af aan moeten beginnen en dat wij weer terug naar af zijn. Het plan dat nu gepresenteerd is past goed in de sfeer van 't Vierkantje en dat willen wij toch zo graag. Dat is ook één van de essentiële punten van het Beleidsplan Binnenstad. De CDA-fractie zal dit voorstel van harte ondersteunen. Mevrouw VAN OORSCHOT: Wij zullen dit voorstel steunen en verder uitstel met de daaraan verbonden risico's zullen wij niet steunen. We zullen de motie niet steunen. De heer JANSSEN, wethouder: Ik denk dat mevrouw Demmers over de krabben wat te vertellen heeft. De heer Van Es heeft het even over de periode van 3 jaar gehad, zoals in het contract is opgenomen. In de commissie hebben wij daar even over gesproken. Dat is eigenlijk meer de periode van de bestemmingsplanprocedure. Als het aan de initi atiefnemer/projectontwikkelaar ligt dan begint hij morgen. We hebben alleen nog een bestemmingsplanprocedure af te lopen en die kan maximaal drie jaar duren. Vandaar dat het contract staat en om geen enkele andere reden. Ik heb vier keer het woord architect opgeschreven in mijn aantekeningen en in alle vier de gevallen heeft men lovend gesproken over die architect. Ik denk ook dat de keuze van deze architect een heel goede is geweest in samenspraak tussen de projectontwikkelaar en de dienst. Wij hebben in ieder geval hoge verwachtingen. Ik zal hem dat overbrengen, dat streelt over het algemeen architecten en dan zullen zij nog meer waken over wat hun geestelijk eigendom is. Het is dus bijna van een goed succes verzekerd. Slopen en duurzaam slopen zijn van die mooie woorden die je zo achterelkaar uitspreekt. Wij hebben een gewone sloopverorde- ning. Aan die sloopverordening dient men te voldoen. Hoe dat met duurzaam slopen gaat kan ik echt niet zeggen. Misschien dat ik dat eens even mee terug moet nemen naar de dienst. De laatste opmerking is er een in de richting van de heer Aertssen, die het heeft over de randvoorwaarden en de stede- bouwkundige randvoorwaarden. Ik heb hem in de commissie als gezegd dat het woord stedebouwkundige randvoorwaarden hier niet gehanteerd had mogen worden. Het is nooit in de commissie geweest. Het had moeten zijn randvoorwaarden. Ik ben het in zekere zin best wel met hem eens, we moeten daar wat zorgvul diger mee omgaan. Aan de andere kant denk ik dat het zo is dat de randvoorwaarden zoals we die gesteld hebben volledig passen in het historisch beeld en karakter zoals dat in 't Vierkantje geldt, maar de heer Aertssen heeft gelijk we moeten wat zorg vuldiger omgaan in de richting van de commissie met randvoor waarden of stedebouwkundige randvoorwaarden. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Toen ik hoorde dat de heer Van Es de krabben nauw aan het hart lagen werd ik wat benauwd, want een krab nauw aan het hart moet op zich een zeer ongezonde situatie worden. Ik kan hem echter geruststellen dat we al bezig zijn om voor het beeld, dat er niet kan blijven staan bij het huidige ontwerp, een andere plaats te zoeken. Op dit moment is daarover overleg met de zoon van de beeldhou wer die nog leeft en hier overigens vlakbij woont, in Wouw en 52 ergens anders werkt. Met hem is gekeken naar een andere loca tie. Op het moment dat het zover is dat wij over het JeelJ kunnen gaan beschikken omdat het daar weg moet m ver an me sloopactiviteiten, zal daar een heel mooi plekje voor gevonden worden, dat kan ik u verzekeren. De VOORZITTER: Nog behoefte aan een tweede termijn? De heer LINSSEN: Heel kort voor de verduidelijking. We hebben zeker geen kritiek op het plan van de architect, daar Z13" ™e ook wel enthousiast over. Wij zagen alleen liever een klem Onze Lieve Vrouwenplein zoals in Maastricht en geen stadswo ning op deze plek. Helaas heeft dat het niet gehaald, maar we zijn desalniettemin voor de rest zeer tevreden met het plan. De heer AERTSSEN: Ik ben blij met de toezegging van de wethou der dat hij zegt dat in de toekomst zorgvuldiger met de stede bouwkundige randvoorwaarden zal worden omgegaan. Ik hoop dat nog mee te maken. Ik wijs hem er toch op dat waar het verwijst naar die stedebouwkundige randvoorwaardelijke uitgangspunten of hoe je ze ook noemen moet, waarvan hij zegt dat ze heel aoed zijn en zorgvuldig zijn opgesteld dat die stedebouwkundi- ge randvoorwaarden beslist niet sporen met het plan dat hier nu ligt. Dat is de strekking van mijn opmerkingen, ook in eerste termijn, geweest. Dat moet toch te denken geven. De heer VAN DER KALLEN: Eigenlijk naar aanleiding van de discussie over de krabben. Ik vind toch, als je zegt dat wordt een mooi plekje, dat te vrijblijvend. Ik denk dat je deze beesten echt terug moet brengen naar waar ze horen en dat is aan 't Scheld. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Als ik over een mooie plekje praat, mijnheer Van der Kallen, dan denken wij in dezelfde richting. De heer VAN DER KALLEN: Verder wil ik het college succes toewensen met dit voorstel. Ik heb het nog eens trachten na te gaan en ik denk dat het de allereerste keer is dat ik voor sloop stem van een object in de binnenstad en ik denk dat ik daar goede redenen voor heb om voor dit voorstel te stemmen. De VOORZITTER: Ik denk dat we tot stemming kunnen overgaan. Ik concludeer dat de raad met uitzondering van de heer Woltjer met dit voorstel instemt. De heer WOLTJER: Wij hebben een huishoudelijk reglement en daar spreken we over drie uur vergaderen. Ik wou daar toch graag aandacht voor hebben en ik heb wel het idee dat er nog een aantal punten komen waardoor we hier nog een tijdje zit ten. We hebben een reglement van orde en daar willen we toch graag aan vasthouden De VOORZITTER: Het staat niet in het reglement van orde, er zijn wel afspraken over gemaakt. Wij moeten daar voor de volgende periode nog een keer indringend met elkaar over 53

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1996 | | pagina 242