De heer AERTSSEN: Nog een korte reactie in verband met de
opmerking van de heer Maller. Alle keren dat wij dit in de
commissie hebben besproken is er sprake van geweest dat de
portefeuillehouder ons zou informeren over het besluit van
aanmerkelijk belang. Hij heeft altijd wel gezegd de raad mag
daarover niet beslissen, dat is de bevoegdheid van het colle
ge. Zelfs het informeren van de commissie of d_e_ raad is niet
gebeurd. We hebben dat besluit van aanmerkelijk belang nog
niet gezien. Ik denk dat dat toch het moment is om te toetsen
of het volkshuisvestingsbelang het toestaat om de Oranjebuurt
te slopen en daar nieuwe woningen weg te zetten. Dat is de
goede volgordeeerst toetsen en dan pas overgaan tot het
vormen van een stedebouwkundig plan. Dat is ook de volgorde
die wij hebben willen aanhouden. Ik heb daarnet in mijn eerste
termijn wel gezegd, dat daarmee niet gezegd is dat er hier
geen waardevol stedebouwkundig plan ligt. Dat is echter een
heel ander verhaal. Die afweging komt pas als je de afweging
op het gebied van de volkshuisvesting hebt gemaakt. Daarom, ik
heb gezegd om procedurele redenen, kan de Partij van de Arbeid
dit voorstel niet steunen.
De heer JANSSEN, wethouder: Ik moet even reageren op de opmer
king van Gemeentebelangen/Stadspartij met betrekking tot het
bodemonderzoek. Ik denk dat ik daar in de commissie een keer
op terug kan komen. Een constatering kan ik in ieder geval wel
doen; Gedeputeerde Staten heeft het bodemonderzoek dat gekop
peld is aan dit hele verhaal wel geaccepteerd. We zullen daar
in technische zin nog op terugkomen op het moment dat we u
meer over deze zaken informeren.
De heer J. VAN ES: Dit verandert niet mijn mening over het
voorstel
De heer JANSSEN, wethouder: Dat dacht ik wel.
De heer LINSSEN: Voorzitter, ik zou in deze kwestie ter afron
ding hoofdelijke stemming willen.
De VOORZITTER: Als dat gevraagd wordt, dan gaan we dat doen.
Of dat veel zal veranderen
Tegen het voorstel stemmen: mevrouw Van Oorschot, de heren Van
de Water, Aertssen, Boogaart, A.J. van Es, J. van Es, Jouve-
naz, Van der Kallen, Van den Kieboom, Van Linden en Linssen.
Voor het voorstel stemmen:de heren Piasmans, SmitsStuart
Vermeulen, Withagen, Bolsius, Claes, Goppensmevrouw Demmers
de heren Franken, Janssen, mevrouw Kammeijer, de heren Muller
en Van Oers
De VOORZITTER: Voor dit voorstel hebben zich 14 raadsleden
verklaard, daartegen 11 en daarmee is dit voorstel aangenomen.
De heer WITHAGEN: Betekent dit nu, ik ben een leek in dit
soort zaken, dat dit litteken kans loopt in de komende maanden
te worden aangepakt
40
De heer J. VAN ES: Niet voor Koninginnedag.
De VOORZITTER: Ik denk dat dit een start is^ om de zaak verder
in procedure te zetten. Als u precies wilt weten hoe het
verder loopt, vraag dat dan een keer in de commissie.
Herziening subsi die-verordening Stadsvernieuwing.
Nr. SOB/6
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt
dit voorstel aangenomen.
Vervanging huisvesting van de familie Groffen,wonendaande
Van Koniinenburgweg.
Nr. SOB/7
De heer LINSSEN: Wij zullen vanavond tegen dit voorstel stem
men, zoals feitelijk al aangegeven bij de uitvoerige behande
ling van dit voorstel in de commissie Stadsontwikkeling van
afgelopen week. De reden waarom lijst Linssen tegen dit voor
stel zal stemmen ligt in een aantal zaken opgesloten. Ik zal
deze nog eenmaal toelichten. Wij zijn de mening toegedaan dat,
nu deze gelegenheid zich voordoet, wij als raad van deze
gemeente er alles aan moeten doen voor de gemeente Bergen op
Zoom en definitieve oplossing voor dit grote probleem te
vinden. Vervanging van deze woning onder dezelfde condities
als tot nu toe afgesproken zal in de ogen van mijn fractie bij
de uiteindelijke invulling van dit gebied met het toeristisch
recreatief karakter dat wij aan dit gebied hebben toegedicht,
leiden tot grote problemen. Dan zullen wij, onder druk staand,
ook een andere oplossing moeten vinden en waarom dan niet nu.
Nu hebben wij meer tijd en staan nog niet onder grote druk.
Dat is het eerste grote bezwaar dat wij tegen dit voorstel
hebben. Het tweede bezwaar ligt op het gebied van de financi
en. Ons bezwaar richt zich daar met name op de vastgestelde
huurprijs en de daaruit voortvloeiende lasten voor de gemeen
tebegroting. Ik heb daarover nog een vraag. Indien, daar ziet
het na de discussie in de commissie naar uit, een meerderheid
van de raad vanavond hier besluit een nieuwe woning te plaat
sen, bestaat er dan geen mogelijkheid het oude, bestaande
contract open te breken en de daarin afgesproken condities aan
te passen. Met andere woorden, is er juridisch gezien geen
sprake van een nieuw ontstane situatie. Deze vraag zou ik
graag in de beantwoording in eerste termijn meegenomen willen
zien.
Dan nog een opmerking tot slot. Wij geven u, als college, het
dringend advies met deze familie schriftelijk vast te leggen
dat men bereid is te zijner tijd als het gebied nader moet
worden ingevuld, deze locatie te verlaten. De mondelinge
toezegging dat het wel in orde komt en dat men wel mee zal
werken is in de ogen van mijn fractie volstrekt ontoereikend
en zal straks leiden tot grote vertragingen en problemen.
Kortom, er moet getekend worden voor accoord tot verplaatsing,
wanneer wij tot invulling komen van dit gebied.
De heer BOLSIUS: Deze stad heeft een paar erfenissen uit het
41