De VOORZITTER: U neemt kennis van deze brief, maar geeft een
signaal af dat daar discussie over kan zijn. We zullen van uw
brief kennisnemen en ons hier nader over beraden. Ik zou
hierover verder niet uitgebreid in discussie willen gaan.
De heer SMITS: Dit is een stuk van het streekgewestwaarbij
ik een briefje heb gevonden van het college dat we in de
commissie hebben besproken, waarbij de gemeente opzegt om
verder te gaan met VAOB over het leveren van oud papier. Daar
is in de commissie een beetje een spraakverwarring over ge
weest. Ik heb uiteraard de stukken nog een keer gelezen om te
kijken hoe het nu exact in elkaar zat. Daar ligt^ dus een
afzegging op het eind van de proefperiode. In het begin van de
proefperiode hebben wij er sterk op aangedrongen om lid te
worden van die vereniging waar gemeentes lid van zijn
De VOORZITTER: U gaat toch niet de discussie van de commissie
herhalen Heeft u nieuwe elementen, anders zou ik het erg
betreuren.
De heer SMITS: Het gaat er dus om dat er vrij vlot een andere
richting ingelopen is, terwijl we er in eerste instantie
uitvoerig over gediscussieerd hebben. Daar heb ik erg veel
moeite mee, omdat het resultaat van de binding van de gemeen
tes goed is geweest. Dat blijkt ook uit de resultaten. Ik heb
de verschillen naast elkaar gelegd en kan het verschil niet
vinden om daar een streep door te zetten.
De VOORZITTER: Ik dacht dat dat in de commissie al duidelijk
was en dat we daarop gereageerd hadden. Heeft de wethouder nog
behoefte om hierop te reageren Dan graag erg beknopt.
De heer VAN DE WATER, wethouder: Een heel korte reactie. Ik
heb de heer Smits gevraagd om na de commissie langs te komen
om hem duidelijkheid van zaken te verschaffen. Ik wil dat nog
steeds. Het is op dit moment zo dat inzameling geen gemeen
schappelijke regeling is. We zijn met 18^ gemeentes, 17 gemeen
tes doen het nog steeds op dezelfde manier als Bergen op Zoom
het doet, één gemeente niet. Naar aanleiding van de discussies
die er geweest zijn komt er door de RMD^ een voorstel in de
gewestraad met de vraag om weer op één lijn te komen zitten.
Dat gaat dan niet over de 17 gemeentes, maar over de ene
gemeente die op dit moment afgeweken is van de afspraak.
Daar wil ik het bij laten.
De VOORZITTER: Uw kanttekening is duidelijk.
De heer SMITS: Dat was ook de bedoeling.
De heer AERTSSEN: Nog een korte opmerking naar aanleiding van
de brief van de buurtvereniging 't Groenewoud. De buurtvereni
ging heeft in ieder geval de excuses gekregen voor de onrust
die is ontstaan door landmeters en allerlei andere mensen. Ik
wil hier toch nog eenmaal onze opvatting over categorie II en
48
IV bedrijven herhalen. Er wordt gesuggereerd dat dit mogelijk
zou zijn. Wij willen nogmaals als Partij van de_Arbeidfractie
herhalen dat wij dat in ieder geval niet zien zitten, dat wij
cateqorie II en IV bedrijven in de omgeving van de Groenewoud-
seweg als een onmogelijkheid zien. Wij willen dat graag m de
raad vanavond nog eens herhalen en vastleggen omdat dit
kennelijk een gedachte is die leeft binnen het college.
De VOORZITTER: Wij nemen hiervan kennis.
Voorgesteld wordt te berichten conform conept-brief op;
1. Bezwaarschrift van de Vereniging Benegora leefmilieu d.d.
30 november 1995 v.z.w. tegen de gewestplanherziening
provincie Antwerpen t.b.v. HSL en goederenspoor
De heer PLASMANS: Ik wilde niet inhoudelijk op de briefwisse
ling ingaan, maar ik wilde een enkele opmerking maken naar
aanleiding van dit punt.
Regelmatig kunnen wij in de commissie Stadsontwikkeling ken
nisnemen van briefwisseling omtrent HSL en het goederenspoor.
Wij weten allemaal dat er in maart een kabinetsbesluit komt
omtrent het HSL-tracé. Dat betekent vervolgens dat het goede
renspoor de nodige aandacht zal gaan krijgen. Er zal eerst nog
een nader onderzoek moeten plaatsvinden over de noodzaak van
een goederenspoor, wat de mogelijkheden zijn en wat eventueel
de consequenties zijn. Desalniettemin constateert de WD-
fractie op dit moment het volgendeAls er een goederenspoor
aangelegd zou worden, dan kan het niet linksom of rechtsom
rond Bergen op Zoom. Dat zou namelijk concreet betekenen dat
het door natuurgebieden gaat. Aan de oostzijde hebben we bos,
aan de westzijde hebben we water. Wij hebben als WD fractie
enkele maanden geleden duidelijk kenbaar gemaakt dat wat ons
betreft de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Bergen op
Zoom gebaseerd is op drie belangrijke speerpunten, met name
bos, water en de historische binnenstad. Dit zou daar dus mee
in strijd zijn. Dat zou dus kunnen betekenen dat dan het
goederenvervoer over de bestaande spoorlijn door de stad zou
moeten lopen. Dat betekent concreet dat het door een woonge
bied moet lopen en als WD-fractie schatten wij m dat dat
onaanvaardbare risico's met zich mee kan brengen. Dat betekent
dat eigenlijk de enige mogelijkheid zou zijn, wanneer er
sprake zou zijn van de aanleg van een goederenspoor, dat dit
bij de Kraaijenberg de grond in gaat en bij Philip Morris er
weer uitkomt. Dat zijn de enige opmerkingen die ik bi} dit
punt namens mijn fractie wil maken.
De heer JANSSEN, wethouder: Laten we voorlopig daar kennis van
nemen. De zorg die waarschijnlijk niet alleen door de .WD-
fractie uitgesproken gaat worden deelt het college in ieder
geval wel
De heer AERTSSEN: Ik vraag me nu even wat af. Wij hebben in
1994 dacht ik een brief gestuurd naar het kabinet omtrent deze
49