die voldoen aan de eisen van deze tijd. Wij hebben een andere opvatting erover hoe dat te realiseren is. De heer PLASMANS: Ik ben begonnen met mijn verhaal om te reageren op het feit dat de politieke strijd nu ten einde is. Ik heb gezegd dat daar juist het verschil zit. Wij hebben als WD-fractie deze kwestie nooit opgepakt als een politieke strijd. We hebben onze bestuurlijke verantwoordelijkheid genomen. Daar ligt nu juist het verschil. Dat heb ik willen benadrukken De heer MULLER: Wij hebben aaneenlopende besluiten genomen met betrekking tot de Oranjebuurt. In tegenstelling tot de Partij van de Arbeid hebben wij van het begin af aan de plannen, zowel stedebouwkundig als volkshuisvestingtechnischinhoude lijk waardevol gevonden en ingestemd met deze procedure. Terecht wordt gezegd dat we nu aan het einde van deze procedu re zitten. Het balletje gaat in het trechtertje vallen. Ik hoop dat het balletje nu de eerste schop in de grond in wer king gaat stellen. Het heeft veel te lang geduurd. Ik hoop dat met dit besluit daarmee ook de bezwaren van de overige bewo ners weggewerkt kunnen worden, zodat de woningstichting spoe dig aan de slag kan gaan. De heer AERTSSEN: Bij interruptie. Wat bedoelt de heer Muller met veel te lang geduurd. Hij moet toch ook weten dat er een aantal, volgens de wet voorgeschreven, procedures zijn die wij als raad hebben te respecteren. Je kunt dan echt niet veel sneller gaan. De heer MULLER: Ik wil daarop reageren, omdat de heer Aertssen heeft gezegd, wij hebben niet de kans gekregen om inhoudelijk een waardevol oordeel te geven over het plan. Dat bestrijd ik, omdat wij als raad, zowel in de besluitvorming als in het informatieve karakter middels de nieuwsbrieven van de woning- bouwstichting volledig op de hoogte zijn met datgene wat er in de Oranjewijk gaat gebeuren. Daarmee heb ik mij ook een inhou delijk waardevol oordeel over dat plan kunnen aanmatigen. De heer AERTSSEN: Dat heb ik niet gezegd, maar ik zal in tweede termijn hier wel op reageren. De heer JANSSEN, wethouder: Als lijst Linssen, de heer Van Es van Gemeentebelangen/Stadspartij en de heer Aertssen zeggen dat het voor hen misschien een laatste moment is om hierover te spreken, dan is het misschien vergelijkend een soort van laatste getuigenis. Zo zwaar zou ik het niet willen opvatten. Ik denk dat in het verleden alle fracties zeer duidelijk hebben gemaakt hoe zij ten opzichte van deze problematiek staan. We zijn op het moment aangeland dat er in feite door de raad ja of nee gezegd gaat worden tegen het accepteren of verklaren van geen bezwaar. Dan kan, zoals de heer Muller dat zegt de schop in de grond, als vanavond tenminste een positief besluit valt. Het heeft een lange voorgeschiedenis gekend, dat is juist, en in die voorgeschiedenis heeft het college op een bepaald moment gemeend te moeten zeggen dat de mandaten die 38 aan het college zijn gegeven aan het college blijven, maar dat wij uiteraard zullen wachten op het besluit zoals de raad dat vanavond gaat nemen. Eerder, mijnheer Van Es, kunnen we niet spreken over die gemandateerde besluiten. Eerst moet artikel 19 zijn gepasseerd, om het zo maar eens te zeggen, voordat we over de andere besluiten een oordeel kunnen vellen. Ik heb u wel toegezegd, dat op het moment dat het college de aan haar gemandateerde besluiten heeft genomen, wij daarover uiteraard in de commissie komen te spreken. Die toezegging heb ik des tijds gedaan en laatst nog eens een keer in de commissieverga dering herhaald. In de richting van Gemeentebelangen/Stadspartij nog even een paar antwoorden die op vragen moeten worden gegeven. Bodemon derzoek is geweest. Een kort antwoord. De volgorde bouw - sloop is wat u betreft een vreemde, zoals u dat net zei, althans als het gaat om de vergunningverstrek king. Wij zullen de vergunningen ineens verstrekken. Het is geen volgorde eerst een bouwvergunning en dan een sloopvergun ning, het is een integrale vergunning die in dit geval wordt verleend. Er is een verzoek, ingediend door de woningbouw- stichting in het kader van het besluit van aanmerkelijk be lang, bij ons binnengekomen. Wat de grondtransacties^ betreft, die zullen op het moment dat alles volledig rond is worden afgesloten, nu ligt daar de intentieverklaring waar we het reeds eerder over gehad hebben. Ik denk, dat we wat dit onder werp betreft in eerste termijn niet veel meer hebben toe te voegen De heer A.J. VAN ES: De wethouder zegt het al, die toezegging heeft hij inderdaad ook in de commissie gedaan, dat wij nader hand nog geïnformeerd zullen worden over alle besluiten die genomen zijn door het college. Ik kan niet anders zeggen dan dat dat een beetje als mosterd na de maaltijd komt. Als deze avond voorbij is dan kan, zoals de heer Muller zeer terecht heeft gezegd, eigenlijk de schop al in de grond. Dit even nog apart van alle andere procedures die namens de bewoners nog lopen. We moeten niet vergeten dat dat ook nog wel enige tijd zal vergen. Mijn slotconclusie kan eigenlijk zijn dat we vanuit heel deze langdurige geschiedenis misschien één les kunnen leren, dat geldt dan meer voor de woningstichting, dat men toch in de toekomst hopelijk wat zorgvuldiger met belangen van hun bur gers omgaat. De heer J. VAN ES: In Engeland zeggen ze dan hear! hearIk denk dat dat een heel toepasselijke opmerking zou zijn. Ik begrijp dat er geavanceerde technieken zijn om bodemonder zoek te doen, maar ik vind het toch wel knap dat je bodemon derzoek kunt plegen onder huizen die nog niet gesloopt zijn. Misschien dat u daar nog even een toelichting op kunt geven. Ik heb toevallig uit een andere situatie waar ik bij betrokken ben geleerd dat een bodemonderzoek hoogstens twee jaar oud mag zijn voordat je een bouwvergunning krijgt. Hoe u dat in elkaar giet of samen laat vallen door een sloop- en een bouwvergun ning af te geven, dan kunt u me misschien ook verklaren hoe dat bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. 39

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 24