zich heeft de heer Vermeulen het ook bij het rechue eind als hij zegt het maximum hoeft net perse» De mogelijkheid is er echter wel en derhalve, omdat ik echt voor heu behoud van hei_ pand ben in zijn huidige vorm, vraag ik aantekening tegen dit voorstel De heer MULLER: De heer Aertssen heeft al een lesje RO gehad van collega Vermeulen. Daar sluit ik me graag bij^ aan. Hij gaat er van uit dat het feit er ligt. Het feit ligt er nog niet, want wij hebben in de commissie RO met name de procedu re-afspraken gemaakt en die procedure is een zeer korte tot een maximum van 4 maanden ongeveer. Binnen die tijd^ hebben we dus uitsluitsel over wat er met dat gebouw definitief gaat gebeuren, hetzij dat de sloopvergunning wordt gehonoreerd, hetzij dat de staatssecretaris het definitief op de monumen tenlijst plaatst. Ik denk dat je dan klaar moet zijn met je procedure om op die nieuwe situatie of veranderende situatie in te spelen. Nu kun je met het gebouw feitelijke helemaal niets. Straks zal je toch inderdaad uitgangspunten moeten geven aan het Beleidsplan Binnenstad voor winkels met daarbo ven wonen. Thans heeft het een volstrekt andere bestemming. Ik denk dus dat het juist is dat wij dit besluit vanavond conti nueren De heer AERTSSEN: Bij interruptie. Mag ik hieruit de conclusie trekken dat de CDA-fractie nog hooguit 4 maanden door wil gaan met deze procedure, maar dan van het college duidelijkheid wil hebben wat er op die locatie gaat gebeuren. De heer MULLER: Dat was de afspraak die in de commissie is gemaakt. Ik weet niet of u daarbij bent geweest, het was na elf uur dat geef ik toe, maar die afspraak is gemaakt. De wethouder heeft helder en duidelijk uitgelegd hoe de procedure verder verloopt en die duurt ongeveer 4 maanden. De heer AERTSSEN: Dat vroeg ik niet. Ik was niet aanwezig dus die afspraak ken ik niet. Ik vroeg of u nog slechts 4 maanden geduld heeft als CDA-fractie. De heer VAN DER KALLEN: Ongeveer bij het CDA, daar heb je toch wel een idee van, ongeveer 4 maanden.... De VOORZITTER: Ik kijk of nog anderen in tweede termijn iets aan de discussie willen toevoegen. Zo nee, dan ga ik naar wethouder Janssen. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, ik denk dat uzich nu een klein beetje kunt voorstellen hoe gezellig de commissie is waar ik voorzitter van mag zijn en hoe lang de vergaderingen ook af en toe kunnen duren. U zei net al even, we hebben hier een aantal wethouders in de zaal zitten meer dan achter deze tafel zitten en daar lijkt het in ieder geval wel op. Overi gens een zalige commissie om voorzitter van te zijn, want er wordt af en toe uitvoerig maar in ieder geval altijd goed gediscussieerd. Even toch in de richting van de heer Aertssen een opmerking. 30 Wij hebben enige tijd geleden, toen we het hadden over het wel of niet slopen van het pand en daaraan medewerking te verle nen, uitvoerig met elkaar hierover gesproken en gezegd _dat we dat aan een bepaalde termijn moeten binden. We moeten niet tot in het eeuwige door gaan procederen. We hebben ons zelf een tweetal termijnen gegeven waarbinnen een besluit genomen moet worden. Als de eerste al niet haalbaar lijkt te zijn, dan kappen we er op dat moment mee. Er is wel degelijk in de commissie overeenstemming over hoe wij de aanvraag sloop en de procedure die daarbij hoort gaan bewandelen. Dan nog even iets over de drie lagen en of het nu wel of niet maximaal is. De heer Vermeulen had gelijk, er is sprake van een maximaal aantal van drie lagen in de woonsfeer. Als het over de rechtszekerheid gaat waar u het over had mijnheer Aertssen, dan is dat de rechtszekerheid die uit het bestem mingsplan komt. Het wordt dus niet hoger dan die drie extra lagen in de woonsfeer bovenop de begane grond, de winkelunit. De monumentale waarde die het pand zou kunnen behouden als besloten wordt het pand te laten staan op de lijst is voldoen de rechtszekerheid om het pand in de staat te laten zoals het nu is, in ieder geval wat de monumentale waarde betreft. Als u de uitvoerige omschrijving heeft gelezen die de staats secretaris op dit monument heeft losgelaten, dan weet u ook wat wel en niet mogelijk is met dit gebouw. Ik kan u dan verzekeren dat het echt niet zo zal zijn mijnheer Van der Kallen, dat wij het dak gaan lichten en er vervolgens nog eens een woonlaag tussen prutsen, want dat zou echt niet door de staatssecretaris worden toegestaan. De heer AERTSSEN: Bij interruptie nog een vraag aan de wethou der. De afspraken die gemaakt zijn, zijn die vastgelegd in de notulen? De heer JANSSEN, wethouder: Dat denk ik wel. Ja, die zijn vastgelegd in de notulen. De VOORZITTER: Ik kom tot een afronding. Ik concludeer dat met tegenstem van de BSD en de Partij van de Arbeid De heer AERTSSEN: Op het onderdeel Zuivelstraat 22. De VOORZITTER: Het is een integraal voorstel. De heer AERTSSEN: Dan tegen. De VOORZITTER: Met 4 stemmen tegen is dit voorstel toch aange nomen 26Voorbereidinasbeslui ten percelen Prinses Beatrixlaan en Kloos terstraat Nr. SOB/79 De heer WOLTJER: Mijn fractie vraagt aantekening. De VOORZITTER: Groen Links vraagt aantekening. Hetzelfde geldt voor de BSD. Met deze 2 tegenstemmen is conform het voorstel 31

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 269