Dan moet je ook feitelijk inhoudelijk over dit onderwerp durven discussiëren, ook als dat geld kost, ook als dat een claim legt voor volgend jaar. Ik moet tot mijn spijt constateren, naar^ aanleiding van de commissiebehandelingen, dat we dat klaarblijkelijk niet doen. Ik vind dat jammer, want ik vind dat het in de politiek niet om geld gaat, het gaat in eerste instantie om maatschappelijke en politieke vraagstukken. Het gaat erom dat we opkomen voor de behoef tigen in onze samenleving. Daar dienen we voor te staan. Als men dan voor geld kiest, dan zeg ik, kies dan ook consequent, schuif dit voorstel door naar een volgende gemeen teraad, want dan hebben we vermoedelijk dat college, waar dat dan ook uit mag bestaan, dat in ieder geval bestaat uit par tijen die het armoedevraagstuk serieus nemen, want dat hebben we bijna allemaal, zonder uitzondering en ik moet daarvoor de bisschop een compliment geven want die heeft het voor elkaar gekregen wat links partijen in tien jaar roepen niet voor elkaar hebben gekregen, op de politieke agenda. De heer WOLTJER: U doet een ordevoorstel De heer VAN DER KALLEN: Ja, dat mag men opvatten als een ordevoorstel, maar gezien de discussie in de commissie heb ik niet de behoefte om daar inhoud aan te geven. Als de partijen die ik nu aanspreek en toespreek het zo opvat ten, heel graag, maar dan kunnen ze in hun eerste termijn er nog mee komen. In tweede termijn is een ordevoorstel ook nog mogelijk, maar dan zal blijken hoe praktisch dat dan wel is. Een feit blijft dat we de 100%-norm opschuiven, we houden het op 95%, althans per 1 januari, die 100% schuiven we op. Ik vind dat jammer. Andere gemeenten van onze omvang ons voorgegaan om nu reeds aan te kondigen dat ze naar 100% gaan. Dat is het armoedevraagstuk reëel nemen. Als je kijkt naar andere zaken die genoemd zijn, de administratieve drempel, f. 130,- is een echte drempel, maar als je dan tegelijkertijd ermee doodgeslagen wordt dat de uitvoeringskosten dan aanzien lijk zullen stijgen, dan gaat het weer over geld en niet over het oplossen van de problemen waarvoor je staat, terwijl die problemen heel reëel zijn. Ik wil nog een suggestie doen, net zoals Groen Links een aantal suggesties heeft gedaan waarover ik niet in herhaling zal treden, en dat is bijv. het premiebeleid voor mensen die uit de bijstand treden. In het voorstel zoals dat er ligt spreekt men over een termijn van 9 maanden, maar eigenlijk is uittreden uit de bijstand een heel moeilijk proces, ook finan cieel. Er is een echte armoedeval, want op het moment dat je wel werk vindt, vaak nog werk in de marginale sfeer maar net boven de uitkering, vervallen de andere inkomstenbronnen, waarbij te denken valt aan huursubsidie. Dan zou zo'n premie niet na 9 maanden, maar voor in dat traject of misschien opgedeelt in partjes om de mensen goed bij de les te houden, een aanbeveling verdienen. Wat ook ontbreekt in dit hele stuk is een grondige analyse van de armoede. We praten wel over armoede alsof we het allemaal zo goed weten, maar feitelijk weten we niet of nauwelijks en zeker niet in de inkomensklasse die gemiddeld in de raad zit, 28 wat armoede is. We hebben er ideeën over, maar we hebben er geen echte cijfers over voor Bergen op Z°°m. Wat ontbreekt^ althans wat mijn fractie vindt dat er ontbreekt, is een g dige analyse van het armoedevraagstuk in Bergen op Zoom en welke maatregelen dit behoeft. Wat ook ontbreekt is een opvatting over sociaal reïntegreren, bijvoorbeeld hoe ga je om met vrijwilligerswerk en de vergoe- dincfen daarvoor Ook de basisnorm van 18 tot 21 jaar die in Bergen op Zoom lager is dan waar ook in dit land, als ik tenminste de rappor ten mag geloven van de vakorganisatie waarvan ik lid ben wat over het algemeen een heel betrouwbaar orgaan blijkt te als het gaat om sociaal ecnomisch onderzoek en armoede, vin heel merkwaardig en een gemeente als Bergen op Zoom onwaar- Ik9 wil toch nog iets positiefs zeggen over het stuk, want zoals u en mijn collega's weten heb ik de afgelopen periode in de raad altijd gepoogd ook in de stukken waar ik tegen en iets positief te vinden. Ik vind dat je dat als_politicus moet doen. Wat ik positief vind is dat de leenbi j stand overgaat richting Breda. In de praktijk blijkt dat daar onderzoeken voor het wel of niet verstrekken van een lening slechts enkele daqen, 4 dagen is genoemd, duurt terwijl dat bil ons vaak ve e weken duurt. Dat is voor degenen die daar behoefte aan hebben en ondersteuning verdienen een aanzienlije verbetering. Da vind ik het positieve van het stuk. Het totaal van het stuk vind ik echt onvoldoende. Onvoldoende durf om de echte proble men van onze samenleving aan te pakken en_ onvoldoende durf om tegen een volgende raad te zeggen, jullie hebben een goede mening en wij hebben vast een aanzet genomen om het uit te voeren, zorgen jullie nu verder voor de financiering. Tot zover. De heer A J. VAN ES: Ik kan voor een heel eind met de heer Van der Kallen meegaan. Als je gaat praten over moeten we nu oplossingen aanbieden, moeten we nu al naar gelden gaan zoe ken In de discussie in de commissies is door heel veel fracties aandacht gevraagd voor een groot aantal punten. Er is °ok oor veel fracties gezegd dat dit een goed stuk is,^ dat het een beleidsplan is dat in een hoop zaken een duidelijke lijn aangeeft. Bij lijst Linssen heb ik in het fractie-overleg aangegeven dat de begrotingsbehandeling het moment is, ik denk dat dat voor alle partijen geldt, waarop men de woorden die men vorige week in de commissie gesproken heeft en waarbij men allerlei zaken aangekondigd heeft van dit moet er komen en dat moet er komen. Wij ondersteunen een heleboel van die zaken. Wij ondersteunen dat er gekeken wordt naar de f. 130,- rege ling. Wij ondersteunen dat er gekeken wordt naar het verschil van de f. 105,- en de f. 150,- van Halsteren. Dat zijn alle maal zaken die we moeten bespreken. Ik denk dat iedere fractie het aan zichzelf verplicht is om bij de begrotingsbehandeling in het voorjaar van volgend jaar met voorstellen te komen. Verder wil ik eindigen met een compliment voor de dienst voor het opstellen van de nota, de leesbaarheid daarvan, het is een vrij moeilijke materie maar het was goed begrijpbaar en goed 29

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 302