Van den Kieboom heb je het werkelijk zo gezegd als het in de krant staat. Nee dus. Ik heb nog een keer gezegd, de WVG-gelden. U hebt mij toegezegd, mijnheer Van de Water, in een gesprek dat wij gehad hebben door de telefoon, dat er nog een uiteenzetting zou komen tot in de details vanuit de afdeling. Die hebben wij ook niet gekregen. Om nu te voorkomen dat in deze raadsvergadering een detaildiscussie plaatsvindt waarop u, dat neem ik u niet kwalijk, op onderdelen en details misschien niet het antwoord kunt geven, lijkt het beter wanneer u met steun van uw advi seurs daarbij de discussie zo maximaal mogelijk laat zijn. De heer VAN DE WATER, wethouder: Ik stel het zeer op prijs de discussie met u te voeren, om te weten of u op de hoogte bent. De VOORZITTER: Excuses dat wij u niet hebben laten weten of wij wel of niet aan het verzoek willen voldoen en waarom niet: dat behoort gewoon tot de manier waarop wij met elkaar omgaan. We hebben het daar wel over gehad. Als dit nog niet gebeurd is, dan past ons het alleen maar om ons dit aan te trekken en te laten weten dat dit niet onze intentie is geweest. Nu het volgende punt, het voorstel van orde. Ik denk dat het gewoon relevant is, ik begrijp dat er misverstanden zijn die je in de raad of in de commissie met elkaar uit kunt praten, te bekijken hoeveel problemen er ontstaan als we nu vanavond geen besluit nemen en er de tijd voor nemen en over een maand tot besluitvorming komen. Wat voor problemen zouden daardoor ontstaan. De heer VAN DE WATER, wethouder: Een van de problemen is dat binnen het Gewest de voorstellen zoals die hier liggen door het Gewest aangenomen zijn. Het besluit dat we hier aan de gemeenteraad van Bergen op Zoom voorleggen is inmiddels in de gemeenteraad van Halsteren genomen. Ik denk dat we daar ook afspraken voor hebben. Dit besluit wordt zo vroeg genomen, als eerste in Bergen op Zoom, om een vloeiende overgang te krijgen van de deeltaxi naar het KAPS, wat in juli een feit gaat worden. We proberen dus de overgang voor degenen die het betreft zo goed mogelijk en zonder problemen te realiseren. 5

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 37