Voorzitter, ons reglement van orde biedt de mogelijkheid om de raad op deze manier bijelkaar te roepen, maar dan moet er sprake zijn van een spoedeisend karakter. Ik denk dat je daar in die zin vraagtekens bij kan zetten dat het politiek be stuurlijk inderdaad sprake is van een spoedeisend karakter, maar toch ben ik verbaasd over uw snelheid van opereren. Als je in aanmerking neemt dat afgelopen vrijdag, afhankelijk van de bron die ik heb aangeboord, ergens tussen kwart voor twee en twee uur de geachte op dat moment nog toekomstige burgemeester in kennis werd gesteld van haar benoeming en ik veronderstel dat zij toen ijlings een brief naar u heeft gestuurd als voorzitter van het centraal stembureau. Ik neem ook aan dat u toen onmiddellijk hebt gekeken naar wie is nu de opvolger, nummer vier of nummer vijf van de lijst van D66. Als je je dan realiseert dat die mensen dan, hetzij aangetekend moeten worden bericht, hetzij in persoon gedagtekend moeten worden, dan gaat er nog wel wat overheen. Natuurlijk is er ook een mogelijkheid om artikel W2e-verklaring van de kieswet toe te passen. Als je dat allemaal op een rijtje zet en je realiseert je heel terdege waar die artikel W2e van de kieswet op gebaseerd is, die verklaringen, dan zeg ik; ja, het is niet echt de bedoeling van de wetgever geweest om dat soort verkla ringen naar ik veronderstel vantevoren, anders kan ik het haast niet mogelijk achten als er om pakweg 2 uur het bericht komt van de benoemde dat er om half vier bij het eerste raads lid een raadsstuk inclusief agenda binnenvalt. Ik denk dat als je de kieswet erop nakijkt en wat de doelstellingen van de wetgever op dat punt zijn geweest, dat er daar toch wel erg snel is gehandeld, waarbij de zorgvuldigheid, als je je reali seert dat de bedoeling is van betrokken artikel dat nrs. 4 en 5 aan geschreven worden en enige bedenktijd hebben om zich in hun situatie te beraden van nu kunnen wij benoemd worden en willen wij dat wel, wel naar de wet maar niet geheel naar de geest van de wet is gehandeld. Ik waardeer uw snelheid anderzijds wel, want we willen natuur lijk op 2 januari a.s. met een sterke raad en een uitstekend college van start gaan. Ik denk ik dat het heel goed is om zo snel te handelen, dat mag van mij eigenlijk altijd wel als men de wet maar volgt. Dan kom ik aan het punt terzake waarvan ik een toezegging wil. In de vorige raadsperiode is het wel voorgekomen dat een bepaalde partij twee maanden moest wachten voordat een lege plek kon worden ingevuld. Natuurlijk zat er dan niet dat politiek bestuurlijke spoedeisende karakter aan, maar voor zo'n betrokken partij kan het er wel zijn. Eigenlijk verwacht ik van u als voorzitter van de raad en ook als voor zitter van het centraal stembureau, dat als zich opnieuw een situatie voordoet dat een onzer om wat voor reden dan ook, moet terugtreden, niet alleen voor een toekomstige collegepar tij de raad bijelkaar wordt geroepen in een eventuele extra vergadering, maar ook voor slechts een bescheiden raadslid. Tot zover. Ik wil best vrijwilliger zijn voor de betrokken commissie want dan kan ik nog eens goed kijken of al die verklaringen, waar ik het net over had, er wel bij zitten. Ik wens zowel de benoemde veel succes in haar nieuwe gemeente als ik de heer Bolsius van harte terug welkom heet in ons midden op 2 januari a.s. 2 De VOORZITTER: Ik begin met het laatste, mijnheer Van der Kallen. U vraagt of ik een toezegging wil doen wat de toekomst betreft. Als het inderdaad in het verleden weieens zolang geduurd heeft, dan denk ik dat dat inderdaad sneller moet kunnen. Ik kan op die vraag ook heel makkelijk ja zeggen, want ik vind dat als er spoedeisende zaken zijn en vooral als er zaken zijn waar voor de raad geen lange voorbereidingstijd nodig is snel gehandeld moet worden. Als u stukken moet bestu deren vind ik dat ik u niet op deze termijn met zaken mag overvallen of er moet helemaal iets in brand staan. Aangezien het toch een simpele vraagstelling was, onderzoek van de geloofsbrieven, vind ik dat je als de raad daartoe bereid is snel moet kunnen handelen. Uw vragen of alles nu volgens de bedoeling van de wet en de zorgvuldigheid is gebeurd, daarvan denk ik dat dat zeer zeker het geval is. Ik moet u zeggen dat zoals de zaken vrijdag zijn aangeboden, dat goed was voorbereid. Ik neem aan dat dat intern door de desbetreffende fractie op een zorgvuldige manier gebeurd is, zoals dat past onder mensen. Dat geldt voor alle fracties hier, die democratie en dat soort zaken hoog in hun vaandel hebben. Wat mij vrijdagmiddag is aangeboden, was voor mij vrijdag om twee uur niet helemaal een verrassing, dat wil ik u ook beken nen, want er worden soms ook naar burgemeesters door commissa rissen wel wat signalen afgegeven. Dan weet je op een gegeven moment dat er iets komt en dan zoek je wel al wetteksten op en dan kan er vlot wat gebeuren. Dat is gebeurd en ik denk dat we daar allemaal profijt van hebben om 2 januari a.s. op deze manier van start te kunnen gaan. De heer VAN DER KALLEN: Als ik gebruik mag maken van een tweede termijn, dank ik u voor de toezegging dat als er inder daad vacatures vallen er ook snel gereageerd kan worden als een partij daar behoefte aan heeft. De VOORZITTER: Dat geldt voor iedereen. Het is belangrijk dat alle politieke stromingen en iedereen die vertegenwoordigers in deze raad heeft, zo snel mogelijk compleet is en de afwe gingen mee kan maken. Dan kom ik tot de instelling van de onderzoekscommissie. Hiertoe wil ik uitnodigen de heer Van der Kallen, de heer Piasmans en de heer J. van Es en ik nodig de loco-gemeentese cretaris uit om de heren te ondersteunen en schors even deze vergadering voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 17.44 uur. 17.47 uur. De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij deze vergadering vervol gen Ik heb begrepen dat de heer J. van Es ons verslag van de onderzoekscommissie doet. De heer J. VAN ES: De commissie van onderzoek van de geloofs brieven van de heer Bolsius heeft alle bescheiden gecontro leerd en is van mening dat van haar kant geen bezwaar bestaat tegen toelating van de heer E.C. Bolsius tot de raad van de 3

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 317