onderwijsactiva hier nog nooit is vertoond. De VOORZITTER: De portefeuillehouder in tweede termijn en dan kom ik voor de afronding bij de raad. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Het was een toelichting op een vraag van de heer Bolsius. De VOORZITTER: Als daar kanttekeningen bij zouden zijn, dan wil ik u de gelegenheid geven daarop in te gaan. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Er is een drietal puntenaangege ven door de heer Franken. Dat het landelijke geldenzijn staat ook in het voorstel, dus daar wijkt het helemaal niet van af. Het is overigens al vijf jaar zo dat er een bedrag van f. 105.000,- voor het samenwerkingsverband beschikbaar wordt gesteld. U heeft gevraagd naar het gebruik^ van de reserve onderwijsactivaDat is in dit geval geen oneigenlijke pot. Er zijn ook middelen naartoe gebracht die in het algemeen onder wijs zijn betiteld. Wat dat betreft zie ik de oneigenlijkheid er zeker niet van in. Ik ben van mening dat er, zoals ik al eerder heb gezegd, geen financiële hiaten in het raadsvoorstel zitten. De VOORZITTER: Ik kom tot een afronding. Ik begrijp dat de fractie van het CDA en de fractie van de Partij van de Arbeid voor het ordevoorstel zijn. Van de andere fracties heb ik gehoord dat zij daar niet voor waren. De heer JOUVENAZIk steun het ordevoorstel niet. De VOORZITTER: Ik constateer dat er voor het ordevoorstel 8 stemmen zijn en er zijn er meer tegen, dus gaan wij verder met de behandeling van het voorstel. De heer FRANKEN: In de commissie WERCS hebben wij het ook over dit voorstel gehad en ik wil nogmaals het belang van het voorstel om de jeugd van 12 tot 16 jaarde leerplichtige leeftijd, de leiden tot de praktijkgerichte leerweg en de zorgstructuur van harte onderstrepen. Het samenwerkingsverband is al een aantal maanden bezig om de samenwerking gestalte te geven. Ik denk ook dat ze met dat proces door moeten gaan, zodanig dat op 1-8-1998, dus anderhalf jaar vanaf nu gerekend, er werkelijk een samenwerkingsverband met goede afspraken ligt en wel zodanig dat leerlingen die op een of andere manier uit een bepaald onderwijstype moeten stappen regulier naar een vervolgonderwijs kunnen overgaan, zodanig dat ze daarna aan het arbeidsgerichte proces kunnen deelnemen. Dan de financiering. U vergelijkt dit in het stuk ook met het project "Weer samen naar school", een project voor basisonder wijs om leerlingen die leer- of gedragsmoeilijkheden hebben niet direct naar het speciaal onderwijs te sturen, maar via een goede zorgstructuur op te laten nemen in het reguliere basisonderwijs. Daar zijn destijds door het rijk middelen voor beschikbaar gesteld. Het basisonderwijs heeft zie zorgstruc tuur voor die leeftijdscategorie opgepakt en naar tevredenheid 12 crereqeld. Nu praten we over de zorgstructuur voor het voortge zet onderwijs. Daar is ook van rijkswege een aantal ^ddelen voor toegekend. We komen dan aan de financiële de rijksmiddelen. Er wordt f. 2500 0,- beschikbaar gesteld voor de administratieve ondersteuning en f. 80.000, gaat naar deelnemende scholen wat dan weer wordt verdeeld "^ar rato van het aantal leerlingen. In de commissie WERCS hebben wi] al qezegd dat wij het vreemd vonden dat wij leerlingen die nie woonachtig zijn in Bergen op Zoom ook via het ^liggen- de voorstel financieel zouden ondersteunen. U heeft het op punt aangepast. Alleen als je naar het voorstel kijkt, dan denk ik als wij nu naar de deelnemende gemeentes 9aaI\ en vragen willen jullie meebetalen aan die Pro^escoÖr^"^°Berg2n ik dat dat vooraf had moeten gebeuren, want als eerst Bergen op Zoom het totale bedrag beschikbaar stelt en Jaarna aan de regiogemeenten gaat vragen of ze ook willen meebetaien, naar mijn mening in feite de eerste slag al verloren. D^verdelinq van de gelden heeft het samenwerkingsverband zelf qedaan en zi j wisten dat er ook een procescoördinator nodig was Er is afgesproken in het samenwerkingsverband dat de gemeente Eergen op Zoom die f. 80.00,- zou ophoestenAls ik dat veraeliik met het project "Weer samen naar school dan ontgaat mij de logica dat "Weer samen naar school" wel uit de rijksmiddelen betaald werd en dat dit project een financi ele impuls van de gemeente Bergen op Zoom gestalte moet krij De"wetgeving is pas ingediend op 13 november, dus we weten nog niet direct hoe zich dat gaat ontwikkelen, hoe zwaar het samenwerkingsverband wettelijk verplicht gaat worden en we gaan nu al, vooruitlopende op de wettelijke basis daarvan er een zware projectcoördinator opzetten. Die zware projectco ordinat^r bepaalt natuurlijk ook de prijs, want als een lichte samenwerkingsvorm nodig of voldoende zou zijn, dan zal procescoördinator minder uren eraan kwijt zijn en dus zou het financiële plaatje er anders uitzien. Er is een offerte gevraagd aan twee instellingen en ik d®n^ dat het goed is als degene die op een gegeven moment de reke ning moet betalen de omschrijving maakt aan welke onderdelen en welke processen van de projectcoördinatie moet worden voldaan. Het samenwerkingsverband heeft een aantal criteri opgesteld die wij niet kunnen verifiëren omdat de wetgeving e nog niet is, dus we weten niet of hij zlc^ met zaken gaat belasten die voorgeschreven zijn of wenselijk zijn. Het kan best zijn dat de taakomschrijving nog maar de helft van e factoren bevat. Toch komen we nu met een voorstel dat wij da betalen, terwijl de criteria waaraan de procescoordinator moet voldoen opgesteld zijn door het samenwerkingsverband. Ik vind dat een beetje vreemd. De een stelt de criteria op rekening leggen ze bij de ander. Dat zijn in het kort de facetten waarvan wij zeggen dat Het vierde financiële argument is het betalen uit de reserve onderwijsactiva. Het is toekomstig beleid, want het heeft betrekking op de situatie die bereikt moet zijn op 1-8-1998 en niet nu. Om het dan nu te betalen uit de reserve onderwijsac- 13

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 294