creativiteit zal vergen om daar uit te komen en in ieder geval
een acceptabel niveau voor de burger te handhaven.
Wij denken dat dat acceptabele niveau niet bereikt wordt zoals
in dit voorstel is verwoord onder de afvalstoffenheffing en
het reinigingsrecht. De heer Van de Water heeft, zoals uit
blz. 11 van het stuk blijkt, reeds aangegeven dat hij ernstige
twijfels heeft bij de noodzaak van milieustraten en heeft daar
bijzondere bezwaren tegen geopperd, welke bezwaren door de
fractie Gemeentebelangen/Stadspartij in die vorm ondersteund
worden dat wij tegen de toevoeging van die f. 60,90 zijn uit
de afvalstoffenheffing/reinigingrechten. Daartoe zou ik u een
amendement willen overhandigen, dat mede ondertekend is door
de fractie van lijst Linssen.
De VOORZITTER: Ik heb een amendement ontvangen met de volgende
inhoud
De Raad van de Gemeente Bergen op Zoom in vergadering bijeen
op 19 december 1996, sprekend over raadsvoorstel BD-Fin/44
Gemeentelijke fiscale heffingen 1997, overwegende dat de
tarieven voor de reinigingsheffingen 1997 onevenredig worden
verhoogd als een gevolg van de kosten van de milieustraten,
waarvan in een later stadium nog moet worden vastgesteld of
deze in de voorgestelde vorm zullen worden uitgevoerd, be
sluit:
De op blz. 107 en volgende opgenomen Verordening op de heffing
en invordering van de afvalstoffenheffing en verontreinigings
rechten 1997 onder artikel 5 zodanig te wijzigen, dat het
daarinvermelde tarief van f. 426,24 wordt verlaagd met de
effecten van de kosten van de milieustraten en wordt gesteld
op f. 365,34,
en gaat over tot de orde van de dag.
Getekend door de heren J. van Es, A. Linssen en A.J. van Es.
Voldoende ondertekend maakt dit amendement onderdeel uit van
deze discussie.
De heer BOOGAART: Wij kunnen dus wel instemmen met hetgeen het
college naar voren brengt. Ik ben ook verbaasd dat de heer Van
de Water, wethouder Milieu, ernstige twijfels heeft bij het
nut. Ik zou graag uitleg willen hebben van de heer Van de
Water waarop hij die twijfels baseert.
Wij ondersteunen dus nog steeds het collegevoorstel om die
f. 60,90 wel in te voeren.
De heer WOLTJER: Allereerst het amendement. Wij hebben geen
behoefte aan dit amendement, vanwege het feit dat wij ook
vinden dat zo'n milieustraat, zeker in het kader van afval
scheiding, van belang is.
We hebben wel, dat idee hebben wij eerder geopperd en ik dacht
dat wij een tijd geleden ook al een toezegging hadden gekregen
over milieuheffingen, het idee om te kijken naar "de vervuiler
betaalt". In die zin zien wij liever dat hoe meer stoffen
worden aangeboden hoe meer men betaalt. Er is een aantal
experimenten in den lande waar het afval wordt gewogen en
vervolgens betaalt men meer wanneer men meer aanbiedt. Hier
zouden wij liever naar kijken dan dat we zeggen we gaan een
36
milieustraat eruit halen, wat toch zeker van belang is voor de
gescheiden afvalinzameling.
Wat mij wel zorgen baart is de OZB. Er staat nu niet bij hoe
die vordering eruit zal komen te zien het komende jaar, maar
als ik zie uit het onderzoek dat straks dreigt dat huurders
een 45% in 3 a 4 jaar hoger zouden kunnen komen te zitten, dan
hoop ik toch dat we daar regelingen voor treffen, want een
jaar geleden hadden we het er nog over dat in het kader van
het herverdeelbesluit van de financiële verhoudingswet zelfs
een verlaging van de OZB toegepast zou kunnen worden. Ik dacht
dat de portefeuillehouder van Financiën dit zelf had geopperd.
Nu dreigt dan toch het komende jaar met name de OZB behoorlijk
omhoog te lopen.
De heer BOLSIUS: Er liggen hier 10 gemeentelijke verordeningen
ter goedkeuring en daarbij zit weer, tot grote spijt van de
fractie van D66, ons historisch erfgoed, waar wij zo vreselijk
tegen zijn, namelijk de hondenbelasting.
Een aantal redenen waarom de fractie van D66 tegen de honden
belasting is. tt 4.
In de eerste plaats zien wij een juridisch probleem. Het is
strijdig met het gelijkheidsbeginsel, want het gezegde is
immers "of je nu door de hond of de kat wordt gebeten" en dat
betekent dus dat wij van mening zijn, zo wij hier al een
hondenbelasting hebben, dat er ook een kattenbelasting zou
moeten zijn. De vergelijking staat niet alleen in het spreek
woord, maar beide hebben vier poten en een staart waarbij na
het optillen iets uitkomt. Degene die dat bij een kat betwij
felt adviseer ik in de tuin eens daarin te grijpen.
Ten tweede zien wij een handhavingsprobleem bij de hondenbe
lasting. Het is immers zo dat controle op "zwarte" honden in
deze gemeente lijfelijk moet worden uitgevoerd door een ambte
naar, hij drukt op de bel, de hond roept woef en de baas is
erbij. Edoch, de hondentrainingen voorzien daar inmiddels in,
bij bellen wordt niet meer geblaft en alleen bij mensen die
binnenkomen zonder bellen wordt geblaft en dan kom ik straks
op het veiligheidsbeginsel.
Ten derde. De verordening houdt onvoldoende rekening met het
feit dat landelijke gemeenten zoals Halsteren, Lepelstraat en
Heimolen bij Bergen op Zoom komen, want de fractie van D66
zegt, als we dan dit verfoeilijke instrument van de hondenbe
lasting hebben, waarom wordt er dan geen rekening gehouden met
de erf hond. De erf hond die het erf niet afkomt, niemand tot
last is en daarom dus eigenlijk niet belastingsplichtig zou
hoeven te zijn. Wij denken dat dat een omissie is in deze
regelgeving.
Ten vierde. De functie van de hond voor ouderen. Minder een
zaamheid, dus ook geen "logen" nodig die wekelijks op bezoek
moeten komen. Mobiliteit, de hond moet ten minste twee keer
per dag uitgelaten worden, dus minder snel naar de fysiothera
peut want je blijft in beweging. Dus preventie. We zien ook
een waakfunctie voor de hond weggelegd, want bij het binnenko
men zonder bellen hoort de dief woef, woef en na tien keer
woef woef op een nacht gaat hij zich afvragen of hij het
juiste beroep gekozen heeft.
Tenslotte het buiten uitlaten. We hebben het hier allemaal
37